2.5 online onderwijs

Hoofdstuk 2: De opstand
2.5 De Republiek
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: De opstand
2.5 De Republiek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Met andere woorden: Wat is/hoort typisch bij dit tijdvak?

1. Het veranderende mens- en wereldbeel van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
2. De protestantse Reforatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
3. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse Staat.
4. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht van de Nederlandse Republiek.


Over welke KA's gaat deze paragraaf?

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Met andere woorden: Wat is/hoort typisch bij dit tijdvak?

1. Het veranderende mens- en wereldbeel van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
2. De protestantse Reforatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
3. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse Staat.
4. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht van de Nederlandse Republiek.


Slide 4 - Tekstslide

hoofdvraag: Hoe ontstaond er circa 1550- 1650 een Nederlandse staat?
deelvragen:
1. Hoe leidde kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de Reformatie en uiteindelijk tot een splitsing in de christelijke kerk?
2. Waardoor ontstond er in de Nederlanden grote onrust?
3. Hoe leidde de onrust in de Nederlanden tot de Opstand?
4. Hoe kwam het tot een definitieve breuk tussen Filips II en Willem van Oranje?
5. Hoe legde de Opstand de grondslag voor de Nederlandse staat?
Vertel maar...

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe de Opstand de grondslag voor de Nederlandse staat legde.

Slide 6 - Tekstslide

1576
1579
1581
1588
Furie van Antwerpen
Pacificatie van Gent
Unie van Utrecht
Unie van Atrecht
Apologie
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Zinken Armada

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is particularisatie ook al weer?

Slide 8 - Open vraag

Geef een voorbeeld van particularisme uit bron 34.
antwoord
In het plakkaat wordt gezegd dat een vorst zijn onderdanen hun vrijheden, privileges en oude gebruiken niet mag afnemen

Slide 9 - Tekstslide

Welke ‘democratische’ gedachte komt in het plakkaat voor?
antwoord
Als een vorst zijn onderdanen onderdrukt / zich gedraagt als een tiran, mogen zijn onderdanen een ander in zijn plaats kiezen.

Slide 10 - Tekstslide

Waar moet een nieuwe vorst volgens
de opstandelingen in de gewesten aan voldoen?

Slide 11 - Woordweb

Geef bij elk van de drie kandidaten aan waarom hij of zij niet de nieuwe vorst(in) werd.
- Hertog van Anjou
- Willem van Oranje
- Elizabeth van Engeland

Slide 12 - Open vraag

Hoe noem je een land zonder koning.
A
monarchie
B
democratie
C
republiek
D
tyrannie

Slide 13 - Quizvraag

Welke twee zaken regelde de Staten-Generaal
A
Het buitenlandse beleid
B
belasting heffen
C
verdediging van het land
D
godsdienst

Slide 14 - Quizvraag

Leg deze uitspraak eens uit:
‘In de Republiek zegevierde het particularisme.’

Slide 15 - Open vraag

Welke taken van de stadhouder worden duidelijk uit deze bron.
antwoord
Hij is aanvoerder van leger en vloot. Bepaalt alle militaire zaken.
Wanneer heeft hij de meeste macht in handen?
antwoord
Als er sprake is van oorlog.

Slide 16 - Tekstslide

Johan van Oldebarnevelt
Prins Maurits van Oranje
Stadhouder
Raadpensionaris / landsadvocaat
militaire zaken
handel, bestuur en buitenlandse zaken
wordt vermoord i.o. van de één.
vertrouwt de ander niet en laat hem terechtstellen

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep de gebeurtenissen naar de juiste jaartallen
1584
1581
1588
1609
1619
1648
Acte van Verlathinge
Spaanse Armada vergaat
Twaalfjarig bestand
moord op Willem van Oranje
Vrede van Munster
Terechtstelling Johan van Eldebarnevelt

Slide 18 - Sleepvraag

Zet de stadhouders van Oranje in de juiste volgorde
A
Maurits, Willem, Frederik Hendrik.
B
Willem, Maurits, Frederik Hendrik.
C
Maurits, Frederik Hendrik, Willem
D
Willem, Frederik Hendrik, Maurits

Slide 19 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Wat is je nog niet helemaal duidelijk?

Slide 21 - Open vraag

eindopdracht
voor een cijfer 

ipv een repetitie

2 weken

opdracht zie SOM, alleen opdracht 1!

Slide 22 - Tekstslide