klinische zorg oriëntatie

Oriëntatie op de klinische zorg
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Oriëntatie op de klinische zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Je kan de kenmerken van de ziekenhuis zorg benoemen en toelichten
- oefenen overdracht volgens de SBAR

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke afdelingen/specialismen heeft een ziekenhuis?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ziekenhuis zorg - cure sector
Ziekenhuis zorg  is gericht op het behandelen en genezen van acute en chronische lichamelijke aandoeningen

De zorg bestaat uit professionele en technische voorzieningen voor diagnostiek, behandeling en verpleging 

De verplk zorg is gericht op verzorging, begeleiding en observatie van de zorgvragers- patiënten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zou je in het ziekenhuis willen werken en waarom?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

opdracht !

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken ziekenhuiszorg
- klinische opname: de vereiste zorg kan niet elders gegeven worden
- voornamelijk somatische gezondheidsproblematiek, beperkt psychiatrie en geriatrie
- relatief kortdurende opnames
- complexe zorg en veel technologische  innovaties
- groot team van professionals zijn betrokken bij diagnostiek, behandelingen en zorg

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soorten ziekenhuizen
- algemeen
- categoraal
- universitair /academisch
- privé kliniek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat als ouderen in het ziekenhuis opgenomen worden?
symptomen van ziekte uiten zich bij ouderen anders
multi-pathologie kan diagnose beïnvloeden
medicatie geeft sneller bijwerkingen of beïnvloeding van elkaar
meer kans op depressie of delier
meer kans op bed complicaties
herstel verloopt langzamer en vaak niet volgens normale verwachtingen
balans draagkracht-draaglast is kwestbaar


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

overdracht oefenen in 2 tallen
https://enurse.nl/praktijk/marc-bakker/oefenen-klinisch-redeneren/klinisch-redeneren-casus-oefenen-1/

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Stop 0:40
1. Wat zie je aan mevrouw Geerts?
Oudere dame met snelle ademfrequentie (tachypneu), gebruik van hulpademhalingsspieren, bed beetje omhoog, wat bleek.
2. Welke parameters wil je meten en weten? Wat verwacht je hiervan?
Bloeddruk, zuurstofsaturatie (verlaagd), hartfrequentie (verhoogd), ademfrequentie (verhoogd), temperatuur (normaal).

Stop 1:10
3. Mevrouw Geerts heeft hartfalen zoals in de titel van het filmpje staat. Hoe zou ze hieraan gekomen zijn?
(Hartinfarct, hypertensie, ritmestoornissen, hartspieraandoeningen, hartklepaandoeningen, aangeboren hartafwijking)

Stop 1:45
4. Wat krijgt mevrouw Geerts toegediend? Wat is de werking hiervan?
5. De cardioloog heeft het over ‘vocht achter de longen’, wat is dit en hoe komt mevrouw hieraan?
6. Hoe kom je erachter of iemand ‘vocht achter de longen’ heeft?
Auscultatie van de longen waarbij je pulmonale crepitaties hoort, verlaagde zuurstofsaturatie vaststellen, X-Thorax maken.
7. Wat is de reden dat mevrouw Geerts zo rechtop in bed zit?
Rechtop zitten geeft minder benauwdheidsklachten, want vocht zakt dan naar beneden en maakt dat er meer alveoli beschikbaar zijn voor goede uitwisseling van zuurstof. 
8. De cardioloog zegt dat mevrouw ‘allerlei medicatie moet krijgen om haar situatie te verbeteren’. Welke medicatie zou de cardioloog bedoelen?
Bij systolisch hartfalen starten met een ACE-remmer en bij vochtretentie met een diureticum, daarna, als de patiënt klinisch stabiel is, een selectieve β-blokker toevoegen. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname voor hartfalen verminderen. De patiënt op de medicatie instellen op basis van een zorgvuldige titratie van de doseringen en regelmatige controle van serumelektrolyten en de nierfunctie. Bron: FK.

Stop 2:53 Verder vanaf 4:33
9. Hoe heet het wat mevrouw Geerts heeft meegemaakt?
Astma cardiale

Stoppen bij 5:30 Verder vanaf 9:09
10.Wie durft uit te leggen wat de hartfalenverpleegkundige aan mevrouw Geerts uit wil gaan leggen?

Stoppen bij 10:33
11.Wat zijn de leefregels die de verpleegkundige aan mevrouw Geerts meegeeft?
Verpleegkundige noemt: 
1) Elke dag wegen  waarom? Toename van vocht goed monitoren  eventueel snel aanpassen van medicatie. 
2) Zoutbeperking; waarom? 
3) Vochtbeperking

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies