3.2 Temperatuurverschillen op aarde

Weer en Klimaat
Temperatuurverschillen op aarde
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Weer en Klimaat
Temperatuurverschillen op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen
Atmosfeer
Breedteligging
Lage breedte
Hoge breedte
Noordelijke halfrond
Zuidelijke halfrond

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we  vandaag doen:

- Filmpje over temperatuurverschillen .
- Breedteligging: hoe ontstaan temperatuurverschillen?
- Hoe hoger, hoe kouder.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Elk jaar kan er worden geschaatst.
A
Poolklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Toendraklimaat

Slide 5 - Quizvraag

In dit klimaat is te weinig voedsel
voor reendieren om
op een plek te blijven.
timer
0:20

Slide 6 - Open vraag

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hoge breedte komt?
timer
0:20
A
Blijft gelijk
B
Het wordt warmer
C
Het wordt kouder

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noemen we de afstand tussen Rome tot de evenaar?
timer
0:20
A
afstand in km
B
meridiaan breedte
C
geografische breedte
D
geografische lengte

Slide 8 - Quizvraag

Welke invloed heeft de zon op het klimaat?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Atmosfeer

Luchtlaag
rondom de aarde

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Breedteligging

Evenaar ligt op 0° NB/ZB:
  • Zonnestralen vallen recht op aardoppervlak
  • 3x zoveel zonne-energie als de polen
Nederland ligt op 52° NB
  • Zonnestralen vallen schuin op aardoppervlak

Slide 13 - Tekstslide

Op lage breedte
Op hoge breedte

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Door de zon wordt eerst verwarmd ....
timer
0:20
A
het dal
B
de lucht
C
de berg
D
het aardoppervlak

Slide 16 - Quizvraag

Hoe hoger, hoe kouder 
per 1000meter wordt het 6°C kouder

Slide 17 - Tekstslide

In de dal van een berg hebben we 5 °C. Hoeveel graad is op 2000 m hoogte?
timer
0:20
A
15 °C
B
-7 °C
C
- 9 °C
D
0 °C

Slide 18 - Quizvraag

Leerdoelen
• Je kunt uitleggen waarom de breedteligging en hoogte  invloed hebben op de temperatuur.
• Je kan verklaren waardoor de temperatuurverschillen op aarde ontstaan.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk

3.2 Temperatuurverschillen op aarde



LB: 54p.,  samenvatting 68 p. en begrippen 69 p.
WB:  online alle opdrachten 

Slide 20 - Tekstslide

 Hoogteligging


  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m stijging, wordt temperatuur 6°C kouder
  • de hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!

Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.

De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Slide 21 - Tekstslide

Weer en Klimaat
Temperatuurverschillen op aarde 2





Het verschil tussen zomer en winter

Slide 22 - Tekstslide

Zijn er vier seizoenen
of alleen een?

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
•  Je kunt uitleggen hoe de seizoenen ontstaan een in een tekening weergeven.
•Je kunt uitleggen waarom de breedteligging  invloed heeft op de temperatuur.
• Je kan verklaren waardoor de temperatuurverschillen op aarde ontstaan.

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen
Seizoenen
Noordelijke halfrond
Zuidelijke halfrond
Pooldag
Poolnacht

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
Hoe hoger hoe kouder
B
Hoe hoger de breedtegraad, hoe warmer het is.
C
Hoe verder van de evenaar, hoe warmer het is.
D
Hoe lager de breedtegraad, hoe kouder het is.

Slide 30 - Quizvraag

Hoeveel graad is op de Himalaya
op 4000m hoogte,
als in de dal op 1000 m 10°C is?
timer
0:20
A
-2 °C
B
+1 °C
C
-5 °C
D
-8 °C

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

in 24 uur draait de aarde om zijn as

Slide 36 - Tekstslide

in 24 uur draait de aarde om zijn as
in een jaar/ 365 dag draait de aarde rond de zon

Slide 37 - Tekstslide

pooldag    

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

In welke maand staat
het noordelijke halfrond
het dichtst bij de zon?
A
maart
B
juni
C
september
D
december

Slide 40 - Quizvraag

Op 21 december staat de noordpool het ........ bij de zon vandaan.
A
verst
B
dichts

Slide 41 - Quizvraag

Hoe komt het dat we seizoenen hebben?
A
Door de draaiing van de aarde om de zon
B
Door de draaiing van de zon om de aarde
C
Door de wolken
D
Omdat de aarde om zijn eigen as draait

Slide 42 - Quizvraag

Hoe komt het dat we dag en nacht hebben?
A
Door de draaiing van de aarde om de zon
B
Door de draaiing van de zon om de aarde
C
Door de wolken
D
Omdat de aarde om zijn eigen as draait

Slide 43 - Quizvraag

Welke seizoen heeft de Zuidpool volgens de tekening ?
timer
0:30
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 44 - Quizvraag

Leerdoelen
•  Je kunt uitleggen hoe de seizoenen ontstaan een in een tekening weergeven.
•Je kunt uitleggen waarom de breedteligging  invloed heeft op de temperatuur.
• Je kan verklaren waardoor de temperatuurverschillen op aarde ontstaan.

Slide 45 - Tekstslide

Huiswerk

3.2 Temperatuurverschillen op aarde



LB: 54p.,  samenvatting 68 p. en begrippen 69 p.
WB:  online alle opdrachten 

Slide 46 - Tekstslide

Savanne klimaat
Toendra klimaatt
Tropisch regenwoud- klimaat
Landklimaat
Woestijn- klimaat
Steppe klimaat

Slide 47 - Sleepvraag

Klimaten op aard

Slide 48 - Tekstslide