NK, Kapitel 3,les 3, week 50

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

   Heute ist Mittwoch der 11. Dezember

Lernziel(e)

1. Je weet hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden kunt vormen.

2. Je kunt in korte zinnen iets over je school en lesrooster vertellen. 

Vlog : "Wer bin ich"?

Programma:

*  Grammatica uitleg meervoud

*  Huiswerk nakijken

*  zelfstandig werken aan grammatica opdrachten + vlog

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Neue Grammatik Kapitel 3 B

Meervoud bij zelfstandige naamw.

Elk geslacht (der/die/das) heeft zijn eigen regels om het meervoud te vormen bij zelfstandige naamwoorden. 

Het lidwoord voor meervoud is altijd DIE !!!!!!!!!!!!!!!!!!

der - mannelijk

                   Regel 1 : Umlaut  + e 

           

  

bijv. der Ball - die Bälle

             der Sohn - die Söhne

             der Freund - die Freunde 

der - mannelijk

Regel 2: Bij mann. woorden, die eindigen op

-el, -er, of -en verandert alleen het lidwoord. 

    

        bijv. der Lehrer - die Lehrer          

     der Onkel  - die Onkel 

die - vrouwelijk

Regel 1: +(e)n 

 

Bijvoorbeeld:  die Frau - die Frauen

                       die Katze - die Katzen

die - vrouwelijk

Let op:

bij vrouwelijke woorden die eindigen op -n , treedt  een verdubbeling van de letters op (zoals in NL)

die Freundin - die Freundin-n-en

(de vriendin - die vriendinnen) 

das - onzijdig

Regel 1: +e

bijvoorbeeld: das Heft - die Hefte

Uitzondering op hoofdregels

Woorden die eindigen op: a, i, o, y krijgen +S, ongeacht het geslacht dat ze hebben.  NOOIT een 'S   !!!

das Taxi - die Taxis

das Handy - die Handys 

die Oma - die Omas

Stappenplan: meervoud vormen

Stap 1: Welk geslacht (der/die/das) heeft het zelfstandig nw?

 

Stap 2: Welke regel pas ik toe?

Stap 3: is het misschien een uitzondering?

HUISWERK nakijken

1. Maak in je boek van Kapitel 3,

    E ,Grammatik, Aufg. 18, 19, 20, 21, 22

2. Maak online van Kapitel 3,

    H, Lesen, Aufg. 43 + 44

3. Leer via slim stampen de woordjes NL-Du en de           grammatica A

Aufgabe 18

Aufgabe 19

Aufgabe 20

Aufgabe 21

1 Der Junge hört Musik.

2 Das Mädchen zeichnet ein Herz.

3 Das Heft liegt auf dem Tisch.

4 Die Mappe liegt auch auf dem Tisch.

5 Das Buch liegt auf dem Boden.

6 Der Lehrer sagt: Die Prüfung ist morgen!

Aufgabe 22

Aufgabe 43

Aufgabe 44

1 begint

2 later

3 nu

An die Arbeit 

1. Maak in je boek van Kapitel 3, 

    E ,Grammatik, Aufg. 23, 24, 26

2. Ben je klaar? Leer dan online via slim stampen de grammatica van Kapitel 3

      

An die Arbeit 

1. Maak online van Kapitel 3,

    F, Sprechen, Aufg. 27, 34 

2. Maak samen met je buur Aufgabe 29, 31, 36a in je schrift

3. Maak in je boek van Kapitel 3,  E ,Grammatik, Aufg. 23, 24, 26 

4. Leer via Studygo de woorden / grammatica van Kapitel 3

      

Hausaufgaben

1. Maak online van Kapitel 3,

    F, Sprechen, Aufg. 27, 34

2. Maak samen met je buur Aufgabe 29, 31, 36a in je schrift

3. Maak in je boek van Kapitel 3, E ,Grammatik, Aufg. 23, 24, 26

Vlog : "Wer bin ich"?

Kijk nu terug naar de lesdoelen:

1. Je weet hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden kunt vormen.

2. Je kunt in korte zinnen iets over je school en lesrooster vertellen