Week 4 De verdachte

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
StrafrechtMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • De verdachte
  • Verschil tussen gewone burger en een verdachte 
  • Rechten van de verdachte

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op:
art. 27 Sv

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een agent ziet in het centrum van Amsterdam een man met een paardenstaart lopen. Een uur geleden is er door een man met een paardenstaart een overval gepleegd op een bank, eveneens in het centrum van Amsterdam.

Leg uit of de man als verdachte kan worden aangemerkt.

Slide 10 - Open vraag

Nee. Er lopen veel te veel mannen met een paardenstaart door het centrum van
Amsterdam om hiermee iemand aan te kunnen merken als verdachte.
Een agent ziet in het centrum van Amsterdam een man met een paardenstaart lopen. Een uur geleden is er door een man met een paardenstaart een overval gepleegd op een bank, eveneens in het centrum van Amsterdam. De man met de paardenstaart voldoet qua huidskleur, leeftijd en kleding aan het signalement dat de politie heeft doorgekregen.

Leg uit of de man als verdachte kan worden aangemerkt.

Slide 11 - Open vraag

Nu ligt het anders. De man met de paardenstaart voldoet qua leeftijd, huidskleur en  kleding aan het signalement. Nu is er wel aanleiding om de man als verdachte aan te  merken.
Een onbekende man staat aan het slot van een voordeur te morrelen. De buren vertrouwen het niet. Ze bellen de politie, geven hun adres op en vertellen wat er aan de hand is. De bewoners zijn enige weken op vakantie en de man die nu al tien minuten aan het slot van de voordeur staat te prutsen, kennen ze niet. De buren hebben de zorg voor de post, de planten en de cavia. Op het moment dat de politie ter plaatse komt, is de man bezig door het wc-raampje naar binnen te klimmen.

Leg uit of de man als verdachte kan worden aangemerkt.

Slide 12 - Open vraag

Ja. Door de informatie van de buren in combinatie met het naar binnen klimmen van de  man door een raampje zijn er voldoende feiten en omstandigheden om de man als verdachte aan te merken.
Een vrouw loopt te sjouwen met een fiets die op slot zit.

Leg uit of de vrouw als verdachte kan worden aangemerkt.

Slide 13 - Open vraag

Nee, daarvoor zijn er te weinig aanwijzingen. Dit zou anders liggen als er vijf minuten  daarvoor een fiets zou zijn gestolen in de buurt die voldoet aan de omschrijving van de fiets die de vrouw bij zich heeft.
Er komt om tien uur 's avonds een telefoontje binnen van een vrouw die haar naam niet bekend wil maken. Ze vertelt dat er op dit moment door twee jongens van 12 jaar in de Alexanderschool, bij haar in de buurt, wordt ingebroken. De vrouw wil verder niets zeggen. De politie gaat naar de school toe en ziet nog net dat twee jongens de donkere school snel verlaten en hard weglopen.

Leg uit of de twee jongens verdachten zijn.

Slide 14 - Open vraag

Ja. Ook al komt de informatie van iemand die zijn naam niet wil zeggen, de informatie  kan gebruikt worden bij een verdenking van een misdrijf, ook al omdat de informatie heel specifiek is.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op:
art. 28 Sv
art. 45 Sv
art. 30 Sv

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

art. 6 lid 2 EVRM
Een verdachte die al een aantal dagen en nachten in een politiecel heeft doorgebracht, houdt tijdens het verhoor vol dat hij niets met het strafbaar feit te maken heeft. De rechercheurs die hem verhoren, vertellen hem dat hij pas naar huis mag als hij bekent. Daarop slaat de man door en legt hij een bekennende verklaring af.

Wat zou je als raadsman van de verdachte tijdens de zitting aanvoeren ter verdediging van de cliënt?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies