Week 5 Cupcakes

Cupcakes
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Cupcakes

Slide 1 - Tekstslide

Cupcakes

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
  • Je kan zelfstandig je materialen verzamelen
  • Je kan de techniek kloppen toepassen
  • Je kan het beslag gelijk verdelen

Slide 3 - Tekstslide

Theorie cupcake
cupcake = klein taartje
Gemaakt van bloem, suiker, ei en boter

Kan je versieren met fruit, suiker, chocolade,
slagroom en creme 

Slide 4 - Tekstslide

vaktaal
Kloppen = snel roeren
Klutsen = los roeren
Beslag = mengsel van ei, boter, suiker en bloem
Afkoelen = koud laten worden

Slide 5 - Tekstslide

Dit is een.....

Slide 6 - Open vraag

Dit is een.....

Slide 7 - Open vraag

Dit is een.....

Slide 8 - Open vraag

Dit is een.....

Slide 9 - Open vraag

Dit is een.....

Slide 10 - Open vraag

Dit is een.....

Slide 11 - Open vraag

Dit is een....
A
Taartvorm
B
Cupcakevorm
C
Bakpapier
D
Versiering

Slide 12 - Quizvraag

Ingrediënten per persoon 
  • 100 gram Boter
  • 100 gram zelfreizendbakmeel
  • 100 gram basterdsuiker
  • 2 eieren (100gram)

Slide 13 - Tekstslide

uitvoeren
Je gaat nu de cupcakes maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 25 - Tekstslide

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 26 - Quizvraag

hoeveel grondstoffen zitten er in een cupcake??
A
2
B
4
C
3
D
5

Slide 27 - Quizvraag

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 28 - Open vraag

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 29 - Open vraag