Vervolg Het microscopisch beeld van de nieren

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
PathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan men nog meer waarnemen op een microscopisch preparaat ?
ter hoogte van het lichaampje van Lichaampje van Malpighi
wat je ziet is afhankelijk van hoe je de coupe snijdt. 

Slide 2 - Tekstslide

Andere kleuring: 
Ter info: toluïdine blauw
Capillairtje van de glomerulus
De coupe is zo gesneden dat je het binnenste ziet van een capillairtje
Endotheel cel
1 ste deel van de glomerulaire filtratie barriere. Deze cellaag bevat porien genaamd fenestra. Door deze porien kan plasma water en opgeloste stoffen. Rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes kunnnen hier niet doorheen. Deze verlaten de glomerulus weer via het afvoerend slagadertje (efferente arteriole).
Rode bloedcellen
Bevinden zich in de capillairtjes van de glomerulus. Deze kunnen niet door de porien van de endotheelcellen.
klik op de duimspijkers
Podocyten
3de deel van de glomerulaire filtratie barriere. Deze epitheelcellaag (ja het zijn een soort epitheelcellen) zorgen ervoor dat plasma eiwitten niet uit het bloed gefilterd worden. Deze zijn namelijk kostbaar voor het lichaam. Een heel kleine hoeveelheid komt toch in de voor urine terecht, maar word later in de nier buisjes gereabsorbeerd in het bloed. 
Mesangium
Deze bestaat uit mesangiale cellen en matrix. Het heeft als primaire functie om 'afval' uit het filtraat te houden. Een soort zeef dus. 
Bij kleuring zijn ze altijd donkerder dan de podocyten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat vormt de barrière tussen het
bloed en de urinaire ruimte?

Slide 5 - Open vraag

Welke cellen kom je niet tegen als je naar het lichaampje van Malpighi kijkt?
A
éénlagig plaveiselcelepitheel
B
podocyten
C
endotheel cellen
D
kubisch epitheel

Slide 6 - Quizvraag

Er wordt 180 liter glomerulaire ultrafiltraat geproduceerd per dag. Toch plassen we geen 180 liter per dag uit (gelukkig!)

Slide 7 - Tekstslide

180 l --> 1-2 l urine

Slide 8 - Woordweb

RE-ABSORPTIE 
OF TERUG RESORPTIE 
= Het opnieuw opnemen van nuttige stoffen in het bloed

Slide 9 - Tekstslide

Proximale tubulus (PT)
wordt omgeven door de peritubulaire capillairtjes


Reabsorptie van zout, water en reguleert organische opgeloste stoffen (glucose en aminozuren), kalium, ureum, fosfaat en citraat inhoud reguleert.

ongeveer 65%--> vasculair systeem

Slide 10 - Tekstslide

Maar 
het filtraat in de PT is isotoon tov het plasm in de peritubulaire capillairen 

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Het filtraat in de PT is isotoon tov het plasma in de peritubulaire capillairtjes (ptc). Wat wil dit zeggen?
A
Dat de concentratie opgeloste stoffen in de PT hetzelfde is als die van ptc
B
Dat de concentratie opgeloste stoffen in de PT hoger is als die van ptc
C
Dat de concentratie opgeloste stoffen in de PT lager is als die van ptc
D
geen van allen

Slide 13 - Quizvraag

Isotoon tov. hoe kan er dan reabsorptie (OSMOSE EN DIFFUSIE) naar de capillairtjes plaatsvinden?

Slide 14 - Tekstslide

Reabsorptie
Proximale tubulus
Peritubulaire capillair
1. actief transport Na/K pomp
2. elektrische gradiënt  (Cl-)
3. osmose gradiënt

Slide 15 - Tekstslide

PT onder de microscoop
wand bestaat uit 1 lagig kubus epitheel


bevat miljoenen microvilli (verhogen oppervlakte voor reabsorptie)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

PAS kleuring
PT hebben dus een ' brush
border' 
DT niet. 
Brush border= borstelzoom
Donkerder  cytoplasma

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De proximale tubulus heef wat voor epitheel cellen?
A
Eenlagig Kubusepitheel
B
eenlagig plaveiselepitheel
C
Meerlagig kubusepitheel
D
eenlagig kolom epitheel

Slide 20 - Quizvraag

De proximale tubulus heeft
A
Geen microvilli en een duidelijk lumen
B
Veel microvilli (borstelzoom) en minder duidelijk lumen
C

Slide 21 - Quizvraag

 De route van voorurine
Kapsel van Bowman
Proximale tubulus (buis)
Lis van Henle
Distale tubulus (buis)
Verzamelbuis
Verzamelbuis
Nierkelk, nierbekken, urineleider, blaas, urinebuis

Het microscopische beeld van de nier o.b.v.

Slide 22 - Tekstslide

Voor de Lis van Henle verlaten we de schors even 

Slide 23 - Tekstslide

Wat vind je o.a. terug in het niermerg?
A
Lichaampje van malpighi
B
Proximale tubulus
C
Lis van Henli
D
Verzamelbuis

Slide 24 - Quizvraag

Lis van Henle 
wordt omgeven door de peritubulaire capillairtjes


Het filtraat verlaat de PT en verlaat de cortex via het afdalende gedeelte van de Lis van Henle. Het filtraat gaat via het opstijgend deel van de Lis van Henle weer naar de cortex. 

Slide 25 - Tekstslide

Lis van Henle werkt met tegenstroom principe

Slide 26 - Tekstslide

Eenlagig plaveiselepitheel.

Platte cellen 

Lijken op
capillairtjes
loop van henle (dun segment)
loop van henle (dun segment)
coupe niermerg

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Dun segment= plaveisel epitheel
Dik segment = kubus epitheel met donker cytoplasma geen duidelijke grenzen van cellen

Slide 29 - Tekstslide

Distale tubulus (DT)
wordt omgeven door de peritubulaire capillairtjes


= Kortste segment nefron
Reageert op het hormonen (oa aldosteron) -->terugresorptie van water en natrium
= reguleert pH bloed door H+
=reguleert kalium, natrium, calcium
Aldosteron is een hormoon dat in de bijnieren wordt geproduceerd 

Slide 30 - Tekstslide

De distale tubulus
1 lagig kubus epitheel
Heeft minder microvilli
Geen echt brush border (borstelzoom)
Ronder lijkend lumen
Cytoplasma lichter gekleurd tov PT


PT zijn meer eosinofiel dan de DT. De cellen van PT kleuren daarom sterker en donkerder aan.

Slide 31 - Tekstslide

Verschil PT en DT

Slide 32 - Tekstslide

Kubus epitheel; lichter cytoplasma; geen duidelijk grens cellen; duidelijke lumen

Slide 33 - Tekstslide

Proximale tubulus
Distale tubulus
microvilli
Geen of weinig microvilli
duidelijk lumen
minder duidelijke lumen
Lichter gekleurd (H&E kleuring)

Slide 34 - Sleepvraag

Verzamelbuis
Reactieplaats antidiuretisch hormoon (ADH)-->aantal aquapoortjes van de cellen stijgen--> meer water terugresorptie--> minder plassen

Slide 35 - Tekstslide

Verzamelbuis
1 lagig kubus epitheel bijna kolomvormig (soms)

Duidelijk basaal 
membraan
Duidelijk grenzen cellen

Slide 36 - Tekstslide

Duidelijke lumen; lichter cytoplasma

Slide 37 - Tekstslide

Volgende week
presentaties over wat jullie al in de praktijk gezien hebben:
Soorten kleuringen
Het lichaampje van Malpighi
Wat ga je nog doen en waarom?

Slide 38 - Tekstslide

Presentatie richtlijnen
- Doel en verwachting van de praktijken
- Wat heb je gedaan? Betrek zowel de basistechnieken als de kleurtechnieken van de histologie. Hoe werk(en) de kleuring(en). Wie durft: welke kleuring zou jij in de toekomst willen uitvoeren op de nier (gebruik hiervoor het internet)?
- Resultaten: microscopische beelden van de nier (lichaampje van malpighi, de buisjes etc...) met begrippen--> wat zie je op het microscopisch beeld
- conclusie

Slide 39 - Tekstslide

1. In de praktijk op zoek naar Lichaampje van Malpighi
2. Maak een zo duidelijk mogelijke foto hiervan
3. Duid op de foto zoveel mogelijk begrippen die je tijdens deze les bent tegengekomen aan
4. Lever deze foto met begrippen in op de volgende dia
Huiswerkopdracht = verplicht

Slide 40 - Tekstslide

Lever hier de opdracht in

Slide 41 - Open vraag