V2_9.1 Grammatica_zinsdelen _Samengestelde zinnen + woordsoorten

9 Taalverzorging 4
Leerwerkboek B

9.1 Grammatica
Herhaling hoofd- en bijzinnen
Hoofd- en bijzinnen verbinden



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

9 Taalverzorging 4
Leerwerkboek B

9.1 Grammatica
Herhaling hoofd- en bijzinnen
Hoofd- en bijzinnen verbinden



Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van de les:
1) Weet je weer wat hoofd- en bijzinnen zijn
2) Weet je op welke manieren hoofd- en bijzinnen verbonden kunnen worden

Slide 2 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
In een hoofdzin staan persoonsvorm en onderwerp naast elkaar, er kan niks tussen staan.

In een bijzin staan persoonsvorm en onderwerp NIET naast elkaar of ze staan naast elkaar, maar je zou er iets tussen kunnen zetten.


Slide 3 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
Hoofdzin 
Sara rent in haar nieuwe joggingbroek naar school.

Bijzin
Sara rent in haar nieuwe joggingbroek naar school, omdat ze bijna te laat is.



Slide 4 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
Een zin bestaat uit 1 hoofdzin + 1 bijzin

Een zin bestaat uit 2 hoofdzinnen + 1 bijzin

Een zin bestaat uit 1 hoofdzin + 2 bijzinnen
Etc....
In een zin staat altijd minimaal 1 hoofdzin! 






Slide 5 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
Het licht in vuur is blauwer als het vuur heter is, omdat blauw licht energierijker is dan rood licht.

Hoeveel hoofdzinnen, hoeveel bijzinnen?
Wat zijn de voegwoorden?






Slide 6 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
Het licht in vuur is blauwer als het vuur heter is, omdat blauw licht energierijker is dan rood licht.

als = voegwoord
Het licht in vuur is blauwer = hoofdzin
het vuur heter is = bijzin
omdat = voegwoord
blauw licht energierijker is dan rood licht = bijzin






Slide 7 - Tekstslide

Er is een grote kans dat je gezellig mee gaat doen als je naast een gapend medemens zit.

Schrijf de hoofd- en bijzinnen op + de voegwoorden

Slide 8 - Open vraag

Toen je omgeving het even had gehad met jouw belangstelling voor van alles en nog wat, kon je je vragen afvuren op deze robot, want hij luistert altijd belangstellend.
Schrijf de hoofd- en bijzinnen op + de voegwoorden

Slide 9 - Open vraag

Je ziet in Afrikaanse landen dat dieren een lift krijgen van een nijlpaard, maar meestal zitten er ossenpikkers op de rug van het nijlpaard, omdat zij extra bescherming zoeken.
Schrijf de hoofd- en bijzinnen op + de voegwoorden

Slide 10 - Open vraag

Hoofd- en bijzinnen
Hoofd- en bijzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door voegwoorden.

Nevenschikkende voegwoorden verbinden 2 hoofdzinnen. 

Onderschikkende voegwoorden verbinden hoofdzin(nen) en bijzin(nen)







Slide 11 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
Hoofd- en bijzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door voegwoorden.

Bijwoorden, betrekkelijke voornaamwoorden en voorzetsels kunnen ook hoofd- en bijzinnen verbinden.

Veel leerlingen moet hard leren om voor Nederlands een voldoende te halen.





Slide 12 - Tekstslide

vwo 2_aan het werk
1) Maken: opdracht 6, blz. 95 (hoofd- en bijzinnen)

2) Maken: opdracht  7 t/m 12 blz. 95 t/m 99 (bijvoeglijke naamwoorden, telwoorden, bijwoorden) > lees de gele blokjes





Slide 13 - Tekstslide