Het maken van Cakebeslag in de banketbakkerij

Taak 2:
Beslagen maken en bewerken
Boek 16 Beslagen en gebak
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taak 2:
Beslagen maken en bewerken
Boek 16 Beslagen en gebak

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
In deze taak leer je:
- Hoe je producten van beslag maakt
- Hoe je producten van kookdeeg maakt
- Recepten omrekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het maken van cakebeslag in de banketbakkerij?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Cakebeslag?
Cakebeslag is een veel gemaakt beslag in de banketbakkerij. 

Het recept van cake is standaard:
1 deel eieren, 1 deel bloem, 1 deel suiker, 1 deel vetstof.

Twee methodes van verwerken: 
warme methode en koude methode.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is conditioneren?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Warm of koud methode
Kapsels zijn de basis voor taarten en gebak. 

Net als bij cakebeslag kun je kapselbeslag op twee manieren maken:
- Warme methode
- Koude methode

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warm kapselbeslag methode

Geen garnituur

Voorbeelden van warm kapselbeslag zijn eierkoekenbeslag, cacaobeslag en zacht wenerbeslag.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koud kapselbeslag methode
In een warm beslag kunnen geen garnituren worden verwerkt, omdat deze naar de bodem zullen zakken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en Oefeningen
Stel vragen aan de studenten over de lesstof en geef een oefening om het begrip van cakebeslag te testen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Samenvatting van de belangrijkste punten van de les en geef de studenten de mogelijkheid om vragen te stellen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.