Beschouwing HAVO 4 2019/2020

SCHRIJFVAARDIGHEID
HAVO 4
BESCHOUWING
2019/2020
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SCHRIJFVAARDIGHEID
HAVO 4
BESCHOUWING
2019/2020

Slide 1 - Tekstslide

HET DOEL VAN DE LESSENSERIE

  • Jullie leren hoe een goede beschouwende tekst is opgebouwd;
  • Jullie leren wat een beschouwing is;
  • Jullie leren een goed bouwplan te maken;
  • Jullie kunnen het geleerde toepassen en zelf een beschouwing schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

DE WERKWIJZE IN HET KORT 



  • Jullie gaan in tweetallen een beschouwing schrijven;
  • Eerst gaan jullie een (proef)beschouwing maken;
  • Jullie krijgen feedback van een ander tweetal;
  • Nadat jullie hebben geoefend, begint het echte werk!

  • Jullie kiezen een onderwerp uit een lijst met 10 onderwerpen;
  • Jullie gaan artikelen zoeken;
  • Jullie maken een bouwplan;
  • Jullie schrijven een beschouwing en krijgen daarvoor een cijfer! :-)

Slide 3 - Tekstslide

OPDRACHT 1A
  • Zoek in je lesboek of op internet op wat de verschillen zijn tussen een betoog en een beschouwing.
 

Slide 4 - Tekstslide

OPDRACHT 1B
  • Hieronder staan twee krantenartikelen;
  • Lees samen de artikelen;
  • Bepaal welke tekst een beschouwing is;
  • Schrijf de kenmerken in jullie schrift.
 

Slide 5 - Tekstslide

------TEKST 1 ------ 
 
De lezer heeft niets aan naam verdachte

Justitie gaf deze week foto's en namen vrij van de twee mannen die werden verdacht van de overval en moord op de Haagse juwelier Ruud Stratmann. Veel media publiceerden die namen en foto's. Logisch want die lagen op straat. Maar zo logisch zou het niet moeten zijn.


De overval op juwelier Stratmann heeft een schok teweeg gebracht. Gewelddadige overvallen komen vaker voor, en juweliers- zijn geregeld het slachtoffer, maar het blijft ijzingwekkend om op beelden van beveiligingscamera's twee jonge mannen pistolen te zien afvuren, in koelen bloede.


De verontwaardiging over deze misdaad leidde tot harde woorden. Dat is voorstelbaar, het is menselijk, maar gezagdragers moeten er ook mee uitkijken Zij moeten regels respecteren, ook die voor de rechten van een verdachte. “Wie ervoor kiest om met een maat onder het oog van de camera een gewapende overval te plegen, heeft in alle redelijkheid geen recht meer op privacy,” zei een persofficier van het Openbaar Ministerie deze week, Tuurlijk, dat zeggen wij ook, thuis op de bank, als we naar zo'n opsporingsprogramma zitten te kijken. Maar juridisch lijkt het me een aanvechtbare stelling.

Slide 6 - Tekstslide



Justitie had de verdachten van de overval op Stratmann snel in beeld. Maar toen die na vier dagen speuren nog niet waren gevonden, werd besloten hun identiteit bekend te maken. Als drukmiddel. Dat heeft gewerkt, zegt men, want inmiddels zitten beide verdachten vast.


Het is aan de rechter om te beoordelen of justitie namen en foto's vrij had mogen geven. Maar zelfs als dat toelaatbaar is, is het de vraag of de media daarin mee moeten gaan. Niet klakkeloos in ieder geval; media moeten een eigen afweging maken. Zeggen dat de namen en foto's van de verdachten overal op internet te vinden zijn, is flauwekul, want er staat van alles en nog wat op internet, ook dingen die geen krant zal publicéren.

Dat justitie de identiteit van deze verdachten heeft vrijgegeven, is een sterker argument. Media die dat argument gebruiken, geven daarmee aan dat ze willen meewerken aan de opsporing van verdachten. Dat kan. Het ligt weliswaar niet in de aard van media om zich te laten inzetten voor opsporingsdoeleinden, maar goed, er kan aanleiding zijn om justitie wel van dienst te zijn. 

Slide 7 - Tekstslide





Probleem is wel dat je een identiteit moeilijk kunt ontpubliceren. We zagen dat de verdachten na hun arrestatie in sommige media alsnog een balk over de ogen kregen. Goed bedoeld misschien, maar het werkt niet.

 

Er waren in deze zaak ook media die zich op puur journalistieke gronden beriepen om de namen en foto's van verdachten te publiceren. Maar welke journalistieke gronden
dat? Leeftijd, geslacht etnische afkomst en levensloop van een dader kunnen relevant zijn. Er kunnen journalistieke redenen zijn die te vermelden. Een achternaam en een gezicht voegen echter niets toe voor de lezer en de kijker. Daarom moet het regel zijn dat verdacht alleen worden aangeduid met voornaam en beginletter van de achternaam, en dat ze niet in beeld worden gebracht.

Naar: Willem Schoonen, Trouw, 5 mei 2012

Slide 8 - Tekstslide

------ TEKST 2 ------

“Die jongens zijn niet veroordeeld”


Twee jongens pleegden vorige week een overval op een Haagse juwelierszaak en schoten de eigenaar dood. Dat leidde tot veel ophef, omdat op televisie beelden te zien waren van de overval en later ook foto's van de overvallers plus hun volledige namen. De politie maakte de identiteit van de daders bekend in het kader van het opsporingsonderzoek. Maar mag dat zomaar?


Strafpleiter lnez Weski vindt van niet. “Ik vind het onbegrijpelijk dat de politie foto's en namen publiceert en erbij zegt waar en bij wie ze naar verdachten zoekt, omdat daarmee het hele opsporingsonderzoek op straat ligt. Dit gaat terugkomen in de strafzaak. Dan rijst de vraag: zijn de verdachten door deze publicaties niet al publiekelijk veroordeeld?” Bovendien vindt Weski dat de politie hiermee van eventuele voortvluchtigen desperate voortvluchtigen maakt. “Je drijft ze in het nauw”, meent ze. “Daardoor gaan die jongens misschien gekke dingen doen.'


Wim Hoonhout, woordvoerder van de politie Haaglanden, legt uit wat de politie ertoe bewogen heeft om tot het vrijgeven van de beelden en foto's over te gaan: “Ons onderzoek leidde tot niets, het had een boost nodig. Toen besloten we camerabeelden van de overvallers te tonen waarop ze een bril dragen. We kregen tips over hun identiteit, maar die leidden niet tot de verdachten. Vanwege Georgische en Turkse achtergrond was een vlucht naar buitenland reëel, dus we moesten snel zijn. Daarom hebben we hun foto's gepubliceerd.”

Slide 9 - Tekstslide






Oprichtster van Trots op Nederland en voormalig minister voor Vreemdelingenzaken Rita Verdonk kan zich helemaal vinden in de handelwijze van de politie: “Uitstekend dat de politie foto's heeft verspreid en de namen heeft bekendgemaakt. Dat moet veel vaker gebeuren. Dan kunnen we met z’n allen uitkijken naar de daders van zo’n laffe overval. Je verspeelt je recht op privacy als je zoiets doet.”


Daar denkt jaap Brandligt, voorzitter van de belangenclub van gedetineerden echter heel anders over: “Let op: die jongens zijn verdacht, niet veroordeeld. Als blijkt dat zij het niet hebben gedaan, worden ze tot in lengte van jaren achtervolgd met die foto's. En als ze het wél hebben gedaan trouwens ook; als ze hun straf hebben uitgezeten, blijven ze toch hun leven lang veroordeeld met al die nieuwe media van tegenwoordig. Het recht op privacy wordt steeds beperkter. Dat komt doordat het College Bescherming Persoonsgegevens daar niks van zegt.”


Woordvoerder Lysette Rutgers van het CBP bestrijdt dat: “Wij hebben hierover wel degelijk iets gezegd: we hebben er in 2009 een advies over uitgebracht. Waar het in het kort om gaat: het Openbaar Ministerie moet zich afvragen of het hetzelfde doel kan bereiken met minder ingrijpende maatregelen. Die afweging is aan de Officier van Justitie; daar kan ik niets over zeggen.


Slide 10 - Tekstslide






Persofficier Wouter Bos van het OM in Den Haag kan dat wel: “Voor die afweging zijn enkele spelregels. Het moet gaan om een ernstig strafbaar feit, om een stevige verdenking, de recherche moet alle middelen al hebben beproefd en er moet een vrees zijn voor herhaling. Nou, deze mannen waren zo desperaat dat ze er niet voor terugdeinsden iemand van het leven te beroven. Tsja, hoeveel redenen wil je hebben?”


Gevolgen voor de rechtszaak, stagnatie van het politieonderzoek, roep vanuit de maatschappij, privacyschending van verdachten – er blijken dus verschillende factoren een rol te spelen bij het al dan niet openbaar maken van de identiteit van daders van een misdrijf. De vraag is wat zwaarder weegt: de privacy van de verdachten – een grondrecht in, ons land – of de bestrijding van zware criminaliteit en daarmee de veiligheid van onze samenleving.



Noor: Wil Thijssen, de Volkskrant, 3 mei 2012


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

ONDERWERPEN (1)
Jullie kunnen alvast na gaan denken over het onderwerp waarover jullie een beschouwing gaan schrijven. Ga daar de komende tijd ook artikelen bij zoeken!
  • Moet Nederland uit de euro/EU, ja of nee?
  • Drugs/ XTC, vrijgeven of niet?
  • Leeftijdsgrens alcohol: 18 is goed of verhogen/verlagen?
  • Euthanasie, toestaan of niet?
  • Broeikaseffect, waarheid of onzin?
  • De nieuwe donorwet? Goed of niet?
  • Inenting verplichten, ja of nee?
  • Brexit: goed of niet?
  • Nieuwe wet geen mobiel op de fiets: goed of onzin?
  • Mag de overheid zich bemoeien met ons eetgedrag, ja of nee?

Slide 13 - Tekstslide

ONDERWERPEN (2)
  • Als jullie een onderwerp hebben gekozen, geef je dat door aan de docent;
  • Ga minimaal 5 artikelen over je onderwerp zoeken;
  • Kijk ook eens in de krantenbank van onze mediatheek.

  • https://academic.lexisnexis.nl/krantenbank/advancedsearch-form/

LET OP:
De docent spreekt met jullie af wanneer jullie het onderwerp moeten doorgeven + wanneer jullie de artikelen moeten hebben !  Jullie mogen zelf weten of je de artikelen print of (digitaal) opslaat op jullie computer. 

Slide 14 - Tekstslide

NU NOG WAT THEORIE...

Slide 15 - Tekstslide

TEKSTDOEL
  • Het tekstdoel van een beschouwing is dus opiniëren;
  • Je leest bijvoorbeeld voor- en nadelen van een onderwerp;
  • De lezer kan zelf een mening vormen over het onderwerp;

  • Jullie gaan een beschouwing schrijven waarin jullie verschillende meningen over een onderwerp aan bod laten komen.

Slide 16 - Tekstslide

HOOFDGEDACHTE
  • Bepaal eerst de hoofdgedachte: Het belangrijkste wat jullie willen vertellen in één zin.
 
  • Enkele voorbeelden:

* De meningen over het toelaten van vluchtelingen lopen nogal uiteen.
* Zouden we vluchtelingen moeten opnemen in ons land?

Slide 17 - Tekstslide

BOUWPLAN (1)

  • De informatie voor de beschouwing wordt uit de artikelen gehaald;
  • Jullie gaan 2 argumenten voor en 2 argumenten tegen zoeken;
  • Schrijf goed op van wie het argument is;
  • Vervolgens wordt er een bouwplan ingevuld;
  • Jullie krijgen van de docent een blanco bouwplan op papier.
  • In het bouwplan 'bouw' je de basis van de tekst;
  • De informatie per alinea wordt beknopt opgeschreven.

Slide 18 - Tekstslide

BOUWPLAN (2)
NOTEER:

  • ... jullie namen
  • ... het onderwerp van de tekst;
  • ... het schrijfdoel: opiniëren;
  • ... het publiek: voor wie is de tekst bedoeld
  • ... de hoofdgedachte
  • ... de tekststructuur (argumentatiestructuur)

  • Daarna ga je het bouwplan per alinea invullen. De docent legt het uit aan de hand van de volgende voorbeelden:

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Onderwerp:
Schrijfdoel:
Publiek: Hoofdgedachte:
Tekststructuur:

   
Onderwerp:                Publiek:                Tekststructuur:      Schrijfdoel:          Hoofdgedachte:
                
   Tekstdeel             AL.                                   Deelonderwerp                                    Uitwerking in steekwoorden
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    INLEIDING             1                 * Anekdote                                                                       Bla bla bla...
                                                                                                                    
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
                                   2                *Argument 1  (voor):                                                      Bla, bla, bla
                                                Professor Beek (Universiteit Amsterdam)
                                                vindt het een goed  plan, want bla, bla, bla                         
   MIDDENSTUK ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
                                   3               * Argument 2 (voor)                                                        Bla bla bla
  ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------   
                                  4                * Argument 3 (tegen)
                                                   Minister Bos (Buitenlandse Zaken)                              Bla, bla, bla
                                                    vindt het niet goed, want bla, bla, bla 
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
                                  5                * Argument 4 (tegen)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
          SLOT              6                  *samenvatting/conclusie


Slide 21 - Tekstslide

OPBOUW BESCHOUWING
  • INLEIDING
  • MIDDENSTUK
  • SLOT

Slide 22 - Tekstslide

INLEIDING
INLEIDING:
A: aandacht van de lezer trekken; 

  • voorbeeld / anekdote;
  • geschiedenis;
  • actualiteit;

B: onderwerp introduceren;

  • een vraag stellen.


Slide 23 - Tekstslide

THEORIE (VOORBEELD INLEIDING)
Dag Zwarte Piet of blijf je 

Anniek is zes jaar en zit in groep drie van de basisschool. Elk jaar in december wordt het Sinterklaasfeest gevierd op school en thuis. Anniek vindt het een geweldig feest. Ze zingt sinterklaasliedjes, mag haar schoen zetten en maakt mooie tekeningen voor Sinterklaas. Haar moeder geeft haar chocolademelk met speculaas en Anniek geniet ervan.
Sinterklaas komt al eeuwen met zijn Zwarte Pieten naar Nederland en vele kinderen vinden dat leuk. Toch zijn er elk jaar weer felle discussies of de traditie van Zwarte Piet, als knecht van de blanke Sinterklaas, zou moeten worden afgeschaft. Het is inmiddels niet alleen meer een nationale, maar zelfs een internationale discussie geworden. Moet Nederland de traditie van Zwarte Piet stoppen?

Slide 24 - Tekstslide

MIDDENSTUK
  • In het middenstuk gaan jullie het onderwerp bespreken;
  • In deze beschouwing gaan jullie 2 argumenten voor en 2 argumenten tegen geven;
  •  In een beschouwing is je doel NIET om de lezer van je eigen mening te overtuigen;

  • ALINEA'S
  • Per alinea bespreek je één deelonderwerp: de mening van een deskundige (of deskundige instantie). Geef duidelijk de functie/betrokkenheid aan;
  • Een alinea heeft een kernzin (de mening);
  • Geef uitleg/toelichting bij deze kernzin.

Slide 25 - Tekstslide

MIDDENSTUK (VOORBEELD)
  • HOOFDGEDACHTE: Zouden jongens en meisjes op middelbare scholen in gescheiden klassen moeten zitten?

  • ARGUMENTEN MIDDENSTUK:
  • Argument 1 (tegen) Dhr. Nep (directeur Het Streek Ede) -> Geen goed idee, jongens en meisjes leren van elkaar.  
  • Dit argument gaan jullie in de alinea vervolgens verder uitwerken;

  • Argument 2 (voor) Mevrouw Janssen (pedagoge Amsterdam) -> Wel een goed idee, leerlingen zullen zich beter kunnen concentreren in gescheiden klassen.
  • Ook dit argument verder uitwerken. Liefst met onderzoeksresultaten. 

Slide 26 - Tekstslide

HET SLOT
  • De hoofdgedachte komt natuurlijk terug in het slot;
  • Geef een samenvatting of conclusie;

  • TIPS :-)

  • Maak de cirkel 'rond'. Dat wil zeggen dat je in het slot terugkomt op wat je in de inleiding hebt verteld;
  • Houd het slot kort (ongeveer 5 à 10 zinnen);
  • Probeer de tekst af te sluiten met een krachtige zin;

  • NIET DOEN :-(

  • Een nieuw deelonderwerp introduceren;
  • Zet geen EINDE onder je tekst.

Slide 27 - Tekstslide

LET OP! In een alinea schrijf je de zinnen achter elkaar door!

:-(

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur.

IJskappen smelten en woestijnen rukken op.

Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.

In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.

_________________________________________________________________________

:-)

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur. IJskappen smelten en woestijnen rukken op. Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.  In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

ALINEA'S VERBINDEN
  • Zorg ervoor dat jullie de alinea's met signaalwoorden/verwijswoorden aan elkaar verbindt. Dit is erg belangrijk, want op die manier wordt de tekst een logisch geheel.

Middenstuk: 

  • Alinea 2: Pietje Puck vindt dat ...
  • Alinea 3: Jannie Peeters geeft eveneens aan dat zij...
  • Alinea 4: Jos Bos van de Plastic Soup Foundation is het hier helemaal niet mee eens...
  • Alinea 5:  Ook Joop Jansen is van mening dat...

Slide 30 - Tekstslide

DE LAATSTE TIPS :-)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

GA NU MAAR AAN DE SLAG
  • Lees nogmaals de theorie als jullie die nodig hebben;
  • Kijk eventueel een filmpje terug;
  • Praat zachtjes met elkaar;
  • Stel gerust vragen aan de docent;

HEEL VEEL SUCCES!

Slide 33 - Tekstslide

PROEFBESCHOUWING (1)
  • Jullie gaan eerst een proefbeschouwing schrijven;
  • De proefbeschouwing heeft maximaal 550 woorden (marge 10%).
  • Het onderwerp is: Snelwegverlichting, 's nachts aan of uit?
  • De artikelen hebben jullie via de mail ontvangen;
  • Ga de artikelen lezen en zoek 2 argumenten voor(snelwegverlichting moet WEL aan) en 2 argumenten tegen (snelwegverlichting moet NIET aan) en schrijf ze op;
  • Schrijf ook de toelichting bij het argument kort (in steekwoorden) op;

Slide 34 - Tekstslide

PROEFBESCHOUWING (2)
  • Geef aan welke deskundige aan het woord is of welke instantie;
  • Jullie krijgen een papieren bouwplan;
  • Jullie gaan het bouwplan invullen; 
  • Totaal dus 6 alinea's! 
  • Schrijf ook de bronvermelding op je bouwplan;
  • Vraag aan jullie docent of het in orde is;
  • Zo ja, dan gaan jullie de proefbeschouwing schrijven;
  • De proefbeschouwing schrijven jullie op een laptop;
  • Sla de proefbeschouwing zorgvuldig op (proefbeschouwing.naam+naam)

Slide 35 - Tekstslide

PROEFBESCHOUWING (3)
  • Elk tweetal mailt de proefbeschouwing naar een ander tweetal:
  • Jullie lezen de proefbeschouwing goed door;
  • Jullie gaan feedback geven aan de hand van het formulier in de volgende dia;
  • Schrijf de feedback erbij;
  • Stuur de proefbeschouwing terug;


  • Aan de hand van de feedback die jullie hebben gekregen, verbeteren jullie de proefbeschouwing;
  • Daarna kan jullie docent er nog naar kijken.

Slide 36 - Tekstslide

Feedback geven op een beschouwing  

Heeft de tekst een titel? 

INLEIDING 
  1. Duidelijke inleiding: bv. anekdote, actualiteit?
  2. Inleiding sluit af met vraagzin (zonder mening)

MIDDENSTUK: GEEF DE VOLGENDE FEEDBACK PER ALINEA:
  1. Begint de alinea met een argument voor/tegen?
  2. Is de rest uitleg/toelichting bij het argument?
  3. Wordt er niet over een ander deelonderwerp geschreven?
  4. Geven de schrijvers niet hun eigen mening?
  5. Zijn de zinnen in de alinea achter elkaar doorgeschreven?
  6. Zijn de alinea's met elkaar verbonden met bv. signaal- of verwijswoorden?

SLOT  

  1. Wordt er een conclusie/samenvatting gegeven?  
  2. Wordt er geen nieuw deelonderwerp beschreven?
  3.  Wordt de beschouwing afgesloten met een goede afsluitende zin?  

TAAL EN VERZORGING

  1. Zijn alle zinnen duidelijk? Zijn er zinnen die niet goed lopen? Onderstreep ze!  
  2.  Markeer de spellingfouten (geel maken) Let ook op werkwoorden, hoofdletters, punten etc. 
  3.  Worden er verkeerde woorden gebruikt in de tekst? Geef aan welke woorden niet goed of niet duidelijk zijn. 
  4.  Ziet de tekst er netjes en overzichtelijk uit?  







 

Slide 37 - Tekstslide

EN NU DE ECHTE...
  • Jullie hebben een onderwerp gekozen;
  • Jullie hebben artikelen gezocht;
  • Ga de artikelen samen bestuderen, geprinte versie of digitaal;
  • Maak aantekeningen van de argumenten voor (2) en tegen (2) die jullie willen gaan gebruiken;
  • Maak aantekeningen van de toelichting per alinea;
  • Ga zorgvuldig het bouwplan invullen;
  • Schrijf de bronvermelding ook op het bouwplan;
  • Tijdens het schrijven van de beschouwing gebruiken jullie het bouwplan;
  • Zorg dat er voldoende informatie op staat.

Slide 38 - Tekstslide

DE TOETS (1)

  • Schrijf samen een beschouwing met behulp van jullie bouwplan; 
  • De tekst bestaat uit maximaal 550 woorden (marge 10%);
  • Totaal 6 alinea's;
  • Zet jullie naam, achternaam en klas op het toetsblaadje;
  • Controleer na afloop jullie tekst goed;
  • Lever de tekst in bij de docent;

Slide 39 - Tekstslide

DE TOETS (2)

  • Jullie krijgen de beschouwing terug en gaan deze overschrijven op laptop;
  • Jullie mogen nog kleine verbeteringen aanbrengen;
  • Sla de beschouwing als volgt op: beschouwing- naam1 + naam2; (beschouwing- Jan+Piet)
  • Mail de beschouwing naar jullie docent;
  • zet in de onderwerpregel: beschouwing van naam1 + naam2.                                                  
  • VEEL SUCCES!   

Slide 40 - Tekstslide