les 1 observeren 2 Opfrissen
1 / 15
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Observeren is?
A
Bewuste informatie tot je nemen
B
Informatie selecteren die je ziet
C
Vanuit je eigen referentiekader iets signaleren
D
Doelgericht en planmatig waarnemen
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde?
A
waarnemen signaleren observeren reageren
B
waarnemen reageren observeren signaleren
C
observeren waarnemen signaleren reageren
D
reageren signaleren observeren waarnemen
Slide 3 - Quizvraag
Welke redenen zijn er om te gaan observeren?
Slide 4 - Woordweb
Noem minstens vijf dingen die je noteert over een kind dat je gaat observeren
Slide 5 - Open vraag
Verschillen tussen objectief en subjectief
Slide 6 - Woordweb
Wat is GEEN vuilkuil bij observeren?
A
halo-effect en
horn-effect
B
projectie
C
sensitieve responsiviteit
D
stemming
Slide 7 - Quizvraag
Zet in je juiste volgorde: uitvoering beginsituatie/evaluatie/doelen/plan
Slide 8 - Open vraag
Verschil tussen participerend en niet- participerende observatie
Slide 9 - Open vraag
Op basis van je observatie doel alles in steekwoorden opschrijven wat je aan gedag ziet is:
A
participerende kwantitatief gestructureerde observatie
B
niet-participerende kwalitatieve gestructureerde observatie
C
niet-participerende kwalitatieve ongestructureerde observatie
D
participerende kwalitatieve gestructureerde observatie
Slide 10 - Quizvraag
Wat kan je allemaal noteren over het observatiemoment
Slide 11 - Open vraag
Event -sampling is een ander woord voor
A
continu -observatie
B
turfmethode
C
time- sampling
D
tijdsteekproef
Slide 12 - Quizvraag
Waarom kan je een waaromvraag niet observeren?
A
Dat is te moeilijk
B
Het kind weet zelf ook niet waarom het iets doet
C
De reden kan je niet zien
D
Dat is niet interessant
Slide 13 - Quizvraag
Wat schrijf je in de conclusie?
Slide 14 - Woordweb
Wat hoop je bij observeren 2 nog allemaal te leren?
