§1.1 Het belang van de landbouw deel 2

§1.1 Het belang van de landbouw deel 2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.1 Het belang van de landbouw deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Mededelingen
  • Opdracht: Openingsvideo nieuwe hoofdstuk
  • Opdrachtje
  • Aan de slag
  • Einde

Slide 2 - Tekstslide

Volgens de definitie die voor landbouw gebruikt wordt gaat landbouw om:
A
alle activiteiten van grond tot mond
B
alle activiteiten die door boeren worden verricht
C
alle activiteiten in de akkerbouw en veeteelt

Slide 3 - Quizvraag

Waar staat Nederland op de wereldwijde ranglijst van landbouw export?
A
1ste!
B
2de
C
13de
D
25ste

Slide 4 - Quizvraag

Welk soort landbouw zou dit kunnen zijn?
A
Akkerbouw
B
Veeteelt
C
Tuinbouw
D
Bosbouw

Slide 5 - Quizvraag

Actoren in de landbouw zijn: boeren, agribusiness, overheden en internationale organisatie
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag


Wat zijn de 4 soorten landbouw?
A
akkerbouw - tuinbouw - fruitteelt en bosbouw
B
gemengde landbouw - veeteelt -tuinbouw en kunstbouw
C
tuinbouw, bosbouw, veeteelt en gemengde landbouw
D
akkerbouw, veeteelt, bosbouw en tuinbouw

Slide 7 - Quizvraag

Wat is agribusiness?
A
Alle landbouwbedrijven gezamenlijk.
B
Alle landbouwbedrijven en bedrijven die zorgen voor alle activiteiten in het proces na de productie van de boeren.
C
Bedrijven die zorgen voor alle activiteiten in het proces na de productie van de boeren.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is schaalvergroting bij een varkensbedrijf?
A
De plattegrond van het bedrijf wordt op een grotere schaal getekend
B
Het huis van het bedrijf wordt groter
C
Er worden meer dieren gehouden op hetzelfde bedriijf
D
Er komen meer bedrijven in één gebied

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent specialisatie in de landbouw?
A
Het zich toeleggen op een bepaalde productie
B
Het produceren voor de lokale markt
C
Het produceren voor eigen gebruik
D
Het produceren van alles

Slide 10 - Quizvraag

Van grond tot mond

Slide 11 - Tekstslide

Het boerenleven in het verleden

Tot begin jaren 1960 productie vooral voor lokale markt.
veel gemengde bedrijvengrondgebonden landbouw
veeteelt in dienst van de akkerbouw → hoge zelfvoorzieningsgraad


 

Slide 12 - Tekstslide

Het boerenleven tot begin jaren 1960

Oprichting Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1957

Doelen?
  • Voldoende voedsel
  • Boeren inkomenszekerheid

Slide 13 - Tekstslide

Landbouw in de 21e eeuw
  • Van grondgebonden landbouw naar niet-grondgebonden landbouw - klimaat speelt steeds minder grote rol
  • Grote investeringen voor innovatie
  • Veel concurrentie

Slide 14 - Tekstslide

Landbouw in de 21e eeuw
  • Overgang naar duurzamer produceren en consumeren
  • Veel onzekerheid voor boeren
  • Afname boerenbedrijven
  • Financiële steun vanuit de Europese Unie door middel van subsidies

Slide 15 - Tekstslide

Avondshow van 20 september 2022

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan de slag!

Lees §1.1
En maak opdrachten 4, 6 en 7

Slide 18 - Tekstslide