,

Les 21 mei 2021

Paragraaf 7.4
hoe komt het Rijk rond
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 7.4
hoe komt het Rijk rond

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • wat is de rijksbegroting
  • wat is de miljoenennota
  • wat is een begrotingstekort of begrotingsoverschot
  • welke belastingen betalen we allemaal aan het Rijk 
  • Wat is het draagkrachtbeginsel en het profijtbeginsel

Slide 2 - Tekstslide

Ieder jaar op                                                          leest de koning de 

                                                         voor. Daarin staan de plannen van de regering voor het komende jaar. 
De verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk staan in de 


In de                                                            staat een toelichting hierop, waarin de regering uitlegt welke keuzes zij gemaakt heeft..

Prinsjesdag
Miljoenennota
Rijksbegroting
Troonrede
Koningsdag

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Juist of onjuist?
De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Rijksbegroting en Miljoenennota

De rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de rijksoverheid in het komende jaar verwacht

 

De miljoenennota is een samenvatting van de rijksbegroting

Slide 6 - Tekstslide

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 7 - Quizvraag

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 8 - Tekstslide

Wat doet de overheid niet om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen

Slide 9 - Quizvraag

Inkomsten voor het Rijk
  • Directe belastingen
  • Indirecte belastingen
  • Sociale premies
  • Niet-belasting ontvangsten (aardgas, boetes)

Slide 10 - Tekstslide

Directe belastingen
Worden direct aan de belastingdienst betaald.

Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen.

--> draagkrachtbeginsel of profijtbeginsel.

Slide 11 - Tekstslide

Indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.

Het gaat om btw en accijns.

Slide 12 - Tekstslide

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn ook al weer accijnzen?

Slide 14 - Open vraag

Beginselen
Beginselen: De belastingen die de overheid heft, gaan volgens bepaalde principes, oftewel "beginselen".

  • Draagkrachtbeginsel: Dit betekent dat de "sterkeren" meer bijdragen aan belastingen. Dus met een hoger inkomen betaal je meer % belasting (bijv: inkomstenbelasting)
  • Profijtbeginsel: Je betaalt belasting op het moment dat je ergens gebruik van maakt ( bijv: autobezitters die motorrijtuigenbelasting betalen)

Slide 15 - Tekstslide

Draagkrachtbeginsel
Wie heeft de meeste draagkracht?

Slide 16 - Tekstslide

Profijtbeginsel
Profijtbeginsel
  • Je betaalt als je ergens gebruik van maakt
  • Voorbeeld: wegenbelasting

Slide 17 - Tekstslide

De inkomstenbelasting is gebaseerd op het ...beginsel.
A
Solidariteit
B
Draagkracht
C
Profijt

Slide 18 - Quizvraag

Motorrijtuigenbelasting is een vorm van:
A
draagkrachtbeginsel
B
vervoersbeginsel
C
profijtbeginsel
D
solidariteitsbeginsel

Slide 19 - Quizvraag

Zelfstandig werken
  • Maak de opdrachten van 7.3 en 7.4.
  • Werk aan de oefenopgaven online of in het boek.
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de rijksbegroting?

Slide 22 - Open vraag

Welke gevolgen heeft een begrotingstekort?

Slide 23 - Open vraag

Welke belastingen betalen wij als burgers aan het Rijk?

Slide 24 - Open vraag