Een dak boven je hoofd

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Introductie nieuwe lessenserie
  • Een dak boven je hoofd
  • Opdracht
  • Vragen in Lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Een dak boven je hoofd
Les 1

Slide 3 - Tekstslide

  • Recht op huisvesting
  • Mensenrechten
  • Uitleggen wat recht op huisvesting inhoud.
  • Dit in verband zien met andere mensenrechten.
  • Nadenken over het belang wat hij aan het recht op huisvesting hecht.

Slide 4 - Tekstslide


Hoe zijn jullie vanochtend opgestaan?


Uit een warm bed?
Gedoucht?
Stond er ontbijt klaar of moest je dit zelf pakken? 
Sloot je het huis af met je eigen sleutel?

Slide 5 - Tekstslide

Wat vind jij normaal?
Dagelijkse dingen die voor jezelf al heel normaal zijn, maar voor een deel van de mensen op de wereld, en in Nederland, niet.

Slide 6 - Tekstslide

Wat vind je van dak- en thuisloze mensen?

Slide 7 - Open vraag

Hoe groot schat je zelf de kans in dat je ooit dak- of thuisloos raakt?

Slide 8 - Open vraag

Reality check
Nederland is een van de rijkste landen ter wereld.

Maar er zijn steeds meer mensen die zonder vast dak boven hun hoofd wakker worden.

Waaronder minsten 12.400 jongeren.

Slide 9 - Tekstslide

Echte verhalen
van mensen die zelf in een situatie hebben gezeten waarbij ze dak- en thuisloos waren.

Slide 10 - Tekstslide

  • Wat: Lees per groep het verhaal van Sarah, Lea, Jim of Kimberly. Doe dit eerst 5 min. in stilte. Bespreek daarna in 5 met je groepje het verhaal. Daarna moet één iemand van het groepje de eerste reacties samenvatten en delen met de rest van de klas. Kennen jullie iemand die in een soortgelijke situatie zit? Kunnen jullie je voorstellen dat je zelf in zo’n situatie komt te zitten?
  • Hoe: in een groepje
  • Tijd: 10 min.
  • Uitkomst: klassikaal bespreken

Slide 11 - Tekstslide



Sarah, Lea, Kimberley en Jim zijn allemaal
dak- of thuisloos (geweest)


Welke gevolgen had dat voor hen? 
Stel ze hadden wél een woning, hoe anders
zou hun leven er dan uitzien? Wat kon er dan ineens wel?
Wat zouden ze wél kunnen met een vaste verblijfplaats?’

Slide 12 - Tekstslide

Mensenrechten
recht op huisvesting 
recht op onderwijs
recht op gezondheid
recht op een goede levensstandaard
 recht op veiligheid

Mensenrechten = overheid is hier verantwoordelijk voor

Slide 13 - Tekstslide

We kunnen ervoor kiezen om dak- en thuisloze mensen
te helpen, of niet. Dat kunnen familie en vrienden doen.
Maar wat als familie en vrienden dat niet kunnen
of willen?

Slide 14 - Tekstslide

Recht op huisvesting
De Nederlandse overheid moet ervoor zorgen dat er voldoende woningen:

  • beschikbaar zijn (zodat mensen gezond, veilig en comfortabel kunnen wonen).
  • aanvaardbaar zijn (rekening houden met culturele identiteit)
  • van voldoende kwaliteit zijn (veilige gebouwen, waarin mensen gezond kunnen wonen – bijvoorbeeld dat een huis beschermt tegen regen of kou – en in de buurt van scholen, werk en gezondheidsdiensten)
  • toegankelijk zijn (dat mensen ze kunnen betalen, maar ook dat als je geen trap meer kunt lopen, je op de begane grond kunt wonen of een lift in het gebouw hebt)

Slide 15 - Tekstslide

  • Je ouders zijn verplicht om, tot je 18 bent, voor een huis voor je te zorgen. En tot je 21e moeten ze aan de kosten voor het levensonderhoud van hun kinderen bijdragen.

  • Pas als ouders dat niet kunnen, is de overheid dus verplicht om voor een goed, betaalbaar huis te zorgen, vooral voor mensen die minder weerbaar zijn. Bijvoorbeeld als je opgegroeid bent in een jeugdzorginstelling. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat vind je zelf?
je bent het eens, oneens of je weet het nog niet.

Slide 17 - Tekstslide

Als je fouten maakt, moet je op de blaren zitten.
Anders leer je het nooit. Daarom moeten we alleen
mensen helpen die echt pech hebben gehad.
A
Eens
B
Oneens
C
Weet ik nog niet

Slide 18 - Quizvraag

We moeten iedereen helpen omdat je anders niet
met je leven verder kan.
A
Eens
B
Oneens
C
Weet ik nog niet

Slide 19 - Quizvraag

Iedereen moet ergens kunnen wonen – daarom
moeten we meer woningen en opvanglocaties
bouwen. Daar zijn we rijk genoeg voor
A
Eens
B
Oneens
C
Weet ik nog niet

Slide 20 - Quizvraag

Er zijn nu eenmaal niet genoeg woningen.
Daarom kunnen we niet iedereen helpen.
A
Eens
B
Oneens
C
Weet ik nog niet

Slide 21 - Quizvraag

We kunnen beter dak- en thuisloze jongeren helpen dan dak- en thuisloze volwassen, want jongeren hebben nog een heel leven voor zich.
A
Eens
B
Oneens
C
Weet ik nog niet

Slide 22 - Quizvraag

Hebben jullie vandaag iets geleerd? Wat denk je dat morgen nog steeds is blijven hangen, of over een week, als je terugdenkt aan deze les?

Slide 23 - Open vraag

Wat vind je ervan dat er een recht op huisvesting is?
Doet de overheid genoeg?

Slide 24 - Open vraag

Hoe groot acht je de kans dat je zelf dak- of thuisloos raakt in je leven?

Slide 25 - Open vraag

Ben je van mening veranderd over dak- en
thuisloze jongeren?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Link

Slide 28 - Tekstslide

  • Mensenrechten
  • Armoede in Nederland
  • Je hebt een beter inzicht in armoede in Nederland en hoe mensen in armoede kunnen raken.
  • Je kunt je verplaatsen in anderen.

Slide 29 - Tekstslide

  • ik durf het bijna niet te vragen: armoelijers

Slide 30 - Tekstslide

Als mensen arm zijn is het vaak hun eigen schuld.
A
Mee eens
B
Niet me eens

Slide 31 - Quizvraag

Het is oneerlijk dat mensen die werken moeten meebetalen aan uitkeringen van arme mensen.
A
Mee eens
B
Niet mee eens

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Link

Wat heb je hiervan geleerd?

Slide 34 - Woordweb

Is je beeld of zijn je vooroordelen over arme mensen in Nederland nog hetzelfde na het zien van deze aflevering?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje anders

Slide 35 - Quizvraag