Maatwerk tweede klas

Maatwerkles Nederlands, les 3
Wat ga je doen?

Keuze:
- Ik ga zelfstandig aan de slag met het maken van de Extra spelling aan
  het einde aan ieder hfdst (les 3 = hfdst 3).
- Ik doe mee met de quiz.
- Ik ontvang graag uitleg.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Maatwerkles Nederlands, les 3
Wat ga je doen?

Keuze:
- Ik ga zelfstandig aan de slag met het maken van de Extra spelling aan
  het einde aan ieder hfdst (les 3 = hfdst 3).
- Ik doe mee met de quiz.
- Ik ontvang graag uitleg.

Slide 1 - Tekstslide

Woensdag af + nagekeken!
Wat ga je doen?
A
Zelfst. a/d slag
B
Quiz
C
Uitleg

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist? pv - tt
Jij (douchen) en (verkleden) je toch ook thuis?
A
douchet, verkleedt
B
douchd, verkleed
C
doucht, verkleed
D
doucht, verkleedt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist? pv - tt
Van boksen (worden) je sterk.
A
word
B
wordt
C
wort
D
werd

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist? pv - tt
Wat (gebeuren) er in de pauze van het RTL Nieuws?
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist? pv - vt
De storm (verwoesten) ons tuinhuisje.
A
verwoeste
B
verwoestte
C
verwoesde
D
verwoesdde

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist? pv - vt
Intussen (boksen) we nog steeds niet en (verwateren) onze interesse.
A
boksde, verwaterde
B
bokste, verwaterden
C
boksten, verwaterde
D
boksten, verwaterden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist? pv - vt
Alle atleten die hij (kennen), (ontmoeten) hun grenzen.
A
kende, ontmoetten
B
kende, ontmoette
C
kende, ontmoeten
D
kende, ontmoete

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
Dat is nu eenmaal (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
De smeuïge details werden (herhalen).
A
herhaalt
B
herhaald

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
Toen keek ze (vragen) en zei ze: 'Is dat het antwoord?'
A
vragend
B
vragent

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg theorie

Slide 12 - Tekstslide

Woensdag af + nagekeken!