De natuurwetenschappen

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

De natuurwetenschappen

Kennismaking met de natuurwetenschappen

De natuurwetenschappen bestuderen:

• natuurverschijnselen.
  

De natuurverschijnselen verdelen wij in:

• levende natuur en
• niet-levende natuur.

1. Levende natuur
2. niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

1. Levende natuur
2. Niet-levende natuur

De natuurwetenschap en de levende natuur

De biologie bestudeert de levende natuur.
Het woord biologie bestaat uit twee Griekse woorden:

• bios = leven
• logos = leer, studie, wetenschap

LEVEN

LEER,

STUDIE

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur

De natuurkunde en de scheikunde bestuderen de niet-levende natuur.

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur

Proef 1:

Waarneming:

Conclusie:

Breng een ijzerdraad in de vlam van de bunsenbrander en haal hem er weer uit.

In de vlam gloeit het ijzer,
uit de vlam verdwijnt het gloeien.

Het gloeien van de ijzerdraad is een natuurkundig verschijnsel omdat de aard van de stof niet is veranderd. Er ontstaan geen nieuwe stoffen.

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur

Proef 2:

Waarneming:

Conclusie:

Houd een magnesiumlint in de vlam
van de bunsenbrander.

Het magnesiumlint brandt met een
fel wit licht. Er ontstaat witte rook en een wit poeder.

Het verbranden van het magnesiumlint is een scheikundig verschijnsel omdat de aard van de stof is veranderd.
Er ontstaan nieuwe stoffen (witte rook en wit poeder).

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur

Proef 3:

Waarneming:

Leg een weinig opgeblazen ballon onder de stolp van de vacuümpomp en zuig de lucht onder de stolp weg. Daarna laat je de lucht opnieuw binnenstromen.

In de lege stolp zwelt de ballon op, daarna krimpt hij opnieuw in.

Is het vacuüm zuigen van de stolp met de ballon erin een natuurkundig of een scheikundig verschijnsel?

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur

Proef 4:

Waarneming:

Voeg een oplossing van loodnitraat bij een oplossing van kaliumjodide.

Er ontstaat een geel vast product dat na enige tijd bezinkt.

Is de proef met loodnitraat en kaliumjodide een natuurkundig of een scheikundig verschijnsel?

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

Proefje

Pak per tafel: degene die links zit gaat halen.

• 1 beschermplaat
• twee lege theezakjes
• een aansteker 

Wat gaan we doen?

Heb je aan de veiligheid gedacht? 

Haren, losse koordjes, spullen aan de kant op een stapel, etc.

Zet het theezakje als kokertje in het midden van de plaat.

Steek dan de bovenkant van de papieren cilinder in brand. Wacht een paar seconden.

Staat het theezakje zo???

Wat heb je allemaal waargenomen?

Onderzoek doen.

1. Wat gebeurt er met een theezakje als we het aan de bovenkant aansteken?
   
2. Wat denk je? Niet hardop zeggen.
3. Uitvoeren.
4. Goed opletten.
5. Hoe kan dit?

• Als het goed is is het laatste stukje 
  van je theezakje de lucht in gegaan.
• Hoe kan dit nu?
• Lucht in het theezakje (cilinder) wordt
  warm en stijgt op. 

Aan de slag

Pak je agenda. Schrijf je huiswerk op bij de volgende les.

23 september lesuur 6

IN STILTE

Lezen H 1 paragraaf 1.

Maken de opdrachten van H1.1.

Opdrachten 1 t/m 11 afhebben.

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

1. natuurkundig verschijnsel
2. scheikundig verschijnsel

DOE-opdracht

1. Maak 8 foto's van verschijnselen uit de levende natuur en maak 8 foto's van verschijnselen uit de niet-levende natuur.
   
2. Maak van de gemaakte foto's twee aparte collages.
   Gebruik bijvoorbeeld PicCollage.
3. Upload je collages in Learnbeat!