TaalCompleet 3.1 & 3.2

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

TaalCompleet 3.1 & 3.2

Woorden

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Geef antwoord in een hele zin.

Heeft jouw huis een balkon?

Geef antwoord in een hele zin.

Heeft jouw huis een garage?

Geef antwoord in een hele zin.

Heeft jouw huis een tuin?

TaalCompleet 3.1 & 3.2

zeggen

• uitspreken wat je denkt 

ik zeg - wij zeggen

zin: Ik zeg niet veel.                

zin: Mijn zus zegt vaak iets.

zeggen

ik zeg

jij/je zegt

u zegt

hij/zij zegt

wij/we zeggen

jullie zeggen

zij zeggen

spellen

• uitspreken wat je denkt 

ik spel - wij spellen

zin: U spelt mijn naam.             

zin: Wij spellen de namen.      

spellen

ik spel

jij/je spelt

u spelt

hij/zij spelt

wij/we spellen

jullie spellen

zij spellen

Wat is de goede vorm van zeggen?
Ik ... mijn naam.

Wat is de goede vorm van zeggen?
De vrouw ... dag.

Wat is de goede vorm van zeggen?
Jullie ... hallo.

Wat is de goede vorm van spellen?
U ... het woord.

Wat is de goede vorm van spellen?
De cursisten ... een zin.

Wat is de goede vorm van spellen?
Ricardo ... mijn naam.

ik

jij

u

hij/zij

wij

jullie

zij

zeggen

zegt

zeg

zegt

zegt

zeggen

zeggen

ik

jij

u

hij/zij

wij

jullie

zij

spellen

spelt

spel

spelt

spelt

spellen

spellen