Inversi interactief

Een zin maken met inversie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Een zin maken met inversie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inversie
EEN ZIN MET INVERSIE BEGINT MET?

  • Vandaag ga ik naar mijn oma
  • Vandaag wil ik boodschappen doen 
  • In Amsterdam wonen veel mensen
  • In Amsterdam willen veel mensen wonen


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzin met inversie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzin met inversie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin heeft inversie?
A
Natnael was vrijdag niet op school.
B
Op school Natnael was niet.
C
Vrijdag was Natnael niet op school.
D
Natnael was niet op school vrijdag.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een standaard zin:
meteen - doet - in een zak - De dief - het geld

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een normale zin:
bij de buurvrouw - drink - Ik - elke zaterdag - een kopje koffie

Slide 7 - Open vraag

Let op het vervoegen van het werkwoord!
Maak een zin met inversie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

televisie
Na het eten
altijd
kijken
wij 

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

ik
wil
een grote reis
maken
Volgend jaar

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met inversie:
beginnen - hij - met de cursus - wil - Volgende week

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met inversie:
doen- mijn moeder - boodschappen - zal- Morgen

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met inversie:
de vrouw - in de koelkast - Vanochtend - het vlees - legt

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies