Hoofdstuk 4 - Elektriciteit || Paragraaf 2 - Stroomkringen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Wat weet je nog?

Welke deeltjes verplaatsen zich bij elektriciteit?

1. Atomen
2. Ladingen
3. Elektronen
4. Atoomkernen

Genoeg elektronen

Te veel elektronen

Te weinig elektronen

Positief geladen

Negatief geladen

Neutraal

De eenheid van spanning is

1. Ampére
2. Thriller
3. Watt
4. Volt

Het symbool van spanning is

1. u
2. U
3. S
4. I

Hoe heet de plaats waar de spanning vandaan komt?

1. Stopcontact
2. Een Wattje
3. Een spanningbron
4. Een Stroombron

Waarom is een batterij geen geschikte spanningsbron voor een wasmachine?

1. Hij heeft te weinig stroom
2. Hij heeft te weinig spanning

Hoe kan een adapter een mobiele telefoon opladen?

1. Er gaat positieve spanning de telefoon in en er komt tegelijk negatieve spanning uit.
2. Er gaat spanning de telefoon in en evenveel spanning gaat er tegelijk uit.
3. Spanning stroomt alleen maar naar de telefoon toe.
4. Er stroomt afwisselend positieve spanning de telefoon in en negatieve spanning de telefoon uit.

Wat is de richting van de elektrische stroom in een gesloten stroomkring?

1. Naar het lampje toe
2. Naar de negatieve pool van de batterij
3. Van het lampje weg
4. Naar de positieve pool van de batterij