Les 5 Doelstellingen dl 2

Zorg dat je klaar zit met.....
  • Pen en papier
  • Laptop (opgeladen!)
  • Boek "Didactiek van een les of training"
  • Concentratie
timer
1:00
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begeleiden en LesgevenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Zorg dat je klaar zit met.....
  • Pen en papier
  • Laptop (opgeladen!)
  • Boek "Didactiek van een les of training"
  • Concentratie
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Ervaringen lesbeurt 1?

Slide 2 - Tekstslide

Thema van vandaag:
1. Didactisch model
2. Beginsituatie
3. Doelstellingen
4. Planning en lesopbouw
5. Materialen en middelen
6. Organisatie
7. Bewegingsvormen
8. Didactische werkvormen
9. Presenteren
10. Leertheorieën
11. Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud
  • Doelen
  • Herhaling
  • Aan de slag
  • Doelen behaald?

Slide 4 - Tekstslide

Doelen voor deze les

  • Je kunt  doelstellingen indelen naar termijn
  • Je kunt een algemene doelstelling duidelijk formuleren
  • Je kunt een concrete doelstelling duidelijk formuleren
  • Je kunt duidelijke doelen formuleren die aansluiten bij de doelgroep.

Slide 5 - Tekstslide

En nog een keer...

Slide 6 - Tekstslide

De doelstelling heeft in het didactisch model te maken met:

  • de beginsituatie (je kunt een beter doel maken als je de beginsituatie weet)
  • de inhoud van de les; je doelstelling bepaalt de inhoud van je les
  • de evaluatie; evaluatie zorgt voor een nieuw, bijgesteld doel

Slide 7 - Tekstslide



- Motorische doelstellingen
- Cognitieve doelstellingen
- Sociaal affectieve doelstellingen
Op basis van gedragsaspecten:
Soorten doelstellingen

Slide 8 - Tekstslide

Motorische doelstellingen
Het gaat om bewegen (motoriek)
- Schoolslagbeweging kunnen maken
- Dribbel bij voetbal kunnen uitvoeren
- Met de squattechniek 120 kg kunnen tillen
- Duurloop van 10km kunnen lopen

Slide 9 - Tekstslide

Cognitieve doelstellingen
(Het gaat om denken; kennis en inzicht in tactiek/ spelregels)

- Vijf fouten/correcties kunnen opnoemen van een handstand
- 4-3-3 systeem bij voetbal kunnen uitleggen
- Het juist positie kiezen bij een zoneverdediging
- De techniek van de schoolslag kunnen analyseren

Slide 10 - Tekstslide

Sociaal-affectieve doelstellingen
(heeft betrekking op omgang met elkaar en emoties)

- Plezier beleven aan sportbeoefeningen
- Kunnen omgaan met winst en verlies
- Bij het 'niet lukken' doorzettingsvermogen tonen
- Een beslissing van de scheidsrechter kunnen accepteren

Slide 11 - Tekstslide

Mattenrace

Slide 12 - Tekstslide

Op welk gedragskenmerk heeft "Mattenrace"
vooral betrekking?
Motorisch
Sociaal- Affectief
Cognitief

Slide 13 - Poll

The Footbonaut

Slide 14 - Tekstslide

Op welk gedragskenmerk heeft "The Footbonaut"
vooral betrekking?
Motorisch
Sociaal- Affectief
Cognitief

Slide 15 - Poll

Rots en Water

Slide 16 - Tekstslide

Op welk gedragskenmerk heeft "Rots en Water"
vooral betrekking?
Motorisch
Sociaal- Affectief
Cognitief

Slide 17 - Poll

Soorten doelstellingen
Op basis van termijn (tijd):

- Lange termijn doelstellingen 
- Middellange termijn doelstellingen
- Korte termijn doelstellingen (lesdoel, lesdeeldoel, oefendoel)

Slide 18 - Tekstslide

Korte termijn doelstellingen
(binnen 1 les te realiseren)
Altijd te maken met aanleren / verbeteren

- Aanleren van de schoolslag
- Verbeteren van positiespel
- Aanleren van de lay-up
- Verbeteren van het samenspel

Slide 19 - Tekstslide

Algemeen --> Concreet
Volleybaltechniek verbeteren --> 
De bovenhandse techniek bij volleybal kunnen uitvoeren

Een duurloop kunnen lopen --> 
Duurloop van 10km over een sterk wisselend parcours kunnen lopen

Slide 20 - Tekstslide

Groepsopdracht


Algemene en concrete doelen
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Tijd om te vergelijken:
Schuif een plekje door en kijk of je medestudenten de algemene en concrete doelen volgens jullie goed hebben neergelegd.
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Concrete doelstelling
formuleren
(4 stappen)

Slide 23 - Tekstslide

Voor het concreet beschrijven van doelen gebruiken we de vier stappen:


Formuleren...
1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Voorwaarden/omstandigheden
4. Minimumprestatie (kwalitatief/kwantitatief)

Slide 24 - Tekstslide


De deelnemers kunnen een wreeftrap uitvoeren
De deelnemers kunnen een duurloop van 10km lopen
De deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen
1. Bewegingsvorm

Slide 25 - Tekstslide


De deelnemers kunnen een wreeftrap uitvoeren
De deelnemers kunnen een duurloop van 10km lopen
De deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen
2. Waarneembaar eindgedrag

Slide 26 - Tekstslide


De deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet toepassen
De deelnemers kunnen een duurloop van 10km over een sterk wisselend parcours lopen
De deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit aanloop met afzet van een minitramp springen
3. Voorwaarden/omstandigheden

Slide 27 - Tekstslide

Deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet uitvoeren, waarbij het standbeen telkens goed naast de bal wordt geplaatst.

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit een aanloop met afzet van een minitramp springen, waarbij met twee benen wordt afgezet en de landing tot stabiele stand plaats vindt. 
4. Minimumprestatie

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Kwalitatieve eis: (kwaliteit)
  1. heeft te maken met  hoe goed, mooi, correct een beweging is.
  2. Moeilijk; vraagt veel deskundigheid.
  3. Helpt je signaleren van fouten tijdens de uitvoering.
Kwantitatieve eis: (meetbaar)
  1. Meetbare aspecten; tijd/ snelheid.
  2. Niet de beweging staat centraal, maar het resultaat van de beweging.
  3. Weinig ruimte voor de deelnemers en lesgever om er een eigen invulling aan te geven.

Slide 30 - Tekstslide

1

Slide 31 - Video

02:13
Heeft dit filmpje te maken met een kwalitatieve eis, of kwantitatieve eis?
Kwalitatieve eis
kwantitatieve eis

Slide 32 - Poll

Wat is het verschil tussen kwantitatieve eis en kwalitatieve eis?

Slide 33 - Open vraag

Kies zelf een sport en formuleer voor deze sport een korte termijn doelstelling.
Gebruik de 4 stappen.
(de 4 stappen moeten in je doel staan)
timer
5:00

Slide 34 - Open vraag

Teams - B&L - planning- planning lesbeurt 2

Slide 35 - Tekstslide

Regels voor lesbeurt 2
  • 1 (sport)activiteit aan de hele klas
  • lesduur: 15-20 minuten 
  • je kiest een sportactiviteit waarbij je deelnemers iets aanleert
  • GEEN VOETBAL
  • Je kunt Good2Move gebruiken

Slide 36 - Tekstslide

Lesbeurt 2 periode 2
Uiterlijke inleverdatum lesvoorbereiding 2:

13 oktober 12:00 uur


Minimaal 15 minuten tot maximaal 20 minuten lesgeven aan de hele klas

Slide 37 - Tekstslide

Lesvoorbereiding af?
  • Controleer aan de hand van de rubrics of je lesvoorbereiding aan alle eisen voldoet.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Geef je zelf een score m.b.t. jouw eigen kennis van doelstellingen
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Volgende keer
  • Uitleg materialen klaarzetten (6W's)
  • Afmaken lesbeurt 2

Slide 41 - Tekstslide

Vragen?

Slide 42 - Tekstslide

Lastige woorden
Doelstelling=Beschrijving van het gewenste resultaat. Kortetermijndoelstellingen= Doelstelling die je in een korte periode (uren, dag) wil bereiken.
Middellangetermijndoelstellingen= Doelstellingen die je na weken of maanden wil bereiken.
Langetermijndoelstellingen=Doelstellingen die je maanden of jaren later wil bereiken.






Slide 43 - Tekstslide

Lastige woorden
Lesdoel= Het doel van één les of training.
Lesdeeldoel= De doelstelling voor een deel van de les, bijvoorbeeld de inleiding of kern.
Oefendoel= Het doel van één oefening of bewegingsvorm.

Kwalitatief= Hoe goed of mooi iets is.
Kwantitatief=Meetbare aspecten; tijd/ snelheid. (uitgedrukt in getallen).

Slide 44 - Tekstslide