Relative clauses Y3

Welcome H3
Please grab your book and check where you left off.

15 minutes of silent reading
timer
1:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome H3
Please grab your book and check where you left off.

15 minutes of silent reading
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's planning
To do: 
Relative clauses/ Relative pronouns/ Relative adverbs
Goals: 
* You know what relative pronouns are
* You know how to use them
* You know when to (not) use a comma

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relative clauses?
*To give extra information WITHOUT starting a new sentence, using relative pronouns 
*Relative pronouns give us information about a person or thing that is mentioned before

The woman who lives next door works at the bank
The part of the city where loads of businesses have their  office

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'relative pronouns' zijn er?
* Who (die) - gebruikt bij mensen
That man, who has very nice hair, stole my dog!

* Which  (dat)- gebruikt bij dieren en dingen
Do you see the sheep which has black wool?

* that (die/dat) - mensen, dieren, dingen
I don't like the man that stole my dog.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

* which (wat) - om te verwijzen naar een hele zin
He can't read, which surprised me.

* Whose (van wie)- om bezit aan te geven
That is the girl whose dog I've stolen.

* whom (wie/die)-  voor mensen
To whom did you give my dog?


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relative adverbs
* when - als vervanging van 'in' / 'on which' - tijd
the day when we met him
* where - als vervanging van 'in' / 'on which' - plaats
The place where we met him
* why - als vervanging van 'for which' - rede
The reason why we met him.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel of niet weglaten?
*Je mag relative pronouns nooit weglaten wanneer er een werkwoord achter staat.
               I told you about the woman who lives next door.
              The apple which is lying on the table is not very pleasant.
*Je mag relative pronouns wel weglaten wanneer er geen werkwoord achter staat
              The apple (which) George lay on the table is very nice.
              The car (which) the bankrobbers escaped in was green.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma of geen komma?
Defining relative clauses geven gedetailleerde informatie. We hebben deze informatie nodig om te begrijpen over wie het gaat. Je gebruikt hierbij nooit een komma.
We gebruiken vaak relative pronouns om de defining relative clauses te introduceren
They’re the people who want to buy our house.
Here are some cells which have been affected.
They should give the money to somebody who they think needs the treatment most.

Slide 8 - Tekstslide

Do you know the girl who is talking to Tom: 5 meisjes maar slechts 1 praat met Tom

Do you know the girl, who is talking to Tom: slechts 1 meisje
Komma of geen komma?
non-defining relative clauses geven extra informatie over de persoon/ding in kwestie. Maar we hebben het niet nodig om de te begrijpen naar wie we refereren. Je gebruikt hierbij altijd een komma. Je mag hier het woord that niet gebruiken.

Clare, who I work with, is doing the London marathon this year.
Alice, who has worked in Brussels and London ever since leaving Edinburgh, will be starting a teaching course in the autumn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Exercise
Complete the sentence with the correct relative pronoun or adverb.
Don't use that
Type only the missing word

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

That is the man .....
helped me when I fell down in the street.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is that your car? No, mine is the one .....
is parked just opposite the bank.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

That is the woman ....
complained about the room service.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the park .....
we first met. Do you remember?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

So, James is the man ....
son came on the school trip with us? I didn't know.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

If you have any question, ask the girl ....
is standing at the desk. She'll help you

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

They had to put away the dog ....
bit the boy. It was too dangerous.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm looking for a person ....
surname begins with a "k".

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you still go to that pub ....
we used to go to as students?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The heating is not working. Do you know anyone .... can fix it?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Practice!
Oefen het gebruik van relative pronouns, adverbs en clauses op de volgende websites.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Homework
UNIT 1
sb ex 1,2
wb ex 1,2

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies