Thema oudere: het hart

Het hart en bloedvatenstelsel
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DIZOSecundair onderwijs

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het hart en bloedvatenstelsel

Slide 1 - Tekstslide

1. Inleiding 

Slide 2 - Tekstslide

Verschillende soorten wegen

Slide 3 - Tekstslide

Kijk nu eens zelf naar je pols/hand, welke soort aders kan je daar zien? En welke kleur heeft deze?
A
Haarvaten, rood
B
Aders, blauw
C
Slagader, blauw
D
Slagader, rood

Slide 4 - Quizvraag

Wat zou de link kunnen zijn tussen deze foto's van verschillende wegen het het bloedvatenstelsel

Slide 5 - Open vraag

Het netwerk aan bloedvaten in ons lichaam

Slide 6 - Tekstslide

Aan welke kleur herken je een slagader in het filmpje?
A
Blauw
B
Paars
C
Groen
D
Rood

Slide 8 - Quizvraag

Waarom zijn de wanden van slagaders zo dik? Waarom is dat nodig?

Slide 9 - Open vraag

Waarom hebben we kleppen in onze aders?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

3. Bouw van het hart
https://schooltv.nl/video-item/het-hart-je-hart-is-zo-groot-als-een-vuist



Let goed op want na de video zal je de delen van het hart moeten kunnen aanduiden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Kenmerken van het hart
  • Holle spier
  • Zo groot als een vuist
  • +/- 300 gram
  • Ligt links

Slide 21 - Tekstslide

5. De grote en kleine bloedsomloop

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

6. Samenstelling van het bloed

Slide 24 - Tekstslide

Samenstelling van het bloed
https://schooltv.nl/video/samenstelling-van-het-bloed-waaruit-is-bloed-samengesteld/ 

Slide 25 - Tekstslide

Samenstelling van het bloed
  • Plasma = gele waterachtige stof --> bestaat uit voedingstoffen en afvalstoffen

  • Bloedcellen
- RBC = rode bloedcellen
- WBC = witte bloedcellen
- BP = bloedplaatjes


Slide 26 - Tekstslide

  • Teken het hart.
  • In hoeveel delen kan je het hart indelen?
  • Plaats een X in de ruimtes waar bloed het hart binnenkomt
  • Plaats een 0 in de ruimtes waar bloed het hart verlaat.
  • Kleur de kant waar zuurstofrijk bloed zich bevindt rood
  • Kleur de kant waar zuurstofarm bloed zich bevind blauw

Slide 27 - Tekstslide

Langs welke weg(en) passeert het bloed door het hart?

Slide 28 - Open vraag

Zet onderstaande onderdelen van het hart in de juiste volgorde
(volgens de wijzers van de klok)
linkerkamer, linkerboezem, rechterkamer, rechterboezem

Slide 29 - Open vraag

Wat gebeurt er in de longen met het zuurstofarme bloed?
A
Het bloed geeft koolstofdioxide af en neemt zuurstofgas op
B
In de longen passeert het bloed maar er gebeurt verder niks.
C
Het bloed geeft zuurstofgas af en neemt koolstofdioxide op.
D
Het gaat via dezelfde weg terug naar het hart.

Slide 30 - Quizvraag

Is het bloed dat de longen binnenkomt zuurstofarm of zuurstofrijk?

Slide 31 - Open vraag

Wat gebeurt er met het bloed in de organen?
A
Organen hebben geen bloed nodig
B
De organen gebruiken voedingstoffen en zuurstofgas uit het bloed en geven afvalstoffen af aan het bloed.
C
De organen gebruiken de afvalstoffen uit het bloed en geven voedingstoffen en zuurstofgas af aan het bloed.
D
Het bloed stapelt zich op in de organen. Eens deze helemaal gevuld zijn stroomt het bloed terug.

Slide 32 - Quizvraag

welke soorten bloedvaten zijn er in het lichaam?

Slide 33 - Open vraag

Welke stelling is niet juist?
A
Slagaders vervoeren zuurstofrijk bloed vanuit het hart naar andere delen van het lichaam.
B
Halsslagaders vervoeren zuurstofarm bloed vanuit het hart naar de andere delen van het lichaam.
C
De aorta is de belangrijkste slagader
D
De longslagader is de enige slagader die geen zuurstofrijk bloed bevat

Slide 34 - Quizvraag

Waarom is de wand van slagaders zo stevig?
A
De slagaders staan voortdurend onder een hoge druk doordat het hart er bloed door pompt.
B
Omdat het bloed anders niet ver genoeg in het lichaam vervoerd kan worden.
C
Naarmate je ouder wordt, kan je deze wand verstevigen door middel van krachttraining.
D
Deze is helemaal niet zo stevig

Slide 35 - Quizvraag

Waarom is de wand van de haarvaten zo dun?

Slide 36 - Open vraag

Wat zijn de kleinste vertakkingen van de bloedvaten?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten
D
Alle vertakkingen zijn even groot

Slide 37 - Quizvraag

11

Slide 38 - Video

De bloedsomloop en het hart

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

BS2: Bloedsomloop en het hart

Slide 41 - Tekstslide

De kleine bloedsomloop
- Kleine bloedsomloop 

  • rechterkamer
  • longslagader
  • haarvaten in de longen
  • longader
  • linker boezem

zuurstofarm   zuurstofrijk

Slide 42 - Tekstslide

De grote bloedsomloop
- grote bloedsomloop 

  • linkerkamer
  • aorta
  • haarvaten in de organen
  • holle ader
  • rechterboezem

zuurstofarm   zuurstofrijk

Slide 43 - Tekstslide

Hoort nummer 1 bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 44 - Quizvraag

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 45 - Quizvraag

Gaan er bloedvaten van de kleine bloedsomloop door het middenrif heen?
A
Ja
B
Nee

Slide 46 - Quizvraag

Tot welke bloedsomloop hoort de onderste holle ader?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 47 - Quizvraag

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 48 - Quizvraag

Grote bloedsomloop: Vul de onderdelen van de grote bloedsomloop in de juiste volgorde. 

Zuurstofrijk en zuurstofarm maar 1x gebruiken in het 1e bloedvat waarvoor dit geldt.
Start met de ruimte van waaruit het bloed uit 
het hart stroomt.
1
2
3
4
5
6
7
linkerboezem 

lichaamshaarvaten in organen 

aders 

linkerkamer 

aorta 

rechterboezem 

rechterkamer 

zuurstofrijk 

zuurstofarm 

holle ader 

slagaders 

Slide 49 - Sleepvraag

Kleine bloedsomloop: Vul de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde.

Start met de ruimte van waaruit het bloed naar uit het hart stroomt.
Zuurstofrijk en 
zuurstofarm maar 1 keer
gebruiken in het 
1e bloedvat waarvoor 
dit geldt.
1
2
3
4
5
linkerboezem 

longhaarvaten 

longslagader 

linkerkamer 

longader 

rechterboezem 

rechterkamer 

zuurstofrijk 

zuurstofarm 

Slide 50 - Sleepvraag