H3 I. Grammar

Welcome
Please:
- sit down
- put your bag on the floor
- put away your phone (on silence mode)
- get out your reading book
- start reading
- finished the book? 
timer
10:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome
Please:
- sit down
- put your bag on the floor
- put away your phone (on silence mode)
- get out your reading book
- start reading
- finished the book? 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Today
Lesson goal:
I can use the present perfect in sentences.
Lesson up new grammar
Stepping Stones practise
Oefenprogramma Engels
Read your book/ work on book assignment

Slide 2 - Tekstslide

Which subjuct did
we cover last time?

Slide 3 - Woordweb

verb
noun
adjective
decide
encouragement
solution
intend
embarrassing
excited

Slide 4 - Sleepvraag

Describe what an adjective is? Give an example of an adjective.

Slide 5 - Open vraag

een adjective is...

Slide 6 - Open vraag

Een adjective zegt iets over ...

Slide 7 - Open vraag

Welke tijden ken je?
(ww)

Slide 8 - Woordweb

Hoe heet de voltooide tijd
in het Engels?

Slide 9 - Woordweb

Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd 
Word gebruikt: 
- vertellen dat iets in het verleden is gebeurd en nu nog doorgaat 
- of nu nog belangrijk is

- er is een link tussen  het verleden en het nu

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je de pres. perfect?


have/ has + past participle (volt. dlw.)



Slide 11 - Tekstslide

I .................

You .................

She ............

We ............

You ..............

They ........
TO HAVE
Zet de goede vorm van to have bij het juiste onderwerp
have
has
have
have
have
have

Slide 12 - Sleepvraag

To have = hebben

I
you 
he/she/it 

wij: we
you
they
To have

have
have
has

have
have
have

Slide 13 - Tekstslide

Hoe maak je de pres. perfect?


have/ has + past participle (volt. dlw.)



Slide 14 - Tekstslide

Past participle
Het voltooid deelwoord

2 mogelijkheden:

- regelmatig (regular)
- onregelmatig (irregular)

Slide 15 - Tekstslide

Regular verbs: Particple
ww + (e)d

I have worked
you have worked
he/she/it has worked
we have worked
you have worked
they have worked
Irregular verbs: Participle
eigen vorm (3e rijtje)

I have eaten
you have eaten
he/she/it/ has eaten
we have eaten
you have eaten
they have eaten

Slide 16 - Tekstslide

Signaalwoorden present perfect
TIP! De meest gebruikte signaalwoorden zijn
 for and since

Andere veel voorkomende zijn:
For Yet Never Ever Just Always Since 
(fyne jas)

Slide 17 - Tekstslide

Present perfect:

Hoe maak je de present perfect?
A
hele werkwoord + -ed. (worked)
B
shit rule= hele ww+ -s
C
am/are/is + hele werkwoord + -ing
D
have/has + voltooid deelwoord

Slide 18 - Quizvraag

Present perfect:
Wanneer gebruik je de present perfect?
A
Het is in het verleden gebeurd en heeft een effect op het heden
B
A en C zijn allebei fout
C
Het is in het verleden begonnen en loopt door tot het heden
D
A en C zijn allebei goed

Slide 19 - Quizvraag

have / has + voltooid deelwoord is:
A
Past Simple
B
Present perfect

Slide 20 - Quizvraag

have/has + werkwoord-ed of have/has + 3e rijtje.
Kies de present perfect.
A
worked
B
has worked
C
has been working
D
has have worked

Slide 21 - Quizvraag

create present perfect:
I ....... (work) here since 1987.
A
worked
B
have worked
C
am working
D
has worked

Slide 22 - Quizvraag

present perfect
He ..... (build) his house last year.
A
was building
B
have built
C
has build
D
has built

Slide 23 - Quizvraag

present perfect:
You .... (live) in that house your whole life.
A
has lived
B
are living
C
have lived
D
has been living

Slide 24 - Quizvraag

present perfect:
We .... (buy) a new boat last week.
A
did buy
B
have buyed
C
have been buying
D
have bought

Slide 25 - Quizvraag

Stepping Stones
I. Grammar

Oefenprogramma Engels
lees je boek

Slide 26 - Tekstslide

Hoe maak je
de present perfect?

Slide 27 - Woordweb