Formatieve toets Nederlandse Opstand/80-jarige oorlog
Welke zin is onjuist? Karel V en Filips II wilden:
A
de macht van de regering in Brussel vergroten.
B
van de Nederlanden een koninkrijk maken.
C
het protestantisme met strenge straffen uitroeien.
D
dat iedereen in de Nederlanden katholiek bleef.
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Welke zin is onjuist? Karel V en Filips II wilden:
A
de macht van de regering in Brussel vergroten.
B
van de Nederlanden een koninkrijk maken.
C
het protestantisme met strenge straffen uitroeien.
D
dat iedereen in de Nederlanden katholiek bleef.
Slide 1 - Quizvraag
Nederland bestond uit verschillende..........
A
Provincies
B
Staten
C
Landen
D
Gewesten
Slide 2 - Quizvraag
Op welke manier wilde Filips de Goede het particularisme tegengaan?
A
Door mensen te doden die niet naar hem luisterden
B
Door stadshouders in te stellen
C
Door mensen geld te geven
D
Door zijn vijanden te beschermen
Slide 3 - Quizvraag
Vergroten van grondgebied
Wel
Niet
Erfenissen
Huwelijkspolitiek
Hertogen vermoorden
Veroveringen
Verdragen maken
Samenwerken
Slide 4 - Sleepvraag
Centralisatie
Particularisme
Een centraal bestuur
Bestuur bij gewesten zelf
Filips de Goede
Eigen wetten en regels in gewest
Staten-Generaal
Eigen munten
Slide 5 - Sleepvraag
In welk rijk was keizer Karel V niet de baas?
timer
0:20
A
Rusland
B
Duitsland
C
De Nederlanden
D
Spanje
Slide 6 - Quizvraag
Waarom waren de Nederlanden moeilijk te besturen voor Karel V?
Slide 7 - Open vraag
Waar adviseert de Geheime Raad in de tijd van Karel V over?
A
Binnenlandse wetgeving
B
Buitenlandse zaken
C
opvolging van Karel V
D
Financiële zaken
Slide 8 - Quizvraag
Waar adviseert de Raad van State in de tijd van Karel V over?
A
Binnenlandse wetgeving
B
Buitenlandse zaken
C
opvolging van Karel V
D
Financiële zaken
Slide 9 - Quizvraag
Waar adviseert de financiële raad in de tijd van Karel V over?
A
Binnenlandse wetgeving
B
Buitenlandse zaken
C
opvolging van Karel V
D
Financiële zaken
Slide 10 - Quizvraag
Hoe worden de Nederlandse gewesten vanaf 1482 genoemd?
A
Franstalige Nederlanden
B
Habsburgse Nederlanden
C
Bourgondische Nederlanden
D
Spaanse Nederlanden
Slide 11 - Quizvraag
Hoe worden de bijeenkomsten van protestanten in de open lucht genoemd?
A
Beeldenstorm
B
Hagepreken
C
Een mis
D
Opstand
Slide 12 - Quizvraag
Wat gebeurde er tijdens de Beeldenstorm in 1566? In katholieke kerken werden beelden vernield door:
A
calvinisten en rijke burgers.
B
calvinisten en arme arbeiders.
C
arme arbeiders en edelen.
D
arme arbeiders en rijke burgers
Slide 13 - Quizvraag
Wat was het gevolg van de Beeldenstorm?
A
Filips II stuurde de hertog van Alva met een leger.
B
Willem van Oranje deed een inval in de Nederlanden.
C
De Watergeuzen veroverden Den Briel.
D
Holland en Zeeland stonden godsdienstvrijheid toe.
Slide 14 - Quizvraag
Welk antwoord geeft een oorzakelijk verband aan met de Beeldenstorm?
A
Alva en zijn opdracht tegenover ketters
B
Margaretha van Parma en haar maatregelen tegen de Beeldenstorm?
C
De terugkomst van calvinisten door de versoepelde maatregelen
D
Katholieke kerken die door de hagenpreken protestants worden
Slide 15 - Quizvraag
De Beeldenstorm was in?
A
1566
B
1568
C
1572
D
1576
Slide 16 - Quizvraag
De eerste actie in de Opstand was:
A
De Verovering van Den
Briel
B
De inval van Willem van Oranje in Nederland
C
Het beleg van Leiden
D
De slag bij Nieuwpoort
Slide 17 - Quizvraag
Wat hield de Unie van Utrecht in?
A
Een aantal Zuidelijke gewesten sloten zich aaneen en erkenden Parma als landvoogd.
B
Noordelijke gewesten besloten de katholieke godsdienst te verbieden.
C
Enkele Noordelijke gewesten en enkele zuidelijke steden sloten zich aaneen.
D
Zuidelijke gewesten besloten alleen het katholicisme toe te staan.
Slide 18 - Quizvraag
Welke mening wordt in deze eerste zin van de tekst onder woorden gebracht?
‘Iedereen weet dat een Prins van een land door God is aangesteld als hoofd over zijn onderdanen,’ luidde de eerste zin van de Acte van Verlatinghe, ‘om te beschermen tegen al het ongeluk, overlast en geweld zoals een herder zijn schapen beschermt.’
A
Filips de Tweede zou de Nederlanden moeten beschermen
B
Willem van Oranje zou de Nederlanden moeten beschermen
C
Alva zou de Nederlanden moeten beschermen
D
De hertog van Parma zou de Nederlanden moeten beschermen
Slide 19 - Quizvraag
Wat werd onder andere bepaald bij de Vrede van Munster?
A
De Republiek kreeg het gehele gewest Vlaanderen erbij.
B
De Republiek zou geen pogingen doen om de zuidelijke gewesten alsnog te veroveren.
C
De zuidelijke gewesten en de Republiek zouden ieder slechts één godsdienst toestaan.
D
Er mochten geen beeldenstormen en ketterverbrandingen meer plaats vinden.
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een gevolg op lange termijn van de Tachtigjarige Oorlog?
A
Nederland wordt calvinistisch, want iedereen is calvinist?
B
In Nederland zijn de gewesten zelfstandig, want dat zijn ze nog?
C
De Schelde blijft dicht, want de handel gaat nog steeds naar Amsterdam?
D
Nederland wordt een zelfstandige staat met een eigen bestuur?
Slide 21 - Quizvraag
➤Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen
Slide 22 - Sleepvraag
Wie wordt in het Plakkaat van Verlatinghe vervallen verklaard van de heerschappij over de Nederlanden?
A
Karel V
B
Hendrik IV
C
Filips II
D
Willem van Oranje
Slide 23 - Quizvraag
Lees de zes zinnen (A-E). Noteer de letters A-E in de juiste tijdsvolgorde.
A
C-B-A-D-E.
B
C-D-A-B-E.
C
E-D-A-B-A.
D
C-D-B-A-E.
Slide 24 - Quizvraag
Wie zou deze uitspraak kunnen hebben gedaan?
A
Luther.
B
De Paus.
C
Een protestant.
D
Willem van Oranje.
Slide 25 - Quizvraag
Dit is een .....
A
Protestantse kerk.
B
Katholieke kerk.
Slide 26 - Quizvraag
Noem de directe aanleiding voor de Nederlandse Opstand?
Slide 27 - Open vraag
Leg uit waarom de inname van Den Briel op 1 april 1572 een belangrijk keerpunt was in de 80-jarige oorlog!
Slide 28 - Open vraag
hoe heette het leger waar prins Maurits de leiding over had?
A
een huurleger
B
het Staatse leger
Slide 29 - Quizvraag
Wie werd in 1619 vermoord?
A
Prins Maurits
B
Johan de Wit
C
Johan van Oldenbarneveld
D
Willem van Oranje
Slide 30 - Quizvraag
Waarom was Prins Maurits zo'n goede legerleider?
A
Door hervormingen van het leger
B
Door goede tactiek
C
Doordat de spanjaarden meerdere oorlogen moesten voeren
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 31 - Quizvraag
Waarom konden Maurits en Johan van Oldenbarneveld niet goed samenwerken
Slide 32 - Open vraag
Waarom wilde Maurits geen bestand en van Oldenbarneveld wel?