Hoe begrijp je wat je leest

Welkom 1E

Inloggen op lesson up

Neem bladzijde 25 voor van tumult.

Doel: Echt begrijpen wat je leest. Handig bij moeilijke teksten lezen of leren

Na de les kun je:

- belangrijkste informatie uit tekst halen

- lastige woorden en zinnen voor jezelf duidelijk maken

- vragen bedenken en beantwoorden over de tekst

Je krijgt 5 seconden om naar een tekst te kijken

Je slaat op mijn teken de bladzijde om en na 5 seconden op mijn teken weer terug.

Kijk 5 seconden naar de tekst op blz. 27: 

Leren: hoe werkt dat in je hersens?

Beantwoord nu de vragen op bladzijde 25 bij onderdeel b

Geen overleg!

2. Kern 

Opdracht a

Lees de tekst op blz. 27 nu in één keer helemaal door. Snap je iets niet? Maakt niet uit gewoon doorlezen.

Samen het informatieblok lezen op bladzijde 26

Maak drietallen:

Sla terug naar bladzijde 25

Opdracht b:

Jullie gaan dezelfde tekst nog een keer lezen. Tijdens het lezen let je alle drie op iets anders. Spreek met elkaar af wie waarop let en kruis jouw taak in je boek aan.

o hoofdzaken markeren in de tekst

o moelijke woorden omcirkelen en hiervan begrippenlijst maken

o vraag bij elke alinea bedenken waarop antwoord in dezelfde alinea staat

Opdracht c en d blz. 26

Als je de tekst en je taak uitgevoerd hebt beantwoord dan voor jezelf de vragen nog bij opdracht c op blz. 26

Bespreek vervolgens de resulaten.

Vergelijk jouw antwoorden met die van je groepsgenoten.

Een quiz:

1. "Grote kans dat je in groep 3 hebt leren lezen."
Is dit een hoofdzaak of bijzaak.

1. hoofdzaak
2. bijzaak

2. "Je kunt de manier waarop je hersens werken vergelijken met Wikipedia."

1. hoofdzaak
2. bijzaak

3. Wat is het lange termijn geheugen?

1. de kennis die in je hoofd opgeslagen is
2. informatie waarbij het lang geduurd heeft voordat je het kon onthouden

4. "Als je met Wikipedia werkt, zie je overal blauwe woorden: hyperlinks."

1. hoofdzaak
2. bijzaak

5. Waarom kun je je hersens zien als een netwerk?

1. omdat alle kennis in je hoofd met elkaar verbonden is
2. omdat je als je aan het ene denkt, meteen aan het volgende denkt

6. Waar in je hersens bewaar je nieuwe informatie die nog niet in je lange termijn geheugen zit?

1. werkgeheugen
2. netwerk

7. Waarom moet je als je iets leert altijd bedenken wat je er al over weet?

1. Dan is het makkelijker de informatie in je lange termijn geheugen op te nemen
2. daarmee maak je je mentale Wikipedia een stukje groter

8. Wat past het beste bij de betekenis van 'mentaal'?

1. Dingen kunnen besturen met je hersens
2. in je hoofd

9. "Hoe beter je de verbindingen in je hoofd maakt, hoe makkelijker het leren wordt.

1. hoofdzaak
2. bijzaak

Wat heb je geleerd van deze les?

Zelfstandig werken