Geluk

Geluk
Burgerschap P3
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Geluk
Burgerschap P3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding:
Geluk heeft te maken met je fijn voelen, zijn bij mensen van wie je houdt en dingen doen waar je blij van wordt. De één is gek op uitgaan en wordt daar helemaal blij van. Een ander is het liefst elke minuut van de dag op het voetbalveld te vinden. Geluk betekent dus dat je tevreden bent met je huidige leefomstandigheden.

Geluk geeft energie, zorgt voor een lagere bloeddruk, een hogere pijngrens en een hogere weerstand. Maar een goede gezondheid leidt niet automatisch tot meer geluk. Er zijn heel gezonde mensen die erg ongelukkig zijn, en heel zieke mensen die toch gelukkig zijn. Als je gezondheid slechter wordt, bijvoorbeeld omdat je een ziekte krijgt, is dat een poosje heel erg zwaar. Je voelt je tijdelijk ongelukkiger, maar kunt na een tijd weer even gelukkig als voor de ziekte worden. We kunnen ons verrassend goed aanpassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verhaal achter jouw voornaam of voornamen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een van de mooiste plekken waar je bent geweest?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat was je beste beslissing?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Over welke 3 onderwerpen praat je het liefst? En waarom?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar werd/word jij gelukkig van?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar werd/word jij somber van?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsgesprek


Is geluksgevoel erfelijk? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsgesprek


Kan je geluksgevoel oefenen/trainen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten:
1. Positief denken helpt
2. Voldoende en gezond eten helpt
3. Voldoende en kwalitatieve slaap helpt
4. 
5.
6.
                                                            Vul aan

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IKIGAI

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blue zones
Plekken op de wereld waar mensen het oudst worden.
Om verschillende redenen. 

In Japan draait het om ikigai. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jullie bij gebleven of wat viel op?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou dit mogelijk zijn in Europa?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dank voor jullie aandacht!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondertitel
Kun je een depressie wegeten?
Over de relatie tussen je darm-bacteriën en je hersenen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1. Wat is creativiteit?
Leerdoelen
Na deze les...   

... kun je verband leggen tussen de darmen en de hersenen.

... weet je meer over wetenschappelijk onderzoek over de invloed van voeding op hersenziektes zoals depressie.

... kun je aangeven wat een gezond hersendieet is.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1. Wat is creativiteit?
 Jongeren en depressie
Deze 'reclamespot' werd een jaar of 8 geleden in bioscopen getoond.
Bekijk dit filmpje

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1. Wat is creativiteit?
De cijfers
Depressieve gevoelens komen onder jongeren best veel voor. 

Eén op de vijf jongeren heeft last van psychische klachten.
Eén op de vijftien tot twintig jongeren heeft last van een depressie. 

Dat gaan we in deze les niet oplossen.

Maar misschien is het mogelijk om via voeding iets aan depressieve klachten te doen.

Daar gaat deze les over.


Bron: Ramaker(2024)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vraag
In hoeverre ben je het eens met deze stelling:

'Een depressie is een psychische ziekte en geen lichamelijke ziekte'
0100

Slide 21 - Poll

Toelichting
De les gaat over de invloed van onze darmen, meer specifiek over het darmmicrobioom, op hersenziektes zoals depressies. Daarbij worden hersenen als een 'lichamelijk' orgaan gezien, net als de darmen. Is het onderscheid tussen psychische en lichamelijke ziektes kunstmatig? 
Deze vraag is als meningspeiling wellicht aardig als start van een (korte) discussie.
Les 1. Wat is creativiteit?
Communicatie tussen brein en darm
Ooit vlinders in je buik gevoeld?
Geen hap door je keel kunnen krijgen door zenuwen?
Angst die je misselijk maakt?

Hoe dat komt? Onze darmen hebben een eigen zenuwstelsel!
Signalen uit dit zenuwstelsel worden doorgegeven aan onze hersenen via een speciale verbinding. Zo communiceren onze darmen met ons brein. Waarschijnlijk wordt er ook informatie naar onze hersenen gestuurd over alle bacteriën die in onze darm gehuisvest zijn, ons microbioom. 



microbioom?
Je microbioom bestaat uit alle micro-organismen, voornamelijk bacteriën, in je darmen. Darmbacteriën kunnen onze hersenen beïnvloeden, en dus ook je gedrag en stemming. 
De relatie tussen het microbioom en de hersenen is een relatief nieuw onderzoeksgebied.
Bron: Verrot Lekker (2025)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsadviezen heb je net langs horen komen?

Slide 24 - Woordweb

Antwoorden
- groente en fruit
- volkorenproducten
- gezonde olie (olijfolie)
- peulvruchten
- geen fastfood

Les 1. Wat is creativiteit?
Biodiversiteit
Je darmen zitten tjokvol bacteriën. Als het goed is, zitten daar veel verschillende soorten tussen (tussen de 100 en 200 verschillende).  Voordeel: als er één soort wegvalt, is er vaak een andere soort die de taak kan overnemen ('reservespeler'). 

Net als in de natuur is het in je darmen belangrijk dat de biodiversiteit groot is.

Hoe doe je dat? Door de bacteriën in je darm 
van het juiste voedsel te voorzien.

Hoe? Door veel gevarieerder te eten met extra 
aandacht voor vezels.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1. Wat is creativiteit?
 Even stressen
Bij mensen die zo'n stress-test moesten doen (zie vorige dia) werd vooraf de darmflora onderzocht.

Sommige mensen die minder gevoelig waren voor de stress, bleken een bepaalde darmflora te hebben. Darmen hebben dus bij mensen invloed op het stressniveau.

Het is nog niet helemaal duidelijk welke bacteriën hiervoor verantwoordelijk zijn; daar wordt onderzoek naar gedaan.

Maar: verbetering van je darmflora maakt je weerbaarder tegen stress.
Bron: Sommer (2023)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1. Wat is creativiteit?
  Opdracht
Of je een depressie weg kunt eten, dat is nog even de vraag. Misschien kun je door de juiste voeding wel voorkomen dat je last van depressieve gevoelens krijgt.

Ontwerp nu een maaltijd die goed is voor je breinDenk aan:

  • voldoende vezels (groente, fruit, noten, volkorenproducten)
  • peulvruchten
  • gefermenteerde voeding (yoghurt, zuurkool, miso, augurken, ...)
  • zo min mogelijk kant-en-klaar-producten.

Je doet dit zonder computer (!) en in groepjes van 4. Elk groepje krijgt een nummer (max. 8 groepjes per klas). Vul jullie antwoord in de volgende dia in (1 antwoord per groep).
timer
4:30
maaltijd
Het gaat om de ingrediënten (bijvoorbeeld: witlof met ham en kaas met als toetje sorbetijs met vruchtjes), niet om de hoeveelheden of de bereidingswijze. Wees creatief! Er valt iets te winnen....
Wat heb je gisteren gegeten?
Neem de maaltijd van gisteren(avond) als uitgangspunt. Hoe kun je die maaltijd brein-vriendelijker maken?

Slide 27 - Tekstslide

Toelichting
De leerlingen gaan nu in groepjes een recept/maaltijd bedenken. Deze recepten zijn prima online te vinden, vandaar dat nu de handen even van de computers af moeten; spoor leerlingen aan om zelf creatief iets te bedenken. 
De opdracht wordt concreet door uit te gaan van wat ze gisteren gegeten hebben.
Kies met de klas (volgende dia) het beste recept en beloon dat met 4 mandarijntjes, of een zakje snoepworteltjes o.i.d.!

Opdracht
Vul hier per groep in welke maaltijd jullie bedacht hebben. Hoeveelheden hoeven er niet bij, ook geen bereidingswijze. 
Typ hier je antwoord:

Slide 28 - Open vraag

Toelichting
Loop kort de maaltijden langs en laat de leerlingen dan ieder voor zichzelf de beste maaltijd kiezen (waarbij ze niet op hun eigen maaltijd mogen stemmen). Dat stemmen doen ze in de volgende dia., maar daar staan alleen de groepsnummers. Ze moeten dus nu alvast hun keuze bepalen.

Stemming
Welke maaltijd is volgens jou het 
beste voor je brein? Stem op het juiste nummer. 
Let op: niet op je eigen maaltijd stemmen!
maaltijd van groep 1
maaltijd van groep 2
maaltijd van groep 3
maaltijd van groep 4
maaltijd van groep 5
maaltijd van groep 6
maaltijd van groep 7
maaltijd van groep 8

Slide 29 - Poll

Toelichting
Via de stemming komt er een winnend groepje uit de bus. Controleer voor de zekerheid even of de groepsleden niet op zichzelf hebben gestemd.
Beloon dit groepje met mandarijntjes of worteltjes of iets anders toepasselijks. 
Wel goed om de winnende maaltijd even langs de 'meetlat' te houden: voldoet deze maaltijd aan de gestelde 'eisen' (veel groente/fruit/vezels, peulvruchten, gefermenteerde voedingsmiddelen, geen kant-en-klaar-producten).
Les 1. Wat is creativiteit?
Geïnspireerd?
Vond je dit een leuke les? Dan is één van de volgende vervolgopleidingen misschien iets voor jou. 
Vraag: Welk profiel heb je nodig voor deze opleidingen?


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vullen en wat is voeden?
A
Vullen is zoveel mogelijk ingrediënten in je maaltijd stoppen.
B
Vullen is je lichaam voeden met ongezonde voeding.
C
Vullen is eten totdat je geen honger meer hebt .
D
Voeden is je lichaam vullen met gezonde voeding.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zit suiker in?
A
Ketchup
B
crackers
C
Koekjes
D
kant en klaar maaltijd

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn macronutriënten?
(macro’s)
A
Vitamine C, B12 en D2
B
Eiwitten, koolhydraten en vetten
C
Water, koffie/thee en frisdrank
D
Cardio, kracht en duursporten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn vitamines belangrijk?
A
Ze houden je gezond en in leven.
B
Ze zorgen voor een optimale weerstand
C
Ze zijn niet belangrijk want je kan zonder.
D
Ze zijn soms belangrijk

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn E-nummers?
A
Een vitamine
B
Een suiker soort
C
Kunstmatige toevoegingen
D
Een macro

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies