tekstdoel en publiek

Elke tekst heeft een tekstdoel
A
Waar
B
Niet waar
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Elke tekst heeft een tekstdoel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Een schoolboektekst is een activerende tekst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Een leesboek heeft als doel amuseren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Ik ken de vier tekstdoelen
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Informeren
Tekstsoort: informatieve tekst
* Jij komt iets te weten
* Bijv.: schoolboektekst, nieuwsbericht

Slide 5 - Tekstslide

Amuseren
Tekstsoort: amuserende tekst
* Jij vindt het leuk om de tekst te lezen
* Bijv.: leesboeken, moppen

Slide 6 - Tekstslide

Activeren
Tekstsoort: activerende tekst
* Jij moet iets gaan doen
* Bijv.: reclame, affiche

Slide 7 - Tekstslide

Overtuigen
Tekstsoort: teksten met een mening
* Jij moet ergens iets van gaan vinden/denken
* Bijv.: klachtenbrief, filmbespreking

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 9 - Tekstslide

6.2 Publiek & tekstdoel
Publiek: dit zijn de lezers van de tekst. 
Welke soorten publiek kennen we die een tekst lezen?
- heel breed publiek: noem een voorbeeld?
-  kleiner, gespecialiseerd publiek: noem een voorbeeld?
- persoon of een kleine groep personen: noem een voorbeeld?

Tekstdoel - schrijfdoel
Een schrijver schrijft niet zomaar, hij of zij wil een doel bereiken. Er zijn verschillende tekstdoelen:
  • Informatie geven
  • overtuigen
  • overhalen of aansporen
  • mening vertellen
  • amuseren of vermaken

Slide 10 - Tekstslide