mm1 5.2 Karel de Grote

5.2 Karel de Grote
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

5.2 Karel de Grote

Slide 1 - Tekstslide

1. Karel de Grote woonde in Duitsland.
2. Hij hoorde bij de Franken.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 2 - Quizvraag

1. Karel werd in 900 koning
2. Karel werd ook tot keizer gekroond.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 3 - Quizvraag

Karel de Grote leefde in de tijd van Grieken en Romeinen.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Karel de Grote leefde in de tijd van
A
0 - 500 n. C
B
600 - 700 n.C
C
500 - 600 n. C
D
700 - 800 n.C

Slide 5 - Quizvraag

Karel de Grote gebruikte zijn leger om
A
oorlogen te winnen
B
zijn post rond te brengen
C
bewapende mannen op te tillen
D
om op zijn kinderen te passen

Slide 6 - Quizvraag

Waarom stuurde Karel de Grote (ambtenaren) zendgraven?
A
Om graaf te controleren
B
Om beloning te brengen.
C
Om wetten te maken
D
Om graaf te vervangen

Slide 7 - Quizvraag

Voor zijn ridders was Karel de Grote de leenheer.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Graven en hertogen zijn voor Karel de Grote leenmannen
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Karel de Grote voerde oorlog tegen een aantal volken. Welke hoort er niet bij?
A
Saksen
B
Moren
C
Longobarden
D
Polen

Slide 10 - Quizvraag

1. De burchten waren meestal van hout.
2. Karel de Grote woonde zijn hele leven lang in Aken..
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 11 - Quizvraag

In 700 kroonde paus Karel de Grote tot keizer.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Een leenman splitste vaak zijn land weer in kleinere stukken land in leen aan lagere edelen.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

De leenheer beloofde de leenman met raad en daad bij te staan.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

1. Karel de Grote had 1 vrouw.
2. In 814 stierf Karel de Grote.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 15 - Quizvraag

1.Na 814 vergaten de leenmannen = edelen hun eed van trouw.
2. Leenmannen gingen met elkaar vechten.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 16 - Quizvraag

Waarom bedacht Karel de Grote het leenstelsel?
A
Karel wilde de graven en hertogen land lenen, zodat ze niet in opstand zouden komen tegen hem.
B
Karel kon het rijk niet alleen besturen, want het rijk was veel te groot.
C
Karel kon het rijk niet alleen besturen, want hij had te weinig ervaring
D
De graven en hertogen dwongen Karel land uit te lenen.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe werd Karel de Grote in die tijd ook wel genoemd?
A
Vader van ons ABC
B
Vader des Vaderlands
C
Vader van Europa
D
Vader van de Franken

Slide 18 - Quizvraag

Wie hielpen Karel de Grote bij zijn bestuur?
A
Adel, Geestelijken, Boeren
B
Boeren en Geestelijken
C
Adel en geestelijken
D
Boeren en Burgers

Slide 19 - Quizvraag

Wat kon
Karel de Grote NIET
A
Gelovig zijn en bidden
B
Lezen en schrijven
C
Zwaardvechten en oorlog voeren
D
Zijn land verdelen

Slide 20 - Quizvraag

Hoe bestuurde Karel de Grote zijn gebied?
A
Door vrienden te vragen.
B
Hij deed alles zelf.
C
Met hulp van de paus.
D
Er was geen bestuur, iedereen deed waar hij zin in had.

Slide 21 - Quizvraag