Imparfait uitleg en oefeningen

Bron C: L'imparfait
De verleden tijd

Hoe klinkt dat in het Nederlands?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bron C: L'imparfait
De verleden tijd

Hoe klinkt dat in het Nederlands?

Slide 1 - Tekstslide

présent - imparfait
ik heb - ik had
ik ben - ik was
ik ga - ik ging
ik loop - ik liep
ik werk - ik werkte
ik eet - ik at
ik praat - ik praatte

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.

stap 2
Haal -ons van het ww af

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter

Slide 3 - Tekstslide

Uitgangen imparfait
Je parlais
Tu parlais
Il/ elle/ on parlait
Nous parlions
Vous parliez
Ils/ elles parlaient

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.
vb: hij praatte --> praten --> parler --> parlons

stap 2
Haal -ons van het ww af
vb: parlons --> parl

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter
vb: parl --> il parlait

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zeg je: Wij praatten
A
Nous parlons
B
vous parlez
C
nous parlions
D
vous parliez

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal: Zij hadden
A
ils avaient
B
ils avait
C
ils avent
D
ils ont

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal: Zij nam
A
elle prendrait
B
elle prendait
C
elle prenait
D
elle prenaient

Slide 8 - Quizvraag

Uitzonderingen...
être --> uiteraard!

Bij dit ww gebruik je niet de nous-vorm om de imparfit te maken, maar je gebruikt
ét....

En daar plaats je de uitgangen achter. Bijv.
Elle était

Slide 9 - Tekstslide

Vous avez encore des questions?

Slide 10 - Tekstslide