module 1 les 3 dans

Dans
module 1 les 3
KV V4
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
kunstSecondary Education

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 17 videos.

Onderdelen in deze les

Dans
module 1 les 3
KV V4

Slide 1 - Tekstslide

Dans is een belangrijk element in de Caribische cultuur. Latijns-Amerika is bekend om zijn pittige dansen, zoals de tango.
Caribische dans heeft een rijke traditie en variatie aan dansvormen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De (ballroom)tango is ontstaan in Buenos Aires, Argentinië. Deze brak door in’20 en werd toen minder sensueel en meer gestileerd gedanst.
Tango kwam terug in films en werd populair, er kwamen wedstrijden.
De tango wordt gedanst op muziek in tweekwartsmaat met bijaccenten.
De dame buigt haar linkerhand om de elleboog van de heer heen en haar vingers drukken hierbij tegen zijn ribbenkast. De hand van de heer ligt iets lager dan bij andere danssoorten en meer in het midden van de rug. De tango wordt vlak gedanst met lichtgebogen knieën.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De oorsprong van de Caribische dansen, zoals de orisha, shango en tambú, ligt in zowel Afrikaanse als Europese culturen.
De dansen zijn vaak op het platteland ontstaan en veranderen weinig.
Er zijn traditionele dansen die op elk eiland zijn eigen ontstaansgeschiedenis en dus andere kenmerken hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Tegenwoordig is hiphop de belangrijkste populaire dans.
Jongeren dansen nog wel merengue, bachata of tambú, maar in de uitgaansgelegenheden ligt de nadruk toch vooral op ritmo kombiná, kizomba, reggaeton, bubblin’ en andere hiphopvarianten.

Slide 8 - Tekstslide

Hiphop als dans gaat om streetdance, uitgevoerd op Hiphop muziek.
Onderdeel  van de Hiphop cultuur.
Ontstaat in de Jaren ’70 en wordt populair door tv-programma’s. Er ontstaat een studio variant waardoor het toegankelijker wordt.
Hiphop wordt dan zowel op straat als in studio’s gedanst. Met dank aan televisie en later ook internet verspreid de dansstijl zich ook buiten de VS. Er ontstaan wereldwijde lessen en wedstrijden. Opvallend aan hiphop is dat er vaak ‘freestyle’ in voor komt en we kennen dance-battles, waarbij dansers het tegen elkaar opnemen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Bubbling is de naam van een dansstijl met bijbehorende muziek, ontstaan eind van de 20e eeuw en al snel populair.

Het is een combinatie van hiphop en R&B met een snellere beat, ook kunnen andere stijlen gecombineerd worden en dit zie je ook terugkomen in de dans. Dans kan individueel gedaan worden, maar meestal met twee of meer personen.
De dans wordt vaak als vulgair bestempeld door de danswijze.
De Puerto Ricaanse dans Perreo is een andere vorm van bubbling. Deze wordt gedanst op reggaeton, een Latijns-Amerikaanse muziekstijl.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Kizomba is een dans en muzieksoort ontstaan in 1984 in Angola. Het betekent feest in Kimbundu, een taal uit Angola. De dans Semba is ontstaan in de Jaren ‘50. In de Jaren 90, toen de Kizomba muziek steeds populairder werd, gingen Angolese Semba dansers hun dans aanpassen aan de Kizomba muziek. Kizomba wordt gedanst in koppels.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De mambo is Cubaans. Mambo is oorspronkelijk ontstaan uit de Rumba.
De naam komt van een gelijknamig muziekstuk.
In het muziekstuk werden verscheidene ritmes uit Afrikaanse volksdansen gecombineerd.
Arsenio Rodríguez was belangrijk voor de ontwikkeling van de mambo en andere Cubaanse muziek. Hij breidde de ritmiek uit en voegde er meer koperinstrumenten aan toe, onder invloed van de Amerikaanse big bands. De dans heeft complexe danspatronen waarbij de heupen ritmisch bewegen.
De dans is eind jaren 80 opnieuw heel populair geweest dankzij de film Dirty Dancing.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De Dominicaanse Republiek en Haïti brachten de merengue op de dansvloeren.
De merengue zou eveneens uit Latijnse invloeden ontstaan zijn. De bachata is een dans die de merengue combineert met de romantische bolero-stijl. De rumba, van origine een langzame dans, is nog langzamer geworden en getransformeerd in een sexy dans. De cha cha cha is een dans op mid-tempo en zit tussen de rumba en de mambo in.

Slide 18 - Tekstslide

Merengue komt uit de Dominicaanse Republiek.
Het is sneller en eenvoudiger dan de salsa, zeker de hot merengue is erg snel.
Er zijn invloeden zijn vanuit de slaventijd, voor wat betreft percussie en zang, dit werd vermengd met Taino en Spaanse muziek.
Tegenwoordig zijn ook duidelijk invloeden uit andere Latijns-Amerikaanse genres merkbaar.
In de 19e eeuw was het vermaak van het volk, maar in de jaren 30 werd het populairder als propaganda.
De heupbeweging is typisch voor de merengue.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bachata komt uit de Dominicaanse republiek, het wordt met een partner gedanst, maar overal anders; er zijn geen strakke regels.

  • De Dominicaanse stijl, op afstand en met handen vast. Er zijn veel snelle tussenpasjes. Bewegingen zijn spontaan en aangepast aan de muziek, met weinig draaien en steeds meer invloeden van reggaeton.
  • Dansschool stijl in de VS en Europa. Te herkennen aan de klassieke danshouding. Meestal geen snelle pasjes, maar draaien
  • Antilliaanse stijl, ontstaan op Curaçao en vanuit daar overgewaaid. Bijzonder aan deze stijl is de heupbeweging op de 4e tel.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Rond de jaren '50 werd de mambo via Harlem naar de VS overgebracht. Vanuit de mambo is de salsa ontstaan, die vervolgens weer via de clubs de straat op ging.
Veel Afro-Caribische invloeden, maar is vooral Cubaans. Maar er zijn verschillende manieren om Salsa te dansen, met de nadruk op beweging. Dat betekent ook dat er geen vaste volgorde is waarin wordt gedanst. De man leidt en bepaalt aan de hand van de muziek de figuren. Er wordt niet over de vloer bewogen maar alles wordt ter plaatse gedanst. Ingewikkelde figuren met de armen zijn typisch voor de salsa. De voeten doen alleen de basispas met enkele beperkte varianten.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Rumba komt uit Cuba.
Daarnaast bestaat er ook een Spaanse rumba en een (weergekeerde) Afrikaanse rumba, beide geïnspireerd op die Cubaanse populaire muziek (son en salsa).

Er zijn 3 vormen:
  • De yambú: traag met een landelijk verhaal, meestal als begin van een feest, met plaats voor de dans van de ouderen.
  • De guaguancó: is sneller en feller. Een meer stadse vorm met verleiding.
  • De Columbia: snel en virtuoos. Met in acrobatische solo-dans.
De rumba werd populair en modern in de jaren ‘20 .

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Bolero is een trage, sensuele dans, ontstaan in Spanje. De bewegingen van de leider doen denken aan een Spaanse toreador in een stierengevecht.
Bolero is ontstaan in de 18e eeuw, gedanst op muziek van guitaar en catagnetten.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

De chachacha is ontstaan in Cuba en in de ‘50er jaren dook deze op in de nachtclubs van de VS.

De Amerikanen kenden de Mambo al, voorloper van de Begin ‘50 begonnen meerdere Cubaanse componisten de Danzón te spelen met een licht gewijzigd ritme.
De chachacha werd eerst ook wel neodanzón en triple-mambo genoemd. Later werd de uitvoering iets aangepast tot de huidige dans ontstond: de chachacha, genoemd naar het geluid dat de zij-sluit-zij-pasjes in het basisfiguur maken op de vloer.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Zouk is een muziek- en danssoort die weer is afgeleid van de Braziliaanse lambada. Zouk (de naam betekent “feest” in Frans Creools) is een lichtere variant daarop. De muziek van de zouk is een combinatie van reggae, salsa en een snelle merengue.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Dancehall ontwikkelt zich voortdurend met steeds weer nieuwe vormen. De dansstijl ontstaat in de gelijknamige uitgaansgelegenheden en verandert door invloeden van ‘urban’.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

De traditionele dans van Trinidad, de limbo, verandert veel minder vaak van stijl.
De naam is afgeleid van het Engelse woord ‘limber’ dat lenig betekent en dat in het Trinidad Engels verbasterd is tot limbo. Lenig moet je zeker zijn om onder de brandende stok door te kunnen dansen. Voorover bukken mag niet, achterover hangen wel. Als het de danser is gelukt, wordt de stok weer wat lager gehangen. Oorspronkelijk werd de limbo een week na een begrafenis gedanst om de ziel van een geliefde overledene te helpen uit het voorgeborchte te ontsnappen. De limbodans werd pas in de tweede helft van de twintigste eeuw bekend buiten Trinidad.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video