laatste lessen voor E-toets ch1

Lundi, 8 novembre 2021
  • Chromebook
  • Cahier
  • Stylo

  • Rangez le portable
  • Les sacs par terre
  • ET SILENCE !
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lundi, 8 novembre 2021
  • Chromebook
  • Cahier
  • Stylo

  • Rangez le portable
  • Les sacs par terre
  • ET SILENCE !

Slide 1 - Tekstslide

programme d'aujourd'hui
Werkwijze:
In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug.
Aan het einde zie je wat je op het proefwerk kunt verwachten.
- uitleg Bron H, werkwoord avoir (31a filmpje GL + 31b chanson)
- start herhaling
Devoirs jeudi 11/11
- faire exercices c/e, 32 + 33a (laptop)
- faire le Bilan (laptop)


Slide 2 - Tekstslide

Je révise:
grammaire D
Dit grammatica-onderdeel gaat het over het lidwoord.

In het Frans heb je mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.

Om te kunnen zien of een woord mannelijk of vrouwelijk is, kan je kijken naar het lidwoord.

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire D:
de/het-groep

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire D:
een-groep

Slide 5 - Tekstslide

Grammaire D:
meervoud
Om een zelfstandig naamwoord in het meervoud te zetten, moet je 2 stappen volgen.

Stap 1: zet het lidwoord in het meervoud.
le/la/l'   --> les
un/une   --> des

Stap 2: zet een -s achter het zelfstandig naamwoord. Deze -s spreken we niet uit :)!

Slide 6 - Tekstslide

Grammaire D:
betekenissen
De/het:   le/la/l’/les

Een: un/une

Geen betekenis: des!

Voorbeeld:
La fille: het meisje    Une fille: een meisje
Les filles: de meisjes Des filles: meisjes

Slide 7 - Tekstslide


Vul in: un of une
le prof --> ___ prof

Slide 8 - Open vraag


Vul in: un of une
la famille --> ____ famille

Slide 9 - Open vraag


Vul in: un of une
le numéro --> ___ numéro.

Slide 10 - Open vraag


Vul in: un of une.
la mère --> ___ mère

Slide 11 - Open vraag

Je révise:
grammaire H
Dit grammatica-onderdeel bestaat uit 2 delen. Het gaat namelijk om het onregelmatige werkwoord avoir (hebben).

Maar voor ik jullie aan kan leren wat een vorm van een werkwoord is, wil ik jullie eerst aanleren welke persoonlijke voornaamwoorden er in het Frans zijn.

Neem daarom de volgende 2 slides goed over in je aantekeningenschrift!

Slide 12 - Tekstslide

Grammaire H:
persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud
ik  --->  je
jij --->  tu
hij ---> il
zij ---> elle
men ---> on
Meervoud
wij --> nous
u, jullie --> vous
zij (mannelijk meervoud) --> ils
zij (vrouwelijk meervoud) --> elles



Slide 13 - Tekstslide

Grammaire H:
het werkwoord avoir
Het rijtje hieronder moet je kennen voor het SO en het proefwerk, het is een kwestie van stampen!

j'ai               --> ik heb
tu as            --> jij hebt
il/elle/on a    --> hij/zij/men heeft

nous avons    --> wij hebben
vous avez      --> u hebt/jullie hebben
ils/elles ont   --> zij hebben (meervoud)

Slide 14 - Tekstslide

Grammaire H:
praktische tip?
Wanneer je in de zin niet een persoonlijk voornaamwoord ziet staan, is het soms lastig om te weten welke vorm je invult..
Daarom: een tip!

Bij 1 naam: de il/elle/on-vorm
Bij le/la/l': de il/elle/on-vorm

Bij 2 namen: de ils/elles-vorm
Bij les/des: de ils/elles-vorm

Slide 15 - Tekstslide


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Vous _______ une grande maison?

Slide 16 - Open vraag


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Oui, on _____ une grande maison.

Slide 17 - Open vraag


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Nous_____ deux salles de bains.

Slide 18 - Open vraag


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Et Paul & Simon ______ aussi une grande maison?

Slide 19 - Open vraag

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (1)
Opdracht 1: luistervaardigheid (in de Franse les!)
- Lees de stellingen en luister naar het fragment. Is de stelling juist of onjuist.

Opdracht 2: nombres 0 t/m 20
- je moet getallen in cijfers opschrijven, bijv.:
dix-sept =  17

Opdracht 3:  vocabulaire
- in elke zin staat tussen haakjes een Frans woord, dat moet je in het Nederlands vertalen:



Opdracht 2: grammaire
- Kies uit: le/la of un/une. Kijk goed naar wat er al in de zin staat!
- Zet de woorden in het meervoud (denk aan lidwoorden en zelfstandige naamwoorden).
- Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'


Slide 20 - Tekstslide

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (1)
Opdracht 4: grammaire: AVOIR
- vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in: Naomi ......... un chat

Opdracht 5: grammaire: Lidwoorden Kies uit: un/une. 
- C'est .............. chien (leer dus ook bij de woordjes of het mannelijk of vrouwelijk is (dus 'le' of 'la')

Opdracht 6: grammaire: Lidwoorden. Kies uit: le, la, l' of les. 
- Boomer est ............. chien de ma soeur (leer dus ook bij de woordjes of het mannelijk of vrouwelijk is (dus 'le' of 'la')


Slide 21 - Tekstslide

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (2)

Opdracht 7: phrases clés (zinnen)
- Je gaat in het Frans antwoord geven op vragen. Bijv:
Tu habites o ù? .................. (j'habite à Almere). (Maak hele zinnen!)

Opdracht 8 en 9: leesvaardigheid (tekst lezen)
- 8: je moet uit 2 mogelijkheden het goede antwoord kiezen.
- 9: Bij wie horen de stellingen? Noteer de juiste naam op je toetsblad.

Slide 22 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Dit is de laatste kans om ze te stellen!

Slide 23 - Tekstslide

Les devoirs
Huiswerk donderdag 11/11:
- faire exercices 31, 32 (laptop)
- Maak op je laptop de Bilan chapitre 1


Tot het einde van de les kan je nog werken of leren!

Slide 24 - Tekstslide

Les devoirs
Maandag 15/11: E-toets chapitre 1 (herkansbaar/45 min/weging 2)
Apprendre (leren):
□ Vocabulaire A t/m F
□ Getallen 0 t/m 20 (Fr- Ned en Ned-Fr)
□ C: Phrases clés (Fr- Ned en Ned-Fr)
□ D: Het lidwoord
□ G: Phrases clés (Fr- Ned en Ned-Fr)
□ H: Het werkwoord avoir (hebben)



Slide 25 - Tekstslide