Spelling: korte en lange klanken

SPELLING 
KORTE KLANK / LANGE KLANK
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SPELLING 
KORTE KLANK / LANGE KLANK

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kppr
tmmrmn
zknhs
wnkl



Wat staat hier?
2

Slide 2 - Tekstslide

Wat ontbreekt er in elk woord?
Wat is het verschil tussen klinkers en medeklinkers?

REGEL LANGE KLANK

aa ee uu oo

De apen eten dure noten


Lange klanken hebben pech,

we halen gewoon een letter weg.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

REGEL KORTE KLANK

o i e a u

Domme kippen rennen het smalle bruggetje op.


Bij korte klanken zoals: a e o i u

zet ik twee medeklinkers, lekker puh!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt een woord in stukjes verdelen. Elk stukje is een klankgroep. Een woord kan uit een of meer klankgroepen bestaan.
Wat is een klankgroep? (lettergrepen)
2

Slide 5 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

In elke klankgroep zit een korte klank of een lange klank.
Wat is een klankgroep?
2

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Slide 7 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

k...enhok
A
ip
B
ipp

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

winkelstr...en
A
at
B
aat

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

v...en
A
al
B
all

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

melkfl...en
A
es
B
ess

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

REGEL TWEEKLANKEN

Hoor je aan het eind van een klankgroep een tweeklank, schrijf het woord zoals je het hoort.

luister - keuken - ruiken - kijken -

reiken - houten - pauken - zieken - koeken

Luister goed,

dan weet je hoe je het schrijven moet.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een woord op met een O die lang klinkt als een OO

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een woord op met een E die lang klinkt als een EE

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies