Lessenserie schrijfvaardigheid

Schrijfvaardigheidsproces
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheidsproces

Slide 1 - Tekstslide

Aanleiding
Minimale aanbod schrijven havo 4 (VCO)
Weerstand t.o.v. de nakijklast (persoonlijk) 
Niet voldoen aan referentiekaders (onderzoek)
Klachten in het hoger onderwijs over de schrijfvaardigheid van studenten (onderzoek)
Mogelijk te behalen (leer)winst



Slide 2 - Tekstslide

Onderzoeksvraag:
Op welke wijze kan de schrijfdidactiek worden aangepast, zodat er een sterkere focus komt te liggen op het schrijfproces, waarbij kansen gecreëerd worden om te werken met (peer-)feedback op dusdanige wijze dat het bijdraagt aan de vaardigheidsontwikkeling van leerlingen en waardoor de beoordelingslast van de docent niet toeneemt? 

Slide 3 - Tekstslide

Focus theoretisch kader
Schrijfvaardigheid in het algemeen
Schrijfvaardigheidsdidactiek (Booster)
Feedback
Reviseren

Slide 4 - Tekstslide

Het opdelen van het schrijfvaardigheidsproces is volgens Vermaas en Van der Linden (2007) erg geschikt voor havisten. Een didactiek die het schrijfproces opdeelt en effectief is gebleken voor havisten, is Booster. Booster staat voor Brainstormen, Ordenen, Opbouw bepalen, Schrijven, Teruglezen, Evalueren en Reviseren. Booster legt de nadruk op zelfsturing, samenwerking en reflectie (Elving & Van den Bergh, 2017). Havisten hebben belang bij het opdelen van het schrijfproces, omdat zij moeite hebben met plannen, zich niet lang kunnen concentreren en de neiging tot kortetermijndenken hebben. Dit leidt tot uitstelgedrag en uiteindelijk een minder goed schrijfproduct (Vermaas & Van den Linden, 2007). 

Slide 5 - Tekstslide

Ontwerpeisen:

1.Ik bouw de lessenserie op basis van Booster op.
2.Leerlingen reflecteren op verschillende momenten op hun schrijfontwikkeling.
3.Leerlingen werken samen.
4.De leerlingen analyseren voorbeeldteksten op kenmerken en criteria passend bij het betreffende genre.
5.Tijdens het schrijfproces verplaatsen de leerlingen zich in verschillende rollen zoals: de observant, de schrijver en de beoordelaar.
6.Er is aandacht voor feedbackinstructie op de hogere-orde aspecten van de tekst.
7.De leerlingen geven elkaar gedurende het schrijfproces in meerdere rondes paarsgewijs peerfeedback.
8.De leerlingen geven peerfeedback op hogere-orde aspecten van de tekst.
9.De docent geeft concrete voorbeelden van feedback op de hogere-orde aspecten van de tekst.
10.Leerlingen expliceren revisiedoelen passend bij de criteria van de schrijfopdracht.
11.Docent geeft concrete input voor het maken van een revisieplan.

Slide 6 - Tekstslide

Les 1

Slide 7 - Tekstslide

Lesopbouw:
Voorkennis activeren
Lezen en analyseren van voorbeeldteksten
Gezamenlijk criteria opstellen
Klassikaal bespreken criteria
Doel: je bent bekend met de kwaliteitscriteria van een betogende tekst.


Slide 8 - Tekstslide

Aan welke voorwaarden (criteria) moet een betogende tekst volgens jullie voldoen?
timer
3:00

Slide 9 - Open vraag

Analyseren voorbeeldteksten
Lees tekst 1 en 2 zelfstandig. 

Slide 10 - Tekstslide

Analyse
Lees tekst 1 
Tot welk genre behoort deze tekst? 
Welke kenmerken (criteria) herken je? 
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Analyse
Lees tekst 2
Tot welk genre behoort deze tekst?
Welke kenmerken (criteria) herken je?
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Analyseer de twee voorbeeldteksten
Bespreek in je groepje welke criteria de teksten typeren. 
Bepaal zo veel mogelijk criteria. 
Maak een selectie van de drie belangrijkste criteria. 
Deel in de volgende slide de drie meest kenmerkende criteria. 

Slide 13 - Tekstslide

Vul hieronder de drie meest kenmerkende criteria van tekst 1 en 2 in.

Slide 14 - Open vraag

Mogelijke selectie criteria:
Duidelijke stelling: Het betoog moet een duidelijke stelling of standpunt presenteren dat wordt ondersteund door argumenten en bewijsmateriaal.
Logische opbouw: Het betoog moet een logische structuur hebben, met een inleiding, kern en conclusie. Elk onderdeel moet naadloos in het volgende overgaan.
Overtuigende argumenten: Het betoog moet ondersteund worden door sterke argumenten die relevant zijn voor het onderwerp en het standpunt van de schrijver ondersteunen. Deze argumenten moeten gebaseerd zijn op feiten, logica en redenering.
Tegenargumenten weerleggen: Een goed betoog adresseert ook tegenargumenten en weerlegt ze effectief, waardoor de kracht van het eigen standpunt wordt versterkt.
Cohesie en samenhang: Het betoog moet goed gestructureerd zijn en vloeiend van de ene naar de andere gedachtegang overgaan, met behulp van overgangszinnen en logische connectoren.
Conclusie: Het betoog moet afsluiten met een krachtige conclusie die de belangrijkste punten samenvat en de lezer nogmaals overtuigt van het standpunt van de schrijver.

Slide 15 - Tekstslide

Aan het (huis)werk!

Schrijf de eerste versie van je tekst. 

Slide 16 - Tekstslide

Les 2

Slide 17 - Tekstslide

Lesopbouw:
Uploaden eerste versie
Paarsgewijs vergelijken
Peerfeedback geven
Feedbackinstructie
Doel: je bent in staat om goede peerfeedback te geven op de hogere-orde aspecten van een tekst.


Slide 18 - Tekstslide

Paarsgewijs vergelijken en peerfeedback

Slide 19 - Tekstslide

Peersquared
Ga naar de website op de volgende slide. 
Log in. 
Upload je eerste versie van je tekst.
Scoor de teksten en geef peerfeedback.
Je vergelijkt paarsgewijs de teksten in drie rondes. Na de eerste ronde wacht je op de docent. 
Geef peerfeedback op de hogere-orde aspecten (inhoud, stijl, structuur).

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Feedbackcheck
Klassikaal peerfeedback bekijken. 
timer
5:00
Feedbackcheck
Klassikaal/modelen

Hoe is er peerfeedback gegeven?

Wat is goed? Wat kan beter?
Argumentatie: "Je argument over de oorzaken van klimaatverandering is goed ontwikkeld, maar ik denk dat je meer bewijsmateriaal zou kunnen toevoegen om je standpunt te versterken. Misschien kun je recente onderzoeksresultaten of statistieken vinden om je punt te ondersteunen."

Structuur: "Je hebt een duidelijke inleiding en conclusie, maar de overgang tussen je argumenten kan wat vloeiender zijn. Probeer overgangszinnen toe te voegen die de lezer begeleiden van het ene naar het andere punt."

Stijl: "Je hebt een overwegend formele stijl gebruikt, wat passend is voor dit onderwerp. Echter, om je essay meer levendigheid te geven, kun je overwegen om wat meer variatie toe te voegen aan je zinsstructuur en woordkeuze."

Bewijs en bronnen: "Je hebt een aantal goede bronnen gebruikt om je argument te ondersteunen, maar zorg ervoor dat je ze adequaat citeert en integreert in je tekst.

Slide 22 - Tekstslide

Les 3

Slide 23 - Tekstslide

Lesopbouw:
Analyseren, ordenen, concluderen van peerfeedback
Opstellen revisieplan
Schrijven van tweede versie
Uploaden in Peersquared
Paarsgewijs beoordelen
Evalueren 
Doel: je weet hoe je je tekst moet reviseren. 


Slide 24 - Tekstslide

Revisiedoelen en reviseren

Slide 25 - Tekstslide

Ordenen peerfeedback

Slide 26 - Tekstslide

Selecteren peerfeedback

Slide 27 - Tekstslide

Concluderen peerfeedback

Slide 28 - Tekstslide

Revisieplan
Revisie-plan

Slide 29 - Tekstslide

Aan het (huis)werk!

Schrijf de tweede (eind) versie  van je tekst. 
Lever de tekst in op Peersquared. 
https://www.peersquared.nl/


Slide 30 - Tekstslide

Peersquared
Ga naar https://www.peersquared.nl/
Log in. 
Upload je tweede versie van je tekst.
Scoor de teksten paarsgewijs.
Je vergelijkt paarsgewijs de teksten in vijf rondes.
Je bent klaar. 

Slide 31 - Tekstslide

Evaluatie 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide