20231106 Mask BASHAVO en BASVWO Thema's voorbereiding op de toets

BASHAVO en VWO
Maatschappijleer
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & - kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASHAVO en VWO
Maatschappijleer
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & - kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 1 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

Maatschappijleer
havo
vwo

Slide 3 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 4 - Tekstslide

Wie, wat en hoe?
Wat: toets (60 punten)

Meer informatie: havo en vwo: rechtspraak: 10 open vragen en 6 bronnenvragen.

Wanneer: Donderdag 16 november
Hoe laat: 09.00 uur - 10.30 uur
Waar: K 309-311

Wie: vmbo, havo en vwo (21 studenten)

Slide 5 - Tekstslide

3 fictieve toetsvragen:

Slide 6 - Tekstslide

havo: 1. Mogelijke vraag:
(rechtstaat)
Nederland kent drie hoofdstraffen. Één daarvan is de vrijheidsstraf. In Nederland gold lange tijd de levenslange gevangenisstraf voor de zwaarste misdrijven. Na een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens werd de voorwaarden van deze straf aangepast, waardoor levenslang gestraften na 25 jaar een verzoek voor vrijlating kunnen doen.

a. Geef een argument vóór en een argument tegen deze beslissing. Gebruik daarbij de verschillende doelen van straf. 

b. Noem de twee andere soorten hoofdstraffen. 

Slide 7 - Tekstslide

havo: 1. Antwoorden:
(rechtstaat)

a. Een onderbouwd argument voor en tegen, met gebruik van minimaal één strafdoel (b.v. afschrikking).

b. Taakstraf, geldboete.

Slide 8 - Tekstslide

vwo: 1. Mogelijke vraag:
(rechtstaat)
Twee derde van alle rechtszaken gaat over privaatrecht of burgerlijk recht.

a. Hoe heten de partijen die betrokken zijn bij een burgerlijke rechtszaak? 

b. Waarom spreken we bij strafrecht van een verticale verhouding tussen de partijen en bij burgerlijk recht van een horizontale verhouding? 

Slide 9 - Tekstslide

vwo: 1. Antwoorden:
(rechtstaat)
a. Eiser en de gedaagde.

b. Bij het strafrecht gaat het om de verhouding tussen burgers en overheid. Het initiatief ligt bij de overheid als openbare aanklager; bij burgerlijk recht gaat het om de verhouding tussen burgers onderling. Burgers zelf beginnen de rechtszaak.

Slide 10 - Tekstslide

havo: 2. Mogelijke vraag:
(rechtstaat)
Het Nederlands recht bestaat uit het publiekrecht en het privaatrecht
(ook wel privaat of civiel recht).

a. Wat is het verschil tussen het publiekrecht en het privaatrecht? 

b. Geef van ieder een voorbeeld van een rechtszaak (en benoem de partijen in een rechtszaak). 

Slide 11 - Tekstslide

havo: 2. Antwoorden:
(rechtstaat)

a. Het publiekrecht regelt de inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en overheid; het privaatrecht regelt de betrekkingen tussen burgers onderling.

b. Publiekrecht: b.v. het belastingrecht, het privaatrecht, b.v. echtscheiding.

Slide 12 - Tekstslide

vwo: 2. Mogelijke vraag:
(rechtstaat)
Je kunt de strafuitsluitingsgronden onderverdelen in rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.

a. Wat is het belangrijkste verschil tussen rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden? 

b. Noem een voorbeeld van rechtvaardigingsgronden en een voorbeeld van schulduitsluitingsgronden. 

Slide 13 - Tekstslide

vwo: 2. Antwoorden:
(rechtstaat)
a. Bij rechtvaardigingsgronden is het gepleegde feit, in het licht van bijzondere omstandigheden, niet meer strafbaar; bij schulduitsluitingsgronden is het feit wel strafbaar,
maar heeft de dader geen schuld.

b. Rechtvaardigingsgronden: noodweer, overmacht-noodtoestand, ambtelijk bevel. Schulduitsluitingsgronden: psychische overmacht, noodweerexces, ontoerekeningsvatbaarheid, afwezigheid van schuld.

Slide 14 - Tekstslide

havo: 3. Mogelijke vraag:
(rechtstaat)

Net als veel andere landen heeft Nederland een grondwet.

a. Welke twee soorten grondrechten staan er in onze grondwet? 

b. Leg uit wat de grondwet en de rechtsstaat met elkaar te maken hebben.

Slide 15 - Tekstslide

havo: 3. Antwoorden:
(rechtstaat)

a. Klassieke en sociale grondrechten.

b. De grondwet is de basisvoorwaarde van de rechtsstaat. Elke wet is terug te vertalen naar de grondwet. De grondwet is de basis van de rechtstaat. 

Slide 16 - Tekstslide

vwo: 3. Mogelijke vraag:
(rechtstaat)

Onze grondwet kent klassieke- en sociale grondrechten.

a. Noem een overeenkomst tussen klassieke- en sociale grondrechten. 

b. Noem een verschil tussen klassieke- en sociale grondrechten. Betrek in je antwoord de rol van de regering. 

Slide 17 - Tekstslide

vwo: 3. Antwoorden:
(rechtstaat)

a. Beide geven de fundamentele rechten van burgers weer.

b. Bij de klassieke grondrechten stelt de overheid zich passief op, de burger kan naar de rechter stappen als hij vindt dat een van zijn grondrechten geschonden is; bij de sociale grondrechten moet de overheid actie optreden, en kan de burger niet naar de rechter stappen.

Slide 18 - Tekstslide

Planning havo

Wat is maatschappijleer?

14-09: 1.1: Wat is maatschappijleer?
14-09: 1.2: De maatschappij onderzoeken
21-09: 1.3: Media en nepnieuws
21-09: Themales: Kunstmatige intelligentie: kans of risico
28-09: 2.1 Wat is een rechtsstaat?
2.2 Voorwaarden voor een rechtsstaat
05-10: 2.3 Criminaliteit en opsporing
12-10: 2.4 Rechtspraak en straffen








19-10: 2.5 Conflicten oplossen
02-11: 2.6 Blik over de grens
2.7 Uitdagingen voor de rechtsstaat
09-11: Opdracht en afronden 




13-11 t/m 17-11: Toetsweek 1

Slide 19 - Tekstslide