Basisstof 3: Beenverbinding

Beenverbindingen
Beenverbindingen basisstof 3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Beenverbindingen
Beenverbindingen basisstof 3

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik 
  • Lesdoelen 
  • uitleg
  • Bottenbingo
  • Naadverbindingen knutselopdracht voorbereiding

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Lesdoelen!



  • Je kunt de beenverbindingen beschrijven. 
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven. 
  •  Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Beenverbindingen
Er zijn vier soorten beenverbindingen:
  1. vergroeid
  2. naadverbinding
  3. kraakbeenverbinding
  4. verbinding door gewrichten

Slide 5 - Tekstslide

Vergroeid
Als beenderen met elkaar vergroeid zijn is er geen beweging
tussen deze botten meer mogelijk. Ze vormen dan één geheel.
Onderaan de rug, aan het uiteinde van de wervelkolom, zit het
heiligbeen. Het heiligbeen bestaat uit vergroeide botten.

Slide 6 - Tekstslide

Naadverbinding
De schedelbeenderen zijn met een naadverbinding met elkaar
verbonden. Bij de geboorte tot ongeveer het tweede levensjaar
zijn de schedelbeenderen alleen met een fontanel met elkaar
verbonden. Als een kind motorisch in staat is om te springen zijn
de schedelbeenderen vergroeid. Een vergroeide schedel biedt
meer bescherming aan de hersenen bij vallen en stoten.
Een naadverbinding is stevig.

Slide 7 - Tekstslide

Beenverbinding door vergroeiing
Beenverbinding door een naad

Slide 8 - Tekstslide

Kraakbeenverbinding
Tussen de wervels zitten kraakbeenschijven.
Hierdoor is de rug geen starre pijp, maar kan hij soepel bewegen.
Ook tussen het borstbeen en de ribben zit een
kraakbeenverbinding.
Beenderen die met een kraakbeenverbinding met elkaar
verbonden zijn kunnen een klein beetje ten opzichte van elkaar
bewegen.

Slide 9 - Tekstslide

Verbinding door gewrichten
De botverbindingen die bewegingen mogelijk maken, zijn
verbindingen met gewrichten. 

3 typen:
1) kogel-, 2) rol- en 3) scharniergewrichten

Slide 10 - Tekstslide

  • Gewrichtskogel --> uiteinde van één bot. 
  • Gewrichtskogel --> het uiteinde van het andere bot. Deze is hol.
Opbouw gewrichten

Slide 11 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: zorgt voor soepel gewricht, afgegeven door kapselbanden

Kraakbeenlaagje: beschermt botten tegen slijtage

Slide 12 - Tekstslide

Gewrichtskapsel
  • Een stevig vlies
  • Maakt gewichtssmeer
  • Kapselbanden of gewrichtsbanden = extra stevigheid 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de functie van gewrichtbanden?
A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht

Slide 14 - Quizvraag


 In de afbeelding is een gewricht getekend.
Welk gewricht?

A
Een heupgewricht.
B
Een kniegewricht.
C
Een schoudergewricht.
D
Een enkelgewricht.

Slide 15 - Quizvraag

Fontanellen
Bij de geboorte zitten de botten in de schedel alleen met zacht bindweefsel aan elkaar vast.
De ruimte tussen de botten noemen we fontanellen

Slide 16 - Tekstslide

Beenverbinding door vergroeiing
Beenverbinding door een naad
Beenverbinding door kraakbeen
Beenverbinding door gewrichten

Slide 17 - Tekstslide

Kogelgewrichten en scharnier gewrichten






In je: heup en schouder.                                                In je: knie, elleboog, vingers. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is geen beenverbinding?
A
naad
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
bindweefsel

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor beenverbinding is de knie?
A
Kraakbeenverbinding
B
Vergroeid
C
Gewricht
D
Naden (naadverbinding)

Slide 20 - Quizvraag

in de afbeelding zijn enkele beenverbindingen getekend.

bij welk van deze beenverbindingen is de meeste beweging mogelijk?
A
bij nummer 1
B
bij nummer 2
C
bij nummer 3

Slide 21 - Quizvraag

Ik heb de uitleg begrepen
0100

Slide 22 - Poll

Aan de slag!
maken: Basisstof 3

Slide 23 - Tekstslide