Alesia en Vercingetorix

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Toets les 38 en 39
  • Morgen (13:40-14:35) maken jullie de toets over tekst 38 en 39
  • Jullie krijgen de toets om 13:40 opgestuurd via de mail
  • Kom voor het begin van de toets online op Teams met je webcam aan
  • Voor de toets heb je je tekstboek nodig (p.131 en 135)
  • Zorg dat je je gemaakte toets uiterlijk om 14:40 naar mij opstuurt via Teams


Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we de rest van de les doen?




1. Herhaling tekst 38 Vercingetorix
2. Herhaling tekst 39 Alea iacta est

Slide 4 - Tekstslide

Vercingetorix
  • IN 52 v. Chr. werden de Galliërs door Caesar verslagen bij Alesia
  • Dit was een grootse prestatie, want Caesars leger was in de minderheid

Slide 5 - Tekstslide

Alesia in munitionibus stans Vercingetorix exitum proelii conspexit. (r.1-2)
Geef het participium uit deze zin. Geef ook aan of het een ppa of ppp is en met welk woord het congrueert.

Slide 6 - Open vraag

Vercingetorix ziet in dat zijn Galliërs Caesar niet kunnen verslaan. Hij stelt ze daarom voor een keuze. Welke?

Slide 7 - Open vraag

Welke keuze maken de Galliërs volgens de tekst op p.131?

Slide 8 - Open vraag

Caesar, deditionem Vercingetorigis accipiens, iussit ceteros principes necari, sed populo pepercit. (r.33-35)
Komt deze gebeurtenis overeen met de wens van Vercingetorix aan Caesar? Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open vraag

Alea iacta est
  • In januari 49 v. Chr. keerde Caesar met zijn legers vanuit Gallië terug naar Rome
  • Zijn rivaal, Pompeius, zag een bedreiging in de terugkeer van Caesar en wilde niet dat Caesar gewapend Rome binnenkwam

Slide 10 - Tekstslide

Caesar keerde toch terug naar Rome en sprak de woorden 'alea iacta est'. Wat bedoelde hij met deze uitspraak?

Slide 11 - Open vraag

Geef twee participia uit r.1-19. Geef ook aan met welke woorden de participia congrueren.

Slide 12 - Open vraag

Aan wiens kant staat het Meisje: aan die van Caesar of van Pompeius? Verklaar je antwoord door middel van een citaat uit de tekst op p.135.

Slide 13 - Open vraag

Aan wiens kant staat de Man: aan die van Caesar of van Pompeius? Verklaar je antwoord door middel van een citaat uit de tekst op p.135.

Slide 14 - Open vraag

Succes met leren!

Slide 15 - Tekstslide