36. Thema 4, week 3 Les 9 en Flitsles 9- korte en lange klank einde klankgroep

Lange klank
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lange klank

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn korte klanken?
a
i
u
e
o

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte klank (a, e, o u)

Hoor je een korte klank? dan schrijf je 2 medeklinkers. Bijvoorbeeld: bakker.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klankgroepen
lange klanken
korte klanke


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In hoeveel stukjes kan je boterham verdelen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we zo'n stukje van een woord?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer een woord met 4 klankgroepen.

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

boom =
A
1 klankgroep
B
2 klankgroepen
C
2 klankgroepen
D
4 klankgroepen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

pauze =
A
1 klankgroep
B
2 klankgroepen
C
3 klankgroepen
D
4 klankgroepen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

goudvisvijver =
A
1 klankgroep
B
2 klankgroepen
C
3 klankgroepen
D
4 klankgroepen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kro-ket, de o =
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ta -fel, de a =
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

putten, de u =
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

korte klank
aan einde klangroep

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

lange klank
aan einde klankgroep

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel 8

Ik kan woorden met een korte of lange klank aan aan einde van een klankgroep correct schrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte klanken en lange klanken
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange of een korte klank?
klinkerdief
Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een klinker weg.

jager - ramen - praten
medeklinkerbank
Korte klank? Dan komen er twee dezelfde medeklinkers op de bank.

bakker - kitten - pokken
2

Slide 17 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Heeft peren een korte of lange klank
A
korte klank
B
lange klank

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft spelen een korte of lange klank
A
korte klank
B
lange klank

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt een woord in stukjes verdelen. Elk stukje is een klankgroep. Een woord kan uit een of meer klankgroepen bestaan.
Wat is een klankgroep?
2

Slide 20 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

In elke klankgroep zit een korte klank of een lange klank.
Wat is een klankgroep?
2

Slide 21 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.









lange klank








korte klank
spelen
rennen
tikken
water

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed
A
kippenhok
B
kipenhok

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed.
A
melkflesen
B
melkflessen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
lesuren
B
lesuuren

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

winkelstr...en
A
at
B
aat

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

basissch...en
A
ol
B
ool

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wadir en Isa vinden de schommel het leukste.


Waarom schrijf je schommel met een dubbelzetter (mm)?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 7
- Jullie kunnen aan het einde van deze les woorden waarbij g  klinkt als zj correct schrijven. Bijvoorbeeld: garage, giraf, manege etc.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
B

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

woorden met -g
die klinkt als -zj

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoor niet bij het rijtje thuis?
A
Etage
B
Massage
C
Horloge
D
Haasje

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
Genie
B
Geluk
C
Gedoe

Slide 35 - Quizvraag

Let hierbij vooral op de uitspraak!
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
Roosje
B
Doosje
C
Horloge

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is goed geschreven?
A
Maneesje
B
Manege

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is goed geschreven?
A
Slijtaasje
B
Slijtage

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is goed geschreven?
A
Kaasje
B
Kage

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is goed geschreven?
A
Rapportage
B
Rapportaasje

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is goed geschreven?
A
Lekkage
B
Lekkaasje

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn slaapkamer is een rava..e
A
ravaasje
B
ravage

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bloem als versiering noem je een corsa..e
A
corsaasje
B
corsage

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vlees koop je bij de
sla..erij

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij heeft op zijn arm een
..........

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Mickey Mouse is een .......... in een tekenfilm.

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Dit is een .......... van verschillende
dieren.

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Dit is een foto van een .......

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Dit was vroeger de ........ koets van de koning.

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



De ..........

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Tekst
Groep 8
Blok 4 - week 3 -

les 9 instructie
en 
Flitsen bij les 9

Klaar: Plussen

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies