Natuur thema 3 les 4

Natuur Thema 3 les 4
Ontdekvraag
Hoe komt mijn stem bij jouw oor?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Natuur Thema 3 les 4
Ontdekvraag
Hoe komt mijn stem bij jouw oor?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat is geluid?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je leren in deze les?
  • Je leert omschrijven wat geluid is.
  • Je leert dat geluid kan verschillen in toonhoogte en geluidssterkte.
  • Je leert dat geluid zich door verschillende materialen verplaatst.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voel je als je in de achtbaan naar beneden zoeft?

Slide 4 - Tekstslide

Vrijdag gaan we naar de Efteling. Wie is er al eens eerder in een achtbaan geweest? Wat voel je als je hard naar beneden zoeft? Wat gebeurt er met je haren? En wat als je een petje op hebt, wat kan daarmee gebeuren?

Pak een leeg A4tje en blaas daar vanaf onderen tegenaan. Hoe kan het dat het papier beweegt?

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geluid bestaat uit 



die tegen elkaar aan


Hierdoor gaat de lucht 
Luchtdeeltjes
Kleine bubbeltjes
Suikerkorrels
liggen
botsen
zitten
uitzetten
afkoelen
 trillen

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de maan is het muisstil. Hoe komt dat?
A
Er is niets of niemand dat geluid maakt
B
Er is geen lucht
C
De lucht daar bestaat uit waterdruppels
D
Dat heeft men nog niet ontdekt

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wist je dat elk geluid zich ongeveer 4 x sneller onder water verplaatst dan in lucht?

Slide 8 - Tekstslide

Geluid verplaatst zich niet alleen door lucht, maar ook door water. Op die manier kunnen onder water dieren met elkaar communiceren. Daarnaast maakt het het de dieren ook gemakkelijker om hun prooi op te sporen, die kunnen ze namelijk eerder horen, dan zien. 
Weetje
Wist je dat jouw stem in je eigen oren anders klinkt dan hoe anderen jouw stem horen?
Verklaring
De trillingen van je stemgeluid verplaatsen zich door het bot van je schedel. Het geluid gaat dus binnen in je hoofd door je schedel naar je oor toe. Het bot van je schedel vervormt het geluid. 

Slide 9 - Tekstslide

Wie stuurt er wel eens een spraakmemo naar een vriend of vriendin? Wie luistert zichzelf wel eens terug op zo'n memo of bijvoorbeeld een filmpje. 
Hoe vonden ze het om zichzelf terug te horen? Hoe klonk dat?
Houd je neus en mond dicht en probeer te neuriΓ«n (een soort zingen). Hoe komt het dat dat niet lukt?
Je mag overleggen met je schoudermaatje.
timer
2:00

Slide 10 - Open vraag

Uitleg: De lucht kan niet naar buiten, waardoor het geluid ook niet naar buiten kan. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zet de antwoorden op de juiste plek
In de stilste kamer wordt al het geluid                                   door

 dikke kussens. 
Hierdoor slaat al het geluid dood.

In de galmkamer wordt al het geluid maximaal 

door de muren, het plafond en de vloer. Het geluid galmt hierdoor erg lang na. 

vervormt
geabsorbeerd
weerkaatst
vervormt
geabsorbeerd
weerkaatst

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klinkt harder?
Sleep de geluiden naar de juiste plek in het schema.

Kettingzaag
Huilende baby
Praten
Stofzuigen

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke geluidssterkte doet geluid pijn aan je oren?
A
100 decibel
B
80 decibel
C
120 decibel
D
60 decibel

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk jij, maakt de hoeveelheid water in de fles uit voor het geluid dat je hoort als je erop blaast?
Nee
Ja
Loop naar de kant van de klas die jij denkt dat klopt.

Slide 16 - Tekstslide

Zet de flesjes klaar. We gaan verschillende toonhoogtes proberen te krijgen met deze flesjes. 

Vraag een aantal leerlingen naar hun keuze. Waarom ben je aan die kant gaan staan?
Proefje: Muziek maken met flessen

Slide 17 - Tekstslide

We gaan nu het proefje doen. 
De flesjes stonden al klaar op het aanrecht, deze zet ik nu vooraan op een tafel in de klas. Ik trek 5 leerlingen uit het beurtenstok-bakje, deze leerlingen gaan allemaal bij een van de flesjes staan. Ze blazen er om de beurt op. Ik leg eerst kort uit dat ze niet direct in de fles moeten blazen, maar er een beetje overheen. 

Verklaring voor verschil in toonhoogtes: Bij dit proefje wordt de snelheid van het trillen bepaald door de hoeveelheid lucht die trilt. Als er weinig lucht in de fles zit, dan klinkt de toon hoger dan wanneer er veel lucht in de fles zit. Hoe meer water in de fles zit, hoe minder lucht er nog in past. Daarom is de toon van een vollere fles hoger dan de toon van een minder volle fles.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proefje: Een telefoon van blikjes

Slide 19 - Tekstslide

We gaan naar de gymzaal. De leerling aan de ene kant van de blikjestelefoon krijgt een briefje met een zin erop. De leerling aan de andere kant probeert te ontcijferen wat de leerling zegt.
Wat zijn twee verschillen tussen een echte telefoon en een blikjestelefoon?
Overleg eerst met je groepje met de werkvorm 'Koppen bij elkaar'. De nummer 2 vult het groepsantwoord in.
timer
3:00

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door welke materialen kan geluid zich verplaatsen?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Water
B
Rubber
C
Stof, bijv. tapijt
D
Bot

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waar of niet waar:
Geluid is eigenlijk trillende lucht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat jouw stem in jouw eigen oren anders klinkt?
Sleep het juiste antwoord naar de lege plek.

Het geluid gaat binnen in je hoofd door je 

naar je oor toe.

Hierdoor wordt het geluid 
schedel
tong
versterkt.
vervormt.

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geluid kan verschillen in ... en ...
Kies het goede antwoord
A
volume en geluidssterkte
B
geluidssterkte en toonhoogte
C
hardheid en zachtheid
D
toonhoogte en trilling

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het geluid van onweer is ongeveer 100 decibel. Hoeveel decibel is een opstijgend straalvliegtuig ongeveer?
A
Ook 100 decibel
B
450 decibel
C
140 decibel
D
4000 decibel

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij vandaag geleerd over geluid?
Noem 2 of meer dingen en bespreek dit met je schoudermaatje. 
Ik draai zo aan het rad en vraag dan wat jouw maatje heeft geleerd in deze les.
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond deze les:
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies