GL: Oefenen cellen aan de basis

Oefenen cellen aan de basis
4mbi2  1/3/24
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 14 min

Onderdelen in deze les

Oefenen cellen aan de basis
4mbi2  1/3/24

Slide 1 - Tekstslide

Is het oog een orgaan?
A
Ja, want het oog heeft een bepaalde taak.
B
Ja, want het oog is onderdeel van een torso.
C
Nee, want het oog heeft meerdere taken.
D
Nee, want het oog is geen onderdeel van een torso.

Slide 2 - Quizvraag

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 3 - Sleepvraag

Een onderzoeker bekijkt ontlasting van een baby door een microscoop. Hij ziet bacteriën en cellen van het darmslijmvlies.
Wat is een verschil tussen bacteriën en darmcellen?
A
bacteriën hebben geen celkern en darmcellen wel.
B
Bacteriën hebben geen celmembraan en darmcellen wel.
C
Bacteriën hebben geen celwand en darmcellen wel.

Slide 4 - Quizvraag

Enkele delen die in en om een cel kunnen voorkomen zijn de celkern, de celwand, het celmembraan en het cytoplasma.
Welk van deze delen ontbreekt bij een darmbacterie?
A
Celkern
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 5 - Quizvraag

Blauwalgen zijn bacteriën die zich bij warm weer snel vermeerderen in water met veel voeding.
Heeft een blauwalg een celkern? En heeft een blauwalg een celwand?
A
Geen van beide
B
Alleen een celkern
C
Alleen een celwand
D
Beide

Slide 6 - Quizvraag

Van een vrouw die in aanmerking wil komen voor een ivf-behandeling wordt de urine onderzocht. In de urine worden cellen met een celkern aangetroffen.
Kunnen dit bacteriën zijn? En kunnen dit cellen van de vrouw zijn?
A
Alleen bacteriën
B
Alleen cellen van de vrouw
C
Van beide

Slide 7 - Quizvraag

In welke celonderdelen is DNA te vinden bij een plant?
A
Alleen in de celkern
B
In de celkern en de celwand.
C
In de celkern, celwand en celmembraan
D
In de celwand en celmembraan.

Slide 8 - Quizvraag

Groepen cellen met een gelijke bouw en functie noemen we een..
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Weefsel
D
Organisme

Slide 9 - Quizvraag

Hoe wordt een onderdeel van het lichaam genoemd dat een duidelijke functie heeft en uit meerdere weefsels bestaat?

Slide 10 - Open vraag

Welk levenskenmerk wordt er uitgebeeld?

Slide 11 - Open vraag

Van welke twee orgaanstelsels zijn delen in de buikholte getekend?
A
van het uitscheidingsstelsel en van het verteringsstelsel
B
van het uitscheidingsstelsel en van het voortplantingsstelsel
C
van het verteringsstelsel en van het voortplantingsstelsel
D
van het ademhalingsstelsel en van het voortplantingsstelsel

Slide 12 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel is er afgebeeld?
A
Verteringsstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 13 - Quizvraag