taalvariatie
1 / 30
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke varianten voor het Nederlands bestaan er?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een teksttype?
A
amuseren
B
informatief
C
een gedicht
D
tussentaal
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een tekstdoel?
A
amuseren
B
informatief
C
een bijsluiter
D
tussentaal
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van taalgebruik?
A
rijm
B
persuasief
C
een atikel
D
jongerentaal
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welke factoren bepalen het taalregister dat je gebruikt?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een kenmerk van tussentaal?
Slide 18 - Woordweb
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wat zijn sociolecten?
