Slim teksten leren - Sneller lezen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBstudie+3Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Module-inzicht: Je kunt leren makkelijker maken.
Lesinzicht: Je kunt sneller leren lezen.

Benodigdheden (per leerling):  
- een 'Slim jezelf zijn' boek of oefentekst 1 en oefentekst 2.

Relevante pagina's uit het Slim Jezelf Zijn-boek: p.98-99

Extra informatie
Deze les gaat over snellezen. Snellezen is een vaardigheid die helpt in het vergroten van de concentratie en het tempo waarop je leest. Door te oefenen met het uitschakelen van het 'voorlezen' in je hoofd, wordt het mogelijk om meer tekst in dezelfde tijd te lezen en te verwerken. Wanneer je een tekst in je hoofd aan jezelf voorleest, wordt je leessnelheid beperkt door het tempo waarmee je spreekt (of in dit geval aan jezelf voorleest). Je hersenen kunnen veel sneller dan dit denken, en daarom loont het om te oefenen met lezen zonder in je hoofd mee te spreken. In deze les ervaren leerlingen hoe je je leestempo op kunt voeren door middel van praktische tips. Klik hier voor meer informatie over snellezen of kijk op dit YouTubekanaal voor video's met tips om sneller te lezen. 

Slide 2 - Tekstslide

Extra informatie
De terugblik is er om te reflecteren op de uitvoering van het experiment. Leerlingen bedenken wat ze van hun experiment hebben geleerd. Hierbij is er geen goed of fout. Zelfs als ze hun experiment niet hebben uitgevoerd, is het waardevol om na te denken over hoe dat kwam. Door consequent te reflecteren, wordt het voor leerlingen een gewoonte en ontstaat er een cultuur waarin het delen van je leeraanpak normaal is.

Op pagina 17 van het Slim Jezelf Zijn-boek staat een voorbeeld van de terugblik. 

Hoe ging het uitvoeren van je experiment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag via lessonup.app

Leg uit waarom je voor
dit antwoord hebt gekozen.

Slide 4 - Open vraag

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
  • Vraag de leerlingen wat hun experiment was en vraag hen (indien nodig) om hun antwoord verder toe te lichten.
  • Vraag de leerlingen die het experiment niet hebben uitgevoerd waarom dit niet gelukt is. Misschien is het experiment niet concreet/leuk /nuttig genoeg geweest. Ook dit is leerzaam voor de volgende keer.

Na deze les...

Kan jij sneller een tekst lezen!

Slide 5 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Leerdoelen:
  • De leerling kan benoemen welke factoren invloed hebben op je leessnelheid.
  • De leerling kan de voordelen van snellezen benoemen.
  • De leerling kan zijn/haar leestempo verhogen.

Slide 6 - Tekstslide

Extra informatie
De check is er om de huidige aanpak van de leerlingen te ontdekken. Het kan een vraag, opdracht of test zijn en er zijn geen goede of foute antwoorden. Het is puur om te ontdekken welke strategieën of technieken de leerlingen nu gebruiken.

Op pagina 9 van het Slim Jezelf Zijn-boek staat een voorbeeld van de check. 

Lezen

Pak pagina 94 van je boek (of het werkblad) erbij en ga klaarzitten. Wacht met lezen tot de stopwatch start.

Slide 7 - Tekstslide

  • Lees de opdracht op de slide voor.
  • Zorg dat de leerlingen p. 94 voor zich hebben of de geprinte oefentekst 1.
  • Zorg dat de leerlingen klaar zitten om te beginnen met lezen en let erop dat zij nog niet meteen gaan beginnen.
  • Klik door naar de volgende slide om de timer te starten. 
Extra informatie
Oefentekst 1 legt op een speelse manier uit hoe uitstelgedrag werkt in je hersenen. De inhoud is niet per se relevant voor deze les maar kan wel een leuk gesprek opleveren wanneer je er verder op in wilt gaan. Aan het eind van de les wordt oefentekst 2 gelezen. Die tekst is exact even lang als oefentekst 1 om een goede vergelijking te geven van de leessnelheid van de leerlingen aan het begin en aan het einde van de les. 


Noteer je 'leestijd' op pagina 93 of
naast de tekst. 
stopwatch
00:00

Slide 8 - Tekstslide

  • Start de stopwatch.
  • Vraag de leerlingen hun leestijd op pagina 93 of op het werkblad te noteren.
Extra informatie
Het meten van de leestijd geeft leerlingen inzicht in hoe snel ze lezen met hun huidige leesstrategie. Deze tijd kan later vergeleken worden met de tijd bij tekst 2.


Hoe heb je het lezen aangepakt?

Slide 9 - Open vraag

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
  • Vraag twee tot vier leerlingen om hun antwoord toe te lichten.
  • Vraag door: wat deed je precies? Waar begon je met lezen? Gebruikte je een aanwijzer? Las je mee in je hoofd? etc.
Extra informatie
Het is goed mogelijk dat leerlingen antwoorden met: "Gewoon lezen", dit is niet gek. Ze lezen al minimaal tien jaar waardoor het echt een gewoonte is geworden. Dit zorgt ervoor dat leerlingen zich niet meer bewust zijn van het feit dat ze een strategie gebruiken. Er valt echter een hoop te leren over lezen en omdat we er veel tijd aan besteden kan een kleine verbetering in leessnelheid, retentie en efficiëntie een groot verschil maken!

Slide 10 - Tekstslide

Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen het zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze kiezen wat ze hier verder mee willen doen. 

Voor meer informatie, zie p. 12 en 13 van het Slim Jezelf Zijn-boek.

Hoeveel woorden per minuut leest
een gemiddelde Nederlander?
A
60
B
125
C
250
D
300

Slide 11 - Quizvraag

  • Het goede antwoord is C.

Hoeveel woorden per minuut 'denk' je gemiddeld?
A
200 tot 600
B
800 tot 1400
C
1500 tot 2000
D
2100 tot 2600

Slide 12 - Quizvraag

  • Het goede antwoord is B.

Waarom kunnen Italianen gemiddeld sneller
lezen dan Nederlanders?
A
Ze lezen vaker
B
Ze zijn slimmer
C
Ze denken sneller
D
Ze praten sneller

Slide 13 - Quizvraag

  • Het goede antwoord is D.
Extra informatie:
Italianen praten sneller dan mensen uit Nederland. Dat zorgt ervoor dat ze ook sneller lezen omdat de meeste mensen zichzelf hardop in hun hoofd voorlezen. 

Spreektempo
De meeste mensen lezen net zo snel als dat ze praten. Ze lezen de tekst namelijk voor in hun hoofd. 

Hierdoor beperk je je leessnelheid en laat je ruimte om aan andere dingen te denken. 

Dat kan dus een stuk slimmer én sneller!

Slide 14 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie:
Mensen denken gemiddeld met 800 tot 1400 woorden per minuut. We lezen daarentegen gemiddeld slechts tussen de 150 en 250 woorden per minuut. Doordat men als het ware de tekst voor zichzelf voorleest beperken we ons leestempo én laten we ruimte om aan andere dingen te denken (en dus afgeleid te raken!). Het leestempo opvoeren zorgt er daarom niet alleen voor dat je sneller door de tekst gaat, maar zorgt er ook voor dat je concentratie en tekstbegrip verbeteren!  

Uitproberen!
Kijk naar dit filmpje en probeer niet mee te lezen in je hoofd, maar alleen te kijken. Tot welk level kom jij?

Slide 15 - Tekstslide

  • Speel het filmpje af.

Lees sneller
Verhoog je leessnelheid en probeer niet voor te lezen in je hoofd. Zo krijgen je hersenen minder kans om af te dwalen. Daardoor ben je sneller door je tekst heen én heb je meer concentratie!

Slide 16 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie:
Wanneer je leest op spreektempo houd je hersencapaciteit over. Daardoor kan het zo zijn dat er gedachtes op komen of dat je gemakkelijk afgeleid raakt door iets in je omgeving wanneer je aan het lezen bent. Door je tempo op te voeren gebruik je meer hersencapaciteit en kan je je beter concentreren. 

Wat doen je ogen?
Ronde 1:                                    Ronde 2:
  1. Maak tweetallen en ga tegenover elkaar zitten. 
  2. Leerling 1 probeert zijn/haar ogen te bewegen in een grote cirkel om het gezicht van leerling 2. Leerling 2 kijkt goed naar wat de ogen van Leerling 1 doen.
  3. Wissel om.
  1. Leerling 2 maakt rondjes met zijn/haar vinger om het gezicht van Leerling 1. 
  2. Leerling 1 volgt met zijn/haar ogen de vinger van Leerling 2.
  3. Leerling 2 kijkt goed naar wat de ogen van Leerling 1 doen.
  4. Wissel om.
Wat is het verschil tussen ronde 1 en 2?

Slide 17 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen tweetallen maken en de opdracht uitvoeren.
  • Vraag aan enkele leerlingen wat het verschil was in de beweging van de ogen tussen ronde 1 en 2.

Extra informatie:
Wanneer de leerlingen enkel met de ogen een rondje om het gezicht van de andere leerling maakt, zal dit heel 'hoekig' gaan. Dit is ook wat er gebeurt als je een tekst leest, zonder je vinger te gebruiken. Je ogen springen van woord naar woord. Wanneer je met je ogen je vinger volgt, lukt het wél om een vloeiend rondje te maken met je ogen. Als je dus je vinger of een pen gebruikt bij het lezen gaan je ogen dus ook een stuk vloeiender langs de woorden en kun je dus sneller lezen.

Gebruik een aanwijzer

Door een pen of je vinger te gebruiken tijdens het lezen, kun je je ogen soepeler over de pagina leiden. 
Door de aanwijzer te volgen gaan je ogen in een vloeiende lijn langs de regels.

Slide 18 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie:
Je ogen volgen graag een lijn zodat ze niet heen en weer schieten. Het is daarom handig om een bladwijzer te gebruiken of de woorden aan te wijzen met je pen. Bovendien is zo lezen minder vermoeiend voor je ogen.


Verschil meten

Pak pagina 99 van je boek (of een geprinte versie)
erbij en oefen met het lezen met een aanwijzer.
Zoek een tempo op dat je uitdaagt, maar waarbij je nog wel begrijpt wat je leest.

Wacht met lezen tot de stopwatch start.



Slide 19 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen pagina 99 van hun boek of oefentekst 2 erbij pakken.
  • Klik door naar de volgende slide om de stopwatch te starten. 

Succes!
Noteer je 'leestijd' op pagina 98 of naast de tekst.
stopwatch
00:00

Slide 20 - Tekstslide

  • Zet de stopwatch en laat de leerlingen de tekst lezen. 
  • Herinner de leerlingen eraan om na het lezen hun tijd op te schrijven.

Verschil meten

Tekst 1 en tekst 2 (pagina 94 en 99) hebben precies evenveel woorden.


Vergelijk de tijden met elkaar. 

Slide 21 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.


Kijk naar je tijd bij tekst 1. Tekst 2 lezen ging ...
Sneller
Ongeveer even snel
Langzamer

Slide 22 - Poll

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Vraag een paar leerlingen om toelichting. Waardoor ging het sneller / langzamer? Hoe vond je het?


Oefening baart kunst

Snellezen is een vaardigheid. Elke keer als je leest kun je oefenen met je aanwijzer. Voor je het weet ben je een echte snelleeskampioen en begrijp je ook nog eens wat je leest!

Slide 23 - Tekstslide

Extra informatie:
Ondanks dat het lezen met een pen gelijk effect kan hebben is het ontzettend wennen. We zijn immers zo gewend aan de manier waarop we normaal gesproken lezen. In eerste instantie zal het nog best lastig zijn om ook echt te begrijpen wat je leest. Daarom is het belangrijk dat leerlingen hier veel mee oefenen. Op een gegeven moment zullen zij merken dat ze sneller gaan lezen én de tekst ook nog eens begrijpen.

Tips om slimmer te lezen

  • Volg je aanwijzer en lees niet mee in je hoofd
  • Beweeg je aanwijzer met een vast ritme
  • Wanneer dit goed gaat, kun je het tempo verhogen
  • Stel (kleine) doelen: weet tot waar je gaat lezen
  • Onderstreep kernwoorden & gebruik symbolen
  • Probeer eens twee woorden tegelijk te lezen. Als je dit onder de knie hebt kan je het aantal verhogen.

Slide 24 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie:
  • Zoals eerder aangegeven is het belangrijk dat je jezelf niet gaat voorlezen in je hoofd. Dit vertraagt je leestempo en zorgt dat je sneller afgeleid raakt.
  • Het stellen van kleine realistische doelen, zorgt ervoor dat je deze makkelijker kunt bereiken en dat motiveert.
  • Wanneer je tijdens het lezen kernwoorden onderstreept en symbolen gebruikt, bespaar je een hoop tijd als je de belangrijkste punten van de tekst wilt onthouden.
  • Houd je boek schuin voor je en zorg dat je rechtop zit.

Slide 25 - Tekstslide

Extra informatie
'Mijn experiment' is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren.
Wij geven steeds drie voorbeelden van passende experimenten, maar het is belangrijk dat leerlingen ook de ruimte voelen om zelf iets te kiezen, mits het concreet is. 
Voorbeelden van een experiment
  • Ik ga de komende week minstens 3 teksten lezen door middel van snellezen met mijn pen.
  • Elke keer dat ik een tekst lees, probeer ik mijn leestempo te verhogen en een persoonlijk record neer te zetten met het aantal woorden dat ik per minuut kan lezen.
  • Ik ga bij het lezen van de tekst voor geschiedenis proberen om twee woorden tegelijkertijd te lezen en voer dat aantal op wanneer ik het onder de knie heb.


Slide 26 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Laat de leerlingen een van de experimenten kiezen die zij de komende week gaan uitproberen.
  • Als de leerlingen zelf een goed idee hebben voor een experiment, kunnen zij dat ook kiezen. Daarbij is het wel belangrijk dat het concreet is.
  • De leerlingen kunnen op de volgende slide hun experiment invullen.

Wat wordt jouw experiment?
Kies een van de voorbeelden of bedenk zelf een experiment

Slide 27 - Open vraag

  • Benoem dat het belangrijk is om het zo concreet mogelijk te maken.
  • Vraag een aantal leerlingen of ze hun experiment willen toelichten.
  • Als een experiment nog niet zo concreet is, kan je er op doorvragen. ("Wat ga je precies doen?", "Voor welk vak?", "Wanneer ga je het doen?", "Wat is de eerste stap?")


Wat vond je van deze les?

Slide 28 - Open vraag

  • Laat leerlingen de vraag beantwoorden.
Extra informatie
Als je de les aan 'Mijn lessen' hebt toegevoegd en de les hebt gegeven, kan je achteraf bij 'rapportages' de antwoorden van de leerlingen op een later moment nog inzien.

Slide 29 - Tekstslide

  • Sluit de les af.