ENG5 - U2 - Basic Animal Vocab

ENG5 - U2 - Basic Animal Vocab
Give the correct word in English.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsSecundair onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

ENG5 - U2 - Basic Animal Vocab
Give the correct word in English.

Slide 1 - Tekstslide

Translate into English:
de hond uitlaten en paardrijden

Slide 2 - Open vraag

Translate:
De hagedis ligt onder de omheining.

Slide 3 - Open vraag

Translate into English:
Dit inheemse zoogdier heeft een ruim leefgebied.

Slide 4 - Open vraag

'Dromedaris' is translated as 'camel'.
A
True.
B
False.
C
Maybe.
D
Only on Wednesdays.

Slide 5 - Quizvraag

Translate:
pinguin, roofdier, buidel, cavia en neushoorn

Slide 6 - Open vraag

'Een diersoort' is translated as
A
an animal sort
B
an animal kind
C
a specie
D
a species

Slide 7 - Quizvraag

Translate 'een bedreigde diersoort'.

Slide 8 - Open vraag

'De staart van de gier' is in English:
A
the tale of the cub
B
the tail of the giraffe
C
the tail of the vulture
D
the tale of the eagle

Slide 9 - Quizvraag

Translate:
Een struisvogel overwintert niet.

Slide 10 - Open vraag

Translate: dieren in het wild &
een prooi najagen

Slide 11 - Open vraag

Jef!

Slide 12 - Tekstslide