Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 - week 21 -chap. 6-7 Bron G & C
Bonjour tout le monde !
Start klaar ?
Ga rustig op je vaste plek zitten.
Doe je jas en oortjes uit.
Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map.
Timer af: stoppen met praten & de les begint.
timer
3:00
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bonjour tout le monde !
Start klaar ?
Ga rustig op je vaste plek zitten.
Doe je jas en oortjes uit.
Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map.
Timer af: stoppen met praten & de les begint.
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)
Slide 2 - Tekstslide
Voorkennis activeren:
dernier cours ?
Slide 3 - Woordweb
Voorkennis activeren:
Les mots de la semaine 14, 15 & 16
Prends ton cahier et un stylo!
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Periode 3: Chapitre 6
Bron B
Bron C
Bron D
Bron G
Bron H
Slide 6 - Tekstslide
Periode 3: Chapitre 7
Bron C
Slide 7 - Tekstslide
Les buts
T2: Ik kan over mijn dagindeling vertellen.
T2: Ik kan over mijn geldzaken vertellen.
Slide 8 - Tekstslide
Chapitre 6
Bron G
26ab
Slide 9 - Tekstslide
Les mots de la semaine 14
1.1. Le bac
2. Avant
3. Chaque
4. Il était
5. Quitter
6. Arrêter
7. Refuser
8. Entre
9. Le monde
10. quand
1. het (vwo) eindexamen
2. vroeger / voor
3. ieder / iedere
4. hij was
5. verlaten
6. stoppen
7. weigeren
8. tussen
9. de wereld
10. wanneer, toen
Slide 10 - Tekstslide
Les mots de la semaine 15
1. drôle
2. (im)patient
3. Sportif / sportive
4. Sympa
5. Optimiste / pessimiste
6. Méchant
7. Sociable
8. Timide
9. Amusant
10. Sérieux / sérieuse
1. grappig
2. (on)geduldig
3. sportief
4. aardig
5. optimistisch / pessimistisch
6. gemeen
7. sociaal
8. verlegen
9. gezellig
10. serieus
Slide 11 - Tekstslide
Les mots de la semaine 16
1. Agé
2. Vieux / vieille
3. Grand
4. Petit
5. Fort
6. Haut
7. Joli
8. Gentil / gentille
9. Mignon / mignonne
10. Heureux / heureuse
1. ouder (in leeftijd)
2. oud
3. groot
4. klein
5. sterk
6. hoog
7. mooi
8. aardig
9. schattig
10 gelukkig
Slide 12 - Tekstslide
Les mots de la semaine 20
1. Getallen t/m 10
2. Les jours de la semaine
3. Et quart
4. Et demie
5. Moins le quart
6. Le matin
7. L’après-midi
8. Le soir
1. = leren
2. de dagen van de week
3. kwart over
4. half
5. kwart voor
6. 's ochtends
7. 's middags
8. 's avonds
Slide 13 - Tekstslide
Les mots de la semaine 21
1. Hier
2. Aujourd’hui
3. Demain
4. La semaine prochaine
5. La semaine dernière
6. Cette année
7. Pendant les vacances
8. Ce matin / soir
9. Cet après-midi
10. Dans une semaine
11. ici
1. gisteren
2. vandaag
3. morgen
4. volgende week
5. vorige week
6. dit jaar
7. in de vakantie
8. vanochtend / vanavond
9. vanmiddag
10. over een week
11. hier
Slide 14 - Tekstslide
p. 57
Slide 15 - Tekstslide
p. 78
Slide 16 - Tekstslide
Schrijf de hele zinnen over!
en vul ze aan met jouw gegevens.
Dit zijn alle zinnen van Bron C, alleen schrijven jullie dat je in Den Haag (La Haye) of Rotterdam, Rijswijk etc. woont.
Slide 17 - Tekstslide
p. 70
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
À toi maintenant
1. Vertel hoe laat je opstaat door de weeks.
2. Vertel hoe laat je ontbijt.
3. Vretel hoe laat je naar school gaat.
4. Vertel hoe laat je thuiskomt.
5. Vertel van 3 dagen wat je na school doet.
6. Vertel hoe laat je avondeet.
7. Vertel hoe laat je gaat slapen door de weeks en in het weekend.
8. Vertel wat je graag in het weekend doet en met wie.
Slide 20 - Tekstslide
À toi maintenant
1. En semaine, je me lève à .......
2. Je prends mon petit-déjeuner à....
3. Je pars au collège à.....
4. Je rentre vers .......
5. Vertel van 3 dagen wat je na school doet.
6. Je dîne à......
7. En semaine je me couche à ..........
8. Le weekend, j'aime bien ...........
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Klokkijken
Slide 23 - Tekstslide
Quelle heure est-il?
Slide 24 - Tekstslide
Les jours de la semaine
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Chapitre 7
Bron C
Slide 27 - Tekstslide
ai / oi
p. 96
Slide 28 - Tekstslide
Parler d'argent
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
À toi maintenant
1. Vertel of je zakgeld krijgt.
2. Vertel of je een bijbaantje hebt of niet.
3. Vertel wat je met het geld doet. Noem minimaal 3 dingen.
4. Vertel dat je spaart.
5. Vertel waarvoor je spaart.
Sluit je presentatie af: Voilà ma présentation. Je vous remercie
de m'avoir écouté
/
de votre attention.
Slide 31 - Tekstslide
Evaluatie
Noem twee woorden die je hebt onthouden uit de les.
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
V3 - week 21 -chap. 7 Bron C
2 days ago
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V3 - week 21 -chap. 7 Bron C
7 days ago
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V3 - week 20 -chap. 6 Bron G
14 days ago
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H1 Wat moet ik leren voor PTO 3?
2 days ago
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
V1- week 19 -chap. 6 Bron D
23 days ago
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V3 Huiswerk voor 22 mei
14 days ago
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V1- week 15 -chap. 6 Bron B
April 2025
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H1- week 19 -chap. 6 Bron D
23 days ago
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5