VTK gevogelte/bouillon

VTK gevogelte/bouillon
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VTK gevogelte/bouillon

Slide 1 - Tekstslide

In de horeca gebruik je de naam gevogelte voor?
A
Alleen kip en kalkoen
B
Alleen wilde vogels die worden geschoten
C
Alle vogels die geschikt zijn voor consumptie
D
Alleen tamme boerderijdieren

Slide 2 - Quizvraag

Noem drie kwaliteitskenmerken van tam gevogelte.

Slide 3 - Open vraag

Leg uit wat pinceren betekent en wat is het doel.

Slide 4 - Open vraag

Wat is een mirepoix?
A
Is een kookpan met dubbele bodem voor het stomen van groenten.
B
Is een andere naam voor een soeplouche
C
Is een witte basis saus
D
Is een fijngesneden bouquet

Slide 5 - Quizvraag

Waarom vormt gevogelte een verhoogd risico op voedselinfecties wanneer het niet correct wordt bewaard?
A
Het vet helpt bacteriën te overleven.
B
Eiwitten bieden bacteriën zoals salmonella en campylobacter een voedingsbodem.
C
Bacteriën zitten alleen op het oppervlak.
D
Bewerkt gevogelte is altijd veilig als de verpakking dicht is.

Slide 6 - Quizvraag

Waarom zijn kip en kalkoen populair bij mensen die op dieet zijn?
A
Ze bevatten veel calorieën en weinig eiwitten
B
Het vlees is vetarm en rijk aan eiwitten
C
Ze smaken sterker dan ander vlees
D
Omdat ze moeilijk te bereiden zijn

Slide 7 - Quizvraag

wat is het doel van reduceren?

Slide 8 - Open vraag

Welke technische delen horen bij een kip?
A
Nek, borstfilet, vleugel, bout, drumstick
B
Hals, poot, vleugel, borst, staart
C
Drumstick, klauw, veren, poot, kop
D
Nek, borstfilet, bout, drumstick, staart

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent arroseren bij het bereiden van bijvoorbeeld gevogelte?
A
Het vlees extra kruiden
B
Het vlees op hoge temperatuur bakken
C
Het vlees snijden in kleine stukjes
D
Het vlees bevochtigen om uitdroging te voorkomen

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent “foie gras de canard”?
A
Vette lever van eend
B
Speciaal soort ganzenlever
C
Franse benaming voor kippenpastei
D
Type voer dat een kip eet om caloriearm te leven

Slide 11 - Quizvraag

Leg uit wat clarifiëren betekent en waarom dit gedaan wordt in de keuken.

Slide 12 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om een bouillon tijdens het trekken regelmatig af te schuimen?
A
Om te voorkomen dat de bouillon aanbrandt op de bodem van de pan
B
Om geurstoffen te behouden die anders zouden vervliegen
C
Om troebele eiwitten en onzuiverheden te verwijderen voor een heldere en zuivere bouillon
D
Omdat het de kooktijd aanzienlijk verkort en energie bespaart

Slide 13 - Quizvraag

Geef twee redenen waarom botten en bevleesde botten eerst gepinceerd worden?

Slide 14 - Open vraag

Welke eigenschap is typisch voor een piepkuiken in vergelijking met ouder slachtpluimvee?
A
Het heeft een hoger vetpercentage en steviger vlees
B
Het vlees bevat meer bindweefsel en heeft een diepere vleeskleur
C
Het is ouder dan 8 weken en daardoor beter geschikt voor stoofschotels
D
Het vlees is jong, mals, licht verteerbaar en vereist korte bereidingstijd

Slide 15 - Quizvraag