B3: Bevruchting

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind

Slide 1 - Quizvraag

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind

Slide 2 - Quizvraag

Is 2 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 3 - Quizvraag

Is 3 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 4 - Quizvraag

Van welk soort bloem is het
stuifmeel in de foto?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 5 - Quizvraag

Van welk soort bloem is het
oranje stuifmeel in de foto? En
hoe kun je dat zien?

Slide 6 - Open vraag

B3: Bevruchting
Ik kan beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
Ik kan de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven
Ik kan een verslag schrijven en mijn kennis toepassen

Slide 7 - Tekstslide

B3: Bevruchting

  • Bestuiving: stuifmeel komt op de stempel terecht
  • Stuifmeel vormt een stuifmeelbuis en groeit via de stijl naar het zaadbeginsel
  • Bevruchting: kern stuifmeelkorrel versmelt met eicel

Slide 8 - Tekstslide

Wat is bevruchting?
A
Het moment dat stuifmeel op de stamper komt
B
Het moment dat de kern van de stuifmeelkorrel en eicel versmelten
C
Als het zaadje ontstaat
D
Als de vrucht rijp is

Slide 9 - Quizvraag

Wat is bestuiving?
A
Het moment dat stuifmeel op de stamper komt
B
Het moment dat de kern van de stuifmeelkorrel en eicel versmelten
C
Als het zaadje ontstaat
D
Als de vrucht rijp is

Slide 10 - Quizvraag

B3: Bevruchting

  • Door bevruchting ontstaat de bevruchte eicel
  • De kern bevat dan chromosomen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtscel

Slide 11 - Tekstslide

B3: Bevruchting

Bevruchte eicel
  • Door celdelingen ontstaat een kiem
  • Zaadbeginsel wordt een zaad 
  • Elk zaad bevat een kiem. Dit kan uitgroeien tot een kiemplantje

Slide 12 - Tekstslide

Waaruit ontstaat het vruchtvlees?
A
Bevruchte eicel
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
D
Bloembodem

Slide 13 - Quizvraag

Het zaadbeginsel is de voorloper van....... Het vruchtbeginsel de voorloper van.........
A
het zaad - de vrucht
B
de stamper - de vrucht
C
het zaad - de bloem
D
de bloem - de vrucht

Slide 14 - Quizvraag

B3: Bevruchting

Bevruchte eicel
  • Uit elk zaadbeginsel waar de eicel is bevrucht kan een zaad ontstaan
  • Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel!

Slide 15 - Tekstslide

Een peer heeft 6 zaadjes, hoeveel eicellen zijn er dan bevrucht?
A
3
B
6
C
12
D
Dat is niet te zeggen

Slide 16 - Quizvraag

Leren onderzoeken 1 (p.220)
Een onderzoek schriftelijk presenteren
- Geef je onderzoek een titel
- Schrijf een inleiding
- Stappen van het onderzoek: onderzoeksvraag, hypothese, benodigdheden, werkplan, resultaten, conclusie

Hier hoort Practicum 4 bij! Pagina 225 uit je werkboek. Instructies staan ook op Showbie. 

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
Ik kan de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven
Ik kan een verslag schrijven en mijn kennis toepassen
Basis: 1, 2, 4, 5
Ondersteuning: 3, 6, 7
Verdiepend: 8, 9, 10


Slide 18 - Tekstslide