V4 Grieks, bespreking fabel VIII: Leeuw (oud geworden) en vos
De dieren die hier centraal staan, zijn de leeuw en de vos. Welke eigenschappen worden hun toegedicht?
1 / 10
Onderdelen in deze les
De dieren die hier centraal staan, zijn de leeuw en de vos. Welke eigenschappen worden hun toegedicht?
Slide 1 - Open vraag
Welke tekstelement uit regel 2 geeft weer om welke reden de leeuw geen voedsel meer kan vinden?
Slide 2 - Open vraag
In regel 2 in 3 is er sprake van een tegenstelling. Citeer de Griekse tekstelementen die met elkaar contrasteren?
Slide 3 - Open vraag
r. 3 τουτο . Citeer het Griekse tekstelement waar τουτο naar verwijst.
Slide 4 - Open vraag
Welk Griekse woord uit regel 4-5 geeft weer dat er sprake is van een list?
Slide 5 - Open vraag
r 10 ἐφη Wie is het onderwerp
A
de leeuw
B
de vos
C
een willekeurige voorbijganger
Slide 6 - Quizvraag
r.9 του εἰποντος. Naar wie of wat verwijst του?
A
de leeuw
B
de vos
C
een ander dier dat voorbij komt
D
de grot
Slide 7 - Quizvraag
r 11 ἰχνη welke naamval en getal is ἰχνη?
A
nom meervoud
B
nom enkelvoud
C
acc. meervoud
D
dativus enkelvoud
Slide 8 - Quizvraag
r. 13 προορωμενοι . Welk voeg woord is hier het mooiste om te gebruiken?
A
terwijl
B
omdat
C
toen
D
hoewel
Slide 9 - Quizvraag
Is het moraal van toepassing op de leeuw of op de vos. Motiveer je antwoord
