Examenvoorbereiding 6v en 5h tehatex

• Tekenen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Examenvoorbereiding tehatex

vwo

Maandag 12 mei 2025

09:00 - 11:30 uur

 havo

Maandag 19 mei 2025

09:00 - 11:30 uur

Kunst & Leven

Agenda van vandaag

• Wat moet je gaan leren?
• Verschil tussen vormgeving en voorstelling
• Kunstanalyse oefenen
• Beeldende begrippen
• Examenvragen begrijpen

Wat moet je leren? (havo)

• Bekijk de syllabus voor de examenstof en specificatie (zie reader voor korte versie)
• Leer zelf H 12 uit je reader. Alle andere hoofdstukken zijn behandeld in de 4e en 5e klas. 
• Zorg dat je "Barok" extra goed kent. 
• Je wilt verschillende tijdvakken en stromingen met elkaar kunnen vergelijken. 
•  Begrippenlijst uit de syllabus
• Oefenen met oude examens
• Lees het boek Kunst op Niveau en lees ook de kunst analyses die daarin staan

Wat moet je leren? (vwo)

• Bekijk de syllabus voor de examenstof en specificatie
• Leer de stof uit het boek Kunst op Niveau. In de classroom staat extra input in de vorm van een digitale methode. 
• Je wilt verschillende tijdvakken en stromingen met elkaar kunnen vergelijken. 
•  Begrippenlijst uit de syllabus
• Oefenen met oude examens

Voorstelling – Wat zie je?

1. Wat wordt er afgebeeld? 
   (personen, objecten, handelingen, omgeving)
2. Welke sfeer roept het op?
   (dramatisch, verstild, chaotisch, feestelijk)
3. Wat is het onderwerp of thema?
4. Is er een verhaal of symboliek te herkennen?
5. Tijd en plaats
   (Is het historisch, hedendaags, toekomstbeeld?)

Dumas, Marlene The Visitor 1995
Olieverf op doek, ca. 150 x 200 cm

Voorstelling

Is er een verhaal of symboliek te herkennen?

Symboliek: de vrouwen staan met de rug naar de kijker – alsof wij hen moeten beoordelen.

De titel The Visitor kan slaan op de kijker (wij zijn de bezoeker), of op iemand die zal binnenkomen en deze vrouwen "bekijken".

Mogelijk verwijzing naar intiem onderzoek, seksuele blik, of de mens als object van observatie.

Tijd en plaats

Hedendaags, geen historische verwijzingen.

De ruimte is tijdloos, maar voelt modern aan.

Plaats: niet specifiek – het zou een wachtruimte, ziekenhuis, gevangenis of andere institutionele plek kunnen zijn. 

Wat wordt er afgebeeld?

Personen: Zes vrouwelijke figuren, gezien van achteren. Ze lijken in een rij te staan of te wachten, allemaal met ontbloot onderlijf.

Objecten: Geen expliciete voorwerpen zichtbaar. Alleen de figuren en de ruimte.

Handelingen: De vrouwen lijken te wachten, stilstaan, verwachten. Eén lijkt net een stap te zetten.

Omgeving: Een lege, vage ruimte. Mogelijk een wachtruimte, douche, kleedkamer of ziekenhuisachtige setting.

Welke sfeer roept het op?

Verstild, maar ook ongemakkelijk en intiem.

Er zit iets mysterieus, zelfs onheilspellends in de opstelling.

Het werk nodigt uit tot reflectie, misschien ook schaamte of voyeurisme.

Wat is het onderwerp of thema?

Kwetsbaarheid en het vrouwelijke lichaam

De verhouding tussen individu en groep

Identiteit, gender, verlangen of objectificatie

Wachten op een beoordeling of gebeurtenis → sociale of medische controle?

Vormgeving – Hoe is het vormgegeven?

• De beeldende aspecten

Licht – Natuurlijk, kunstmatig, schaduwen, licht-donker contrast

Kleur – Primair/secundair, warm/koud, symbolisch, fel/gedempt

Vorm – Organisch/geometrisch, open/gesloten, abstract/figuratief

Lijn – Soorten lijnen, contouren, richting, dynamiek

Ruimte – Dieptewerking, perspectief, overlapping, afsnijding

Textuur – Voelbare of zichtbare oppervlaktestructuur

Compositie – Ordening, balans, symmetrie/asymmetrie, aandachtspunt

Materiaal & Techniek – Waar is het van gemaakt? Hoe is het gemaakt?

Vormgeving

Verkleining toegepast van de ingang t.o.v. de mensen

De achtergrond blijft vaag en leeg

Textuur

Zichtbare schildertoets

Verf is dun en transparant aangebracht (waterig effect)

Geeft een broze, fragiele sfeer

Compositie

Horizontale opstelling van figuren

Asymmetrisch, maar met ritme door herhaling van houding

Gele ingang is het aandachtspunt, de blik glijdt langs alle figuren, naar het lichte vlak. 

Materiaal & Techniek

Olieverf op doek

Dumas schildert vaak met dunne, transparante lagen

Verfgebruik doet denken aan aquarel, ondanks dat het olieverf is

Licht

Diffuus, kunstmatig aandoend licht

Nauwelijks duidelijke schaduwen

Weinig licht-donkercontrast, alles is vrij zacht van toon. 

Aandacht wordt getrokken door 1 licht vlak

Figuren hebben een glimlicht langs hun haar.

Kleur

Gedempt kleurgebruik met overwegend koele tinten 

Geen felle kleuren of symbolisch kleurgebruik, behalve de ingang

De kleuren versterken de afstandelijke en kille sfeer

Vorm

Organische, figuratieve vormen

De lichamen zijn herkenbaar maar enigszins vervormd

Gesloten vormen, weinig openheid in houding of compositie

Lijn

Zachte, schilderachtige lijnen

Contouren zijn vaag en vloeiend, niet scherp omlijnd

Ruimte

Beperkte dieptewerking, eerder vlakke ruimte. Lijnen wijken wel iets. 

Geen perspectief toegepast

Wel enige overlapping tussen figuren. 

The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living – Damien Hirst (1991)

Wat zie je? (voorstelling)

Hoe is het vormgegeven? (Vormgeving)

• materiaal
• kleur
• ruimte
• textuur

Guernica – Pablo Picasso (1937)

Voorstelling?

Vormgeving? 

• compositie
• contrast
• lijngebruik
• vorm

 Beweging, actie, golvende lijnen

Oppervlakte-eigenschap, voelbaar/zichtbaar

Oranje, Groen, Paars

 Herhaling van vormen of kleuren

Vorm met gaten of doorzichtige delen

Gebruik van warme kleuren op de voorgrond en koele kleuren op de achtergrond om diepte te suggereren

Waaruit je het beeld bekijkt

Omtrek van een vorm

De suggestie van ruimtelijkheid door licht en schaduw op een vorm

Ordening van vormen in het vlak

Plasticiteit

Textuur

Dynamisch

Ritme

Open vorm

Kleurperspectief

Secundaire kleuren

Compositie

Contourlijn

Standpunt

Begrippen

Tip:

Je hebt net een hele kleine selectie van begrippen bekeken en geoefend. Zorg dat je bekend bent met de begrippen uit de syllabus. Overhoor jezelf op dat gebied. Zorg dat je ook weet hoe en in welke context je die begrippen kunt/moet gebruiken. 

Soorten vragen die je tegen kunt komen op het examen

Oefening

1. Neem het oude examen erbij. 
2. Zoek voor iedere categorie een bijpassende vraag
3. Bekijk hoe het antwoord in het antwoordmodel is opgebouwd. 
4. Zou je zelf ook op deze manier het antwoord hebben opgebouwd?

Welke onzekerheden heb je op dit moment over het CSE?