3.5 Verticaal en horizontaal verschuiven
Kwadratische problemen
3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Kwadratische problemen
3
Slide 1 - Tekstslide
Opgave 61 - blz. 116
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Slide 2 - Tekstslide
Opgave 61 - blz. 116
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, d en e?
Slide 3 - Tekstslide
Opgave 61 - blz. 116
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, d en e?
a = -1/2, d = -2 en e = -6
Slide 4 - Tekstslide
Opgave 61 - blz. 116
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, d en e?
a = -1/2, d = -2 en e = -6
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Slide 5 - Tekstslide
Opgave 61 - blz. 116
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, d en e?
a = -1/2, d = -2 en e = -6
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Haakjes wegwerken.
Slide 6 - Tekstslide
Opgave 61 - blz. 116
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, d en e?
a = -1/2, d = -2 en e = -6
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Haakjes wegwerken.
h(x)=−21(x2+6x+2x+12)
Slide 7 - Tekstslide
Opgave 61 - blz. 116
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, d en e?
a = -1/2, d = -2 en e = -6
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Haakjes wegwerken.
h(x)=−21(x2+8x+12)
h(x)=−21(x2+6x+2x+12)
Slide 8 - Tekstslide
Opgave 61 - blz. 116
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, d en e?
a = -1/2, d = -2 en e = -6
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Haakjes wegwerken.
h(x)=−21x2−4x−6
h(x)=−21(x2+8x+12)
h(x)=−21(x2+6x+2x+12)
Slide 9 - Tekstslide
Zelf proberen!
Maak opgave L11.
Je mag fluisterend overleggen
timer
4:00
Slide 10 - Tekstslide
Opgave L11 nakijken
Slide 11 - Tekstslide
Opgave 71 - blz. 121
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Slide 12 - Tekstslide
Opgave 71 - blz. 121
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, p en q?
Slide 13 - Tekstslide
Opgave 71 - blz. 121
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, p en q?
a = -2, p = -5 en q = 0
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Slide 14 - Tekstslide
Opgave 71 - blz. 121
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, p en q?
a = -2, p = -5 en q = 0
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Dubbele haakjes maken en haakjes wegwerken.
Slide 15 - Tekstslide
Opgave 71 - blz. 121
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, p en q?
a = -2, p = -5 en q = 0
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Haakjes wegwerken.
g(x)=−2(x+5)(x+5)=−2(x2+5x+5x+25)
Slide 16 - Tekstslide
Opgave 71 - blz. 121
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, p en q?
a = -2, p = -5 en q = 0
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Haakjes wegwerken.
g(x)=−2(x2+10+25)
g(x)=−2(x+5)(x+5)=−2(x2+5x+5x+25)
Slide 17 - Tekstslide
Opgave 71 - blz. 121
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, p en q?
a = -2, p = -5 en q = 0
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Haakjes wegwerken.
g(x)=−2x2−20x−50
g(x)=−2(x2+10+25)
g(x)=−2(x+5)(x+5)=−2(x2+5x+5x+25)
Slide 18 - Tekstslide
Opgave 71 - blz. 121
Voordat we antwoord geven op vraag a. Waar moet ik op letten tussen de haakjes?
Of er een min of plus staat.
Bij + staat er een negatief getal
Bij - staat er een positief getal
Wat zijn a, p en q?
a = -2, p = -5 en q = 0
Wat ga ik doen om naar de andere vorm te gaan?
Haakjes wegwerken.
g(x)=−2x2−20x−50
g(x)=−2(x2+10+25)
g(x)=−2(x+5)(x+5)=−2(x2+5x+5x+25)
a= -2, b= -20 en c = -50
Slide 19 - Tekstslide
Zelf proberen!
Maak opgave L13.
Je mag fluisterend overleggen
timer
4:00
Slide 20 - Tekstslide
Opgave L11 nakijken
Slide 21 - Tekstslide
Aan het einde van deze les:
- kan je de formule opstellen van een grafiek die ontstaat als je de grafiek verticaal verschuift
- kan je de formule opstellen van een grafiek die ontstaat als je de grafiek horizontaal verschuift
3.5 Grafieken veranderen
Slide 22 - Tekstslide
3.5 Grafieken veranderen
Verticaal verschuiven
Welk verschil zie je in de formules?
Slide 23 - Tekstslide
3.5 Grafieken veranderen
Verticaal verschuiven
Welk verschil zie je in de formules?
Achter staat +/- het aantal hokjes omhoog of omlaag.
x2
Slide 24 - Tekstslide
3.5 Grafieken veranderen
f(x) = x²
g(x) = (x - 2)²
Horizontaal verschuiven
Welk verschil zie je in de functies?
Slide 25 - Tekstslide
3.5 Grafieken veranderen
f(x) = x²
g(x) = (x - 2)²
Horizontaal verschuiven
Welk verschil zie je in de functies?
Binnen het kwadraat staat +/- het aantal hokjes naar links of naar rechts.
Naar links >> (x + ....)²
Naar rechts >> (x - ....)²
Werk je met een functie? Na verschuiving verandert de letter, want het is een nieuwe functie geworden.
Slide 26 - Tekstslide
3.5 Grafieken veranderen
Verticaal:
Achter staat +/- het aantal hokjes omhoog of omlaag.x2
Horizontaal:
Binnen het kwadraat staat +/- het aantal hokjes naar links of naar rechts.Naar links >> (x + ....)²
Naar rechts >> (x - ....)²
Slide 27 - Tekstslide
3.5 Grafieken veranderen
Slide 28 - Tekstslide
Aan het werk
- Maak opgaven 75, 76, 78 en L14
- Klaar? Ga leren voor de toets:
Diagnostische toets maken (opgaven 5, 8, 9, en 12 niet)
Diagnostische toets maken (opgaven 5, 8, 9, en 12 niet)
- Lukt het niet met overleg? Dan werken we in stilte
De toets is op vrijdag 6 december.
(5 dec Sinterklaas? Leer de dagen ervoor!!!)
(5 dec Sinterklaas? Leer de dagen ervoor!!!)
