17.2 Soorten

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk het plaatje hiernaast. Welk dier zal het snelst warmte verliezen? Leg uit.

Slide 2 - Open vraag

Vorm functie denken.
Herhaling.





Geef antwoord op de volgende slide (3p)

Slide 3 - Tekstslide

Mensen met coeliakie hebben een groeiachterstand. Leg bovengenoemd symptoom uit op de grond van het microscopisch beeld (zie afbeelding hiernaast) van de darm bij deze patiëntjes (I,3p)

Slide 4 - Open vraag

Doel

Je kunt uitleggen hoe een biologische soort gedefinieerd wordt

Je kunt verwantschap aflezen uit de wetenschappelijke naam van een soort


Slide 5 - Tekstslide

Niveau Individu: Zelfde soort?
Hoe weet je dat (voorkennis)?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de definitie van een soort?
Dieren van dezelfde soort kunnen samen voortplanten en vruchtbare nakomelingen voortbrengen.

Vruchtbare nakomelingen betekent dat die zelf onderling ook weer nakomelingen kunnen krijgen


Slide 7 - Tekstslide

Leeuw + tijger = lijger
Lijger is onvruchtbaar. 
Leeuw en tijger zijn dus 2 verschillende soorten

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk het plaatje. Leg uit of er hier sprake is van één soort of niet

Slide 9 - Open vraag

Linnaeus (1707- 1778)
Heeft zijn leven gewijd aan het systematisch indelen van dieren en planten in "groepen"
= taxonomie

Slide 10 - Tekstslide

Binaire naamgeving
Geslachtsnaam + soortsaanduiding (+ ontdekker)

Madeliefje:
Bellis perennis L.
Carolus Linnaeus

Slide 11 - Tekstslide

Verwantschap
Bij twee gelijke geslachtsnamen zijn twee organismen verwant. De soortsaanduiding zegt daar niets over.

Slide 12 - Tekstslide

Welke twee soorten mezen zijn het meest aan elkaar verwant?
A
staartmees en kuifmees
B
staartmees en koolmees
C
kuifmees en koolmees

Slide 13 - Quizvraag

Verwantschap
Bij verwantschap kan ook gekeken worden naar de bouw van diersoorten

Hierin moet onderscheid gemaakt worden tussen homologe en analoge organen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Analoog of homoloog?
A
Analoog
B
Homoloog

Slide 17 - Quizvraag


A
Homoloog
B
Analoog

Slide 18 - Quizvraag

Doel 
Je kunt op basis van de eilandtheorie voorspellen welke invloed onderlinge afstand en grootte van natuurgebieden voor invloed heeft op het aantal soorten. 




Slide 19 - Tekstslide

Eilandtheorie
Darwin ontdekte dat hoe groter het eiland, hoe meer soorten er voorkwamen. En hoe verder van vaste land, hoe minder soorten.
Effect afstand tot vaste land.
Effect grootte van een eiland 

Slide 20 - Tekstslide

Eilandtheorie
Eilandtheorie voorspelt hoeveel soorten er op een eiland kunnen leven. 

Afhankelijk van:
Immigratie: nieuwe soort vestigt zich
Extinctie: soort sterft uit


VS -->

Slide 21 - Tekstslide

Eilandtheorie
- Groter eiland: meer ruimte en niches 
- Kleiner eiland: meer extinctie

- Dichtbij vaste land: meer immigratie

Welk eiland meeste soorten?
Welk eiland minste?
VS -->

Slide 22 - Tekstslide

Welk eiland heeft de meeste soorten?
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg

Slide 23 - Quizvraag

Op welk eiland wisselen de soorten het snelst? (Is dus de meeste immigratie & extinctie)
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg

Slide 24 - Quizvraag

Eilandtheorie vaker toepasbaar
In de natuur komen vaker 'eilandjes'
voor. 

Hier zien we hetzelfde effect!

Slide 25 - Tekstslide

Op welk waddeneiland vind je de meeste soorten, Texel, Ameland of Terschelling? Verklaar met de eilandtheorie (BINAS 93C)

Slide 26 - Open vraag

Belangrijkste punten eilandtheorie om te onthouden?

Slide 27 - Open vraag

Huiswerk
Vragen 17.2 +
17.5 basiskennis opg. 2

Slide 28 - Tekstslide