L21: Actieve en passieve zinnen

Actieve en passieve zinnen
- je kent het verschil tussen een passieve en actieve zin
- je kan een actieve zin omzetten naar een passieve zin

Pag. 245
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Actieve en passieve zinnen
- je kent het verschil tussen een passieve en actieve zin
- je kan een actieve zin omzetten naar een passieve zin

Pag. 245

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk deze 2 zinnen:





1.  De man sloeg alarm bij de politie.

2. Twee verdachten werden afgelopen zondag gearresteerd.
In welke zin voert het onderwerp het werkwoord echt uit?
  • ACTIEF
  • PASSIEF

Slide 2 - Tekstslide

Dus...
Een actieve zin
--> het onderwerp voert het WWG uit.
Een passieve zin
--> het onderwerp voert het WWG niet uit.
Voorbeeld:
 Na het belsignaal haalt de leerkracht 4BW-MWW op op de speelplaats.
Voorbeeld:
 Na het belsignaal wordt 4BW-MWW opgehaald door de leerkracht op de speelplaats.

Slide 3 - Tekstslide

De kinderen spelen elke week voetbal.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 4 - Quizvraag

Mijn opa werd vorig week gevierd.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 5 - Quizvraag

Oma bakt altijd heerlijke pannenkoeken.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 6 - Quizvraag

De hele voormiddag opereerde de chirurg om de patiënt in leven te houden.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 7 - Quizvraag

De trainer wordt door de spelers op de schouders gedragen.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 8 - Quizvraag

Die jeugdspeler scoorde het eerste doelpunt van het toernooi.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 9 - Quizvraag

We zullen door de directie op de hoogte gehouden worden.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 10 - Quizvraag

Er werden gisteren bloemen bezorgd aan alle tachtigjarigen uit de gemeente.
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 11 - Quizvraag

We bekijken even 'een droog' kennisclipje
Vul daarna de onthoudkader aan op pag. 246

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen maar...
actief < omzetten > passief
Oef 3-4 en 5
Pag. 247
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Zet de tekst om van passief naar actief.
Pag. 250 oef 2
Hulp nodig? Gebruik de Schrijfassistent van De Standaard:
schrijfassistent.be
Klaar? Online op Diddit kan je nog oefenen: L21/ Oefeningen

Slide 14 - Tekstslide

Actieve en passieve zinnen heb ik onder de knie...
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Nog eens oefenen?
quiz-time!

Slide 16 - Tekstslide

a Een Indiase arts dacht 'Aladins lamp' te kopen.
A
actief
B
passief

Slide 17 - Quizvraag

b Maar hij werd opgelicht door iemand verkleed als geest.
A
actief
B
passief

Slide 18 - Quizvraag

c Dat werd onder meer door de BBC gemeld.
A
actief
B
passief

Slide 19 - Quizvraag

d Het slachtoffer maakte naar verluidt zo’n 35 000 euro over.
A
actief
B
passief

Slide 20 - Quizvraag

e Hij kwam er al snel achter dat het voorwerp nutteloos was.
A
actief
B
passief

Slide 21 - Quizvraag

Maak een actieve zin van de passieve zin:
Drie verdachten werden door de politie opgepakt.

Slide 22 - Open vraag

Zet de actieve zin om in een passieve zin:
Iemand beschuldigde hem van moord.

Slide 23 - Open vraag

Dit begrijp ik nog niet:

Slide 24 - Open vraag